ECLI:NL:RBAMS:2025:7769

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
9 oktober 2025
Publicatiedatum
21 oktober 2025
Zaaknummer
11605800 \ CV EXPL 25-4675
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Huurprijsvaststelling en afwijzing van contractuele boetes in een huurgeschil

Op 9 oktober 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam een mondelinge uitspraak gedaan in een huurgeschil tussen Hobex Nederland B.V. en een vennootschap onder firma. De zaak betreft de huurprijs van een gehuurd pand, die is vastgesteld op basis van deskundigenadvies. De huurprijs wordt per 21 december 2022 vastgesteld op € 34.258,- exclusief btw per jaar. De gedaagden worden veroordeeld tot betaling van het verschil in huurprijs, aangezien zij tot dat moment een lagere huurprijs hebben betaald. Daarnaast is de gedaagde vanaf de datum van de uitspraak wettelijke handelsrente verschuldigd. De gevorderde contractuele boetes zijn afgewezen, omdat de huurder niet kan worden gesanctioneerd voor een bedrag dat niet duidelijk was. De vordering in reconventie tot herstel van gebreken is afgewezen, omdat de gedaagden niet voldoende bewijs hebben geleverd voor het bestaan van gebreken. De proceskosten worden gecompenseerd, waarbij de gedaagden in reconventie de kosten van Hobex moeten vergoeden. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad.

Uitspraak

RECHTBANKAMSTERDAM
Civiel recht
Kantonrechter
fno: 33623
Zaaknummer: 11605800 \ CV EXPL 25-4675
Proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van 9 oktober 2025
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
HOBEX NEDERLAND B.V.,
gevestigd te Tilburg,
eiseres in conventie, verweerster in reconventie,
hierna te noemen: Hobex,
gemachtigde: mr. B.M. Arnoldus,
tegen

1.de vennootschap onder firma [naam vof] ,

gevestigd te [vestigingsplaats] ,
2.
[gedaagde 2],
3.
[gedaagde 3],
4.
[gedaagde 4],
allen wonende te [woonplaats] ,
gedaagden in conventie, eisers in reconventie,
hierna samen te noemen: [gedaagden] ,
gemachtigde: mr. T.R. Dicke.
De zitting wordt gehouden in het gebouw van de rechtbank in Amsterdam.
De zaak wordt behandeld door mr. J.H.J. Evers, kantonrechter, bijgestaan door mr. K.J. Verschueren als griffier.
Namens Hobex waren aanwezig [naam 1] en [naam 2] , bijgestaan door mr. B.M. Arnoldus als gemachtigde. Namens [gedaagden] waren de drie vennoten (gedaagden sub 2 t/m 4) aanwezig, met mr. T.R. Dicke als gemachtigde. Verder was [naam 3] aanwezig op de zitting.
Partijen hebben op de zitting hun standpunten toegelicht. Vervolgens is de mondelinge behandeling gesloten en heeft de kantonrechter op de zitting in aanwezigheid van partijen mondeling uitspraak gedaan.

1.De beoordeling

De huurprijsvaststelling
1.1.
De huurprijs van het gehuurde aan de [adres] wordt conform het deskundigenadvies van K. Dijkstra van KroesePaternotte per 21 december 2022 vastgesteld op € 34.258,- exclusief btw per jaar. De bezwaren van Hobex tegen de vastgestelde huurprijs zijn aan de deskundige kenbaar gemaakt voordat hij zijn definitieve oordeel heeft gegeven en daarmee zijn deze bezwaren voldoende meegewogen.
1.2.
Dit houdt in dat [gedaagden] per 21 december 2022 maandelijks minder huur heeft betaald dan zij had moeten betalen. [gedaagden] wordt daarom veroordeeld tot betaling van het verschil.
1.3.
Hobex heeft over de achterstallige huurtermijnen contractuele rente gevorderd op grond van artikel 14.2 van de toepasselijke algemene voorwaarden. In dit beding staat kort gezegd dat als de huurder een verschuldigd bedrag niet op tijd betaald, hij een boete van 2% per maand van het verschuldigde verbeurt. Dit beding is bedoeld om wanbetalers te prikkelen alsnog te betalen. Het is een sanctie op niet of te laat betalen. Die prikkel is pas effectief als de huurder weet wat hij moet betalen. Hobex kan [gedaagden] niet sanctioneren voor iets wat zij haar niet kan verwijten. Daarom zal de gevorderde boete in dit geval worden afgewezen. Met dit vonnis en de vaststelling van de huurprijs is immers pas duidelijk welk bedrag [gedaagden] precies aan (achterstallige) huur moet betalen vanaf 21 december 2022. Voor deze situatie is de boete van artikel 14.2 van de algemene voorwaarden niet bedoeld.
1.4.
Nu de huurprijs vandaag is vastgesteld, is [gedaagden] vanaf vandaag de wettelijke handelsrente verschuldigd.
De contractuele boete
1.5.
In de algemene voorwaarden staat dat huurder een boete verbeurt als hij het gehuurde ter beschikking stelt aan een derde. [gedaagden] heeft de boete verbeurd, maar deze zal worden gematigd. Dat mag als de billijkheid dat klaarblijkelijk eist. Voor dit oordeel zijn een aantal dingen van belang. [gedaagde 4] is al vennoot voor lange tijd, namelijk sinds 2010. Ook gaat het hier niet om vervanging van een huurder voor een onbekende derde of om (volledige) onderhuur of ingebruikgeving aan een derde, maar om een zoon die toetreedt tot de v.o.f. van zijn ouders. De ouders zijn zelf ook vennoot van de v.o.f. gebleven. Niet gebleken is dat Hobex hier enig nadeel van heeft ondervonden. Dit maakt de boete helemaal niet redelijk en daarom wordt deze gematigd tot nihil.
De gebreken
1.6.
De wet bepaalt dat een huurder gebreken aan de verhuurder moet melden. In dit geval is die melding gemaakt en is er in deze procedure de stelling ingenomen dat er sprake is van gebreken aan het gehuurde die Hobex als verhuurder zou moeten herstellen. Deze stelling is echter door [gedaagden] niet goed onderbouwd. Er ontbreken bijvoorbeeld rapporten van deskundigen die bevestigen dat het dak lekt. Ook zijn geen foto’s of filmpjes overgelegd waaruit blijkt van water in de kelder. De foto’s van de kelder die zijn overgelegd, zijn volstrekt onvoldoende voor de conclusie dat er sprake is van gebreken aan het gehuurde. De vordering in reconventie van [gedaagden] wordt daarom afgewezen.
Proceskosten
1.7.
De kosten van het deskundigenadvies betreffende de huurprijsvaststelling moeten partijen gezamenlijk betalen. Dit betreft een procedureel deskundigenadvies waar verhuurder en huurder allebei een aandeel in hebben. Voor het overige worden de proceskosten in conventie gecompenseerd.
1.8.
In reconventie heeft [gedaagden] ongelijk gekregen en moet zij de kosten van Hobex vergoeden. De proceskosten worden begroot op € 204,00 aan salaris gemachtigde en € 67,50 aan nakosten.
Uitvoerbaar bij voorraad
1.9.
Dit vonnis wordt uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

2.De beslissing

De kantonrechter
in conventie:
2.1.
stelt de huurprijs voor het gehuurde aan de [adres] met ingang van 21 december 2022 vast op een bedrag van € 34.258,- exclusief btw per jaar,
2.2.
veroordeelt [gedaagden] hoofdelijk tot betaling aan Hobex van het verschil tussen de door [gedaagden] sinds 21 december 2022 betaalde huurprijs voor het gehuurde en de in dit vonnis vastgestelde huurprijs, een en ander te vermeerderen met de wettelijke handelsrente als bedoeld in artikel 6:119a BW vanaf vandaag tot aan de dag van betaling,
2.3.
compenseert de kosten van de procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
2.4.
wijst het meer of anders gevorderde af,
in reconventie:
2.5.
wijst de vordering af,
2.6.
veroordeelt [gedaagden] in de proceskosten in reconventie van € 271,50, te betalen binnen veertien dagen na aanschrijving daartoe, te vermeerderen met de kosten van betekening als [gedaagden] niet tijdig aan de veroordelingen voldoet en het vonnis daarna wordt betekend,
in conventie en reconventie:
2.7.
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Deze mondelinge uitspraak is gewezen door mr. J.H.J. Evers en in het openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.
Dit proces-verbaal is opgemaakt en ondertekend door de kantonrechter.