ECLI:NL:RBAMS:2025:7921

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
23 oktober 2025
Publicatiedatum
27 oktober 2025
Zaaknummer
AMS 25/2488
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag tegemoetkoming ouderen van Surinaamse herkomst op basis van leeftijdsvoorwaarde

In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Amsterdam het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om een tegemoetkoming op grond van het Tijdelijk besluit eenmalig bedrag ouderen van Surinaamse herkomst. Eiseres, geboren in Suriname en op 21 november 1973 naar Nederland gekomen, heeft een aanvraag ingediend voor een eenmalig bedrag van € 5.000,-. De aanvraag werd afgewezen omdat eiseres niet voldeed aan de leeftijdsvoorwaarde van 18 jaar bij aankomst in Nederland. Eiseres betwist deze afwijzing en stelt dat de leeftijdseis discriminerend is, aangezien zij altijd aan haar verplichtingen in Nederland heeft voldaan en de afwijzing haar financieel benadeelt. De rechtbank oordeelt dat de leeftijdsvoorwaarde legitiem is en dat er geen sprake is van discriminatie. De rechtbank concludeert dat verweerder op goede gronden heeft geweigerd om aan eiseres het eenmalige bedrag toe te kennen. Eiseres heeft geen gebruik gemaakt van professionele rechtsbijstand, en de rechtbank bepaalt dat het griffierecht aan haar moet worden vergoed. De uitspraak is openbaar uitgesproken op 23 oktober 2025.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 25/2488

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 23 oktober 2025 in de zaak tussen

[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres,

en
de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, namens deze de raad van bestuur van de Sociale verzekeringsbank,verweerder
(gemachtigde: mr. G.E. Eind).

Inleiding

In deze uitspraak beoordeelt de rechtbank het beroep van eiseres tegen de afwijzing van haar aanvraag om een tegemoetkoming op grond van het Tijdelijk besluit eenmalig bedrag ouderen van Surinaamse herkomst (hierna: het Tijdelijk besluit).
Met het primaire besluit van 15 januari 2025 heeft verweerder de aanvraag van eiseres afgewezen. Met het bestreden besluit van 25 februari 2025 heeft verweerder deze afwijzing gehandhaafd en het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Het onderzoek ter zitting heeft plaatsgevonden op 9 september 2025. Hieraan hebben eiseres en de gemachtigde van verweerder deelgenomen.

Feiten en omstandigheden

1. Eiseres is op [geboortedatum] 1956 geboren in Suriname. Op 21 november 1973 is eiseres met haar inmiddels geboren dochtertje naar Nederland gekomen. Eiseres was toen zeventien jaar.
2. Op 25 november 1975 is Suriname onafhankelijk geworden van het Koninkrijk der Nederlanden. Vele rijksgenoten verlieten Suriname voor die datum om zich in Nederland te vestigen en zo de Nederlandse nationaliteit te behouden. [1] Doordat hun Koninkrijksjaren in Suriname bij de opbouw van het AOW-pensioen [2] niet worden meegerekend, hebben veel Nederlanders van Surinaamse herkomst geen volledige AOW kunnen opbouwen.
3. Betrokkenen ervaren dit als een groot onrecht. Zij stellen dat zij rijksgenoten waren – gezien het gezamenlijke historische verleden van Nederland en Suriname en de vertaling daarvan in het Statuut van 1954 – en dat zij ten onrechte gelijk worden gesteld met andere migranten, die niet uit het Koninkrijk der Nederlanden afkomstig zijn. Zij vinden dat zij als tweederangsburgers worden behandeld en dat zij worden gediscrimineerd.
4. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft met het Tijdelijk besluit als gebaar van erkenning een eenmalig bedrag van € 5.000,- per persoon beschikbaar gesteld aan een groep ouderen van Surinaamse herkomst.
5. Op 14 augustus 2023 heeft eiseres de AOW-leeftijd bereikt. Verweerder heeft eiseres per die datum een AOW-pensioen toegekend. Eiseres is hierbij als verzekerde voor de AOW aangemerkt over de periode van 21 november 1973 tot 14 augustus 2023. Er is dus geen korting toegepast op haar pensioen.
6. Eiseres heeft een tegemoetkoming op grond van het Tijdelijk besluit aangevraagd. Met het primaire besluit heeft verweerder de aanvraag van eiseres afgewezen omdat zij jonger was dan 18 jaar toen zij naar Nederland kwam.

Standpunt van eiseres

7. Eiseres is het niet eens met de afwijzing van haar aanvraag. Eiseres betwist niet dat zij nog geen 18 jaar was toen zij naar Nederland kwam. Zij is echter van mening dat zij toch recht heeft op het eenmalige bedrag. Zij wijst erop dat het een bewuste keuze van haar was om in Nederland een toekomst op te bouwen. Volgens haar getuigt de eis van een minimumleeftijd van 18 jaar ook van leeftijdsdiscriminatie omdat de aanvangsleeftijd van de AOW-opbouw in 1973 nog 15 jaar was. Het ‘gebaar’ is bedoeld om enigszins tegemoet te komen aan gevoelens van onrecht dat ouderen van Surinaamse herkomst is aangedaan; eiseres behoort ook tot die doelgroep. Eiseres heeft altijd aan alle verplichtingen in Nederland voldaan. Zij heeft sinds haar pensionering te maken met minder inkomsten terwijl de lasten toenemen. Dat eiseres de tegemoetkoming niet krijgt ervaart zij, evenals anderen in de Surinaamse gemeenschap, als zeer pijnlijk.
Op de zitting heeft eiseres gezegd dat zij op 16-jarige leeftijd (ongehuwd) moeder is geworden. Daarmee is haar situatie volgens haar vergelijkbaar met die van een minderjarige die gehuwd is en die volgens haar informatie wel recht kreeg op de eenmalige tegemoetkoming.

Beoordeling door de rechtbank

8. In artikel 3 van het Tijdelijk besluit zijn de voorwaarden voor het aanvragen van de eenmalige tegemoetkoming geformuleerd. Om in aanmerking te komen voor de tegemoetkoming moet aan alle voorwaarden worden voldaan.
9. Een persoon heeft recht op een eenmalig bedrag, indien deze:
a. uiterlijk op 25 november 1975 in Nederland is gaan wonen, met het oog op de inwerkingtreding van de Toescheidingsovereenkomst;
b
.voorafgaand aan het tijdstip waarop deze persoon in Nederland ging wonen in Suriname woonde;
c. ten minste de leeftijd van 18 jaar had bereikt op het tijdstip, waarop deze persoon in Nederland ging wonen; en
d. op 1 juli 2024 ten minste 20 jaar in Nederland heeft gewoond.
10. Verweerder heeft de aanvraag van eiseres afgewezen omdat zij niet voldoet aan de onder c geformuleerde voorwaarde. Eiseres was nog geen 18 jaar toen zij naar Nederland kwam.
11. Uit de Toelichting bij het Tijdelijk besluit volgt dat de regelgever heeft gekozen voor de leeftijdsvoorwaarde van ten minste 18 jaar oud op het moment van verhuizing naar Nederland, omdat daarmee tot uitdrukking wordt gebracht dat die verhuizing een welbewuste keuze moet zijn geweest. Bij de leeftijd van minimaal 18 jaar kan ervan worden uitgegaan dat iemand een bewuste keuze heeft gemaakt om naar Nederland te verhuizen of in Suriname te blijven wonen. Naar hedendaags begrip is iemand vanaf de leeftijd van 18 jaar immers meerderjarig. Deze leeftijd sluit aan bij de Toescheidingsovereenkomst waarin expliciet is geregeld dat iemand op 18-jarige leeftijd meerderjarig is en zelfstandig de keuze voor Nederland of Suriname kon maken. [3]
12. Deze rechtbank heeft in eerdere uitspraken [4] de leeftijdsvoorwaarde als zodanig niet onaanvaardbaar geacht. Daarbij heeft de rechtbank toen doorslaggevende betekenis toegekend aan de uitdrukkelijke bedoeling van de minister en het onverplichte en begunstigende karakter van het Tijdelijk besluit.
13. De vraag in de zaak van eiseres is of haar situatie dusdanig bijzonder is dat de rechtbank in haar geval de leeftijdsvoorwaarde op grond van het evenredigheidsbeginsel of op andere gronden buiten toepassing moet laten.
14. Eiseres heeft al jong een grote verantwoordelijkheid op zich genomen voor het gezin waarin zij opgroeide – eiseres moest vanaf haar veertiende jaar meehelpen in het huishouden en met de zorg voor de negen andere kinderen – en heeft daarna als jonge alleenstaande moeder een bestaan in Nederland opgebouwd. Dat verdient niets dan respect.
15. Op de zitting heeft eiseres haar beroep toegelicht en helder uitgelegd wat de weigering van de tegemoetkoming voor haar betekent. Zij heeft benadrukt dat er nog steeds veel pijn zit bij de Surinaamse gemeenschap (en niet alleen bij haar) en dat de nu tot stand gekomen regeling ondanks alle goede bedoelingen niet het gewenste resultaat heeft gehad. Niet alle ouderen van Surinaamse herkomst die voor 25 november 1975 naar Nederland zijn gekomen zijn immers in aanmerking gebracht voor de tegemoetkoming. Eiseres heeft nog steeds het gevoel dat haar situatie niet door de Nederlandse overheid is erkend. Zij heeft zelf wel degelijk bewust de keuze gemaakt om naar Nederland te komen. Eiseres heeft hierbij ook gewezen op haar financiële omstandigheden. De tegemoetkoming had zij goed kunnen gebruiken om het eerste jaar na haar pensionering, toen haar inkomen was gehalveerd, te overbruggen.
16. De rechtbank moet recht spreken volgens wet en recht. Die gelden voor ons allen. In de wet is uitdrukkelijk gekozen voor een leeftijdsvereiste. Dat geldt niet alleen in deze regeling, maar ook in andere wettelijke regelingen waarin een leeftijdsvereiste is opgenomen. Het gebruik maken van een dergelijk vereiste kan koud en onpersoonlijk overkomen, maar dat op zich maakt het nog niet onrechtmatig.
17. De vergelijking die eiseres maakt met gehuwde minderjarigen, en die volgens haar wel in aanmerking zijn gebracht voor het eenmalige bedrag, gaat niet op. Daarvoor is van belang dat de groep van gehuwde minderjarigen expliciet in de Toescheidingsovereenkomst wordt genoemd. Een minderjarige die in het huwelijk treedt geldt als meerderjarig. Een dergelijke bepaling is niet opgenomen voor een minderjarige die vader of moeder wordt. Eiseres verkeerde dus in een andere situatie dan een gehuwde minderjarige. Er is geen sprake van gelijke gevallen die ongelijk worden behandeld.
18. Eiseres heeft er ook op gewezen dat de aanvangsleeftijd voor het opbouwen van een AOW-pensioen destijds 15 jaar was. Dat bij de tegemoetkoming wordt uitgegaan van een minimumleeftijd van 18 jaar is onrechtvaardig en getuigt volgens eiseres van leeftijdsdiscriminatie.
19. Het betoog van eiseres komt erop neer dat sprake zou zijn van meten met twee maten. Dat volgt de rechtbank niet. De wetgever heeft erover nagedacht om te kiezen voor een regeling waarin binnen de AOW de nadelen voor Surinaamse Nederlanders zouden worden gecompenseerd. Voor een dergelijke regeling is echter niet gekozen en daartoe bestond ook geen juridische verplichting. Alleen al om die reden gaat het argument van eiseres niet op.
20. In de AOW wordt wel gewerkt met leeftijdsgrenzen. Daarin is de laatste tijd ook het een en ander gewijzigd. Omdat de pensioenleeftijd is verhoogd, is ook de startdatum van de opbouw verhoogd naar (momenteel) 17 jaar. Deze verhogingen zijn door de hoogste rechter in dit soort zaken, de Centrale Raad van Beroep, in zijn algemeenheid rechtens aanvaardbaar geacht, en niet discriminerend naar leeftijd omdat sprake is van rechtvaardigingsgronden. Die verhogingen werken ook door in de pensioenopbouw van eiseres.
21. In het geval van eiseres is de opbouw van een AOW-pensioen begonnen vanaf de datum waarop zij in Nederland is gaan wonen, dat wil zeggen in november 1973. De jaren tussen haar vijftiende verjaardag ( [geboortedatum] 1971) en november 1973 telden dus niet mee. Dat zou overigens ook het geval zijn geweest als zij altijd in Nederland zou hebben gewoond. Voor iedereen is de pensioenleeftijd verhoogd, met als gevolg een verschuiving van de aanvangsleeftijd. De opbouw begint dus op latere leeftijd en de verzekerde periode wordt opgeschoven tot aan de nieuwe pensioendatum. Van meten met twee maten is daar geen sprake. In het concrete geval van eiseres betreft de verschuiving grotendeels een tijdvak waarin zij niet verzekerd was voor de AOW terwijl zij juist door die verschuiving wel vrijwel de volledige periode van 50 jaar als verzekerde heeft kunnen volmaken en geen korting ondervindt op haar AOW. Zij is door de leeftijdswijziging dus juist niet benadeeld.

Conclusie en gevolgen

22. Op grond van wat hiervoor is overwogen komt de rechtbank tot het oordeel dat verweerder op goede gronden heeft geweigerd om aan eiseres het eenmalige bedrag toe te kennen. In wat eiseres heeft aangevoerd heeft verweerder geen aanleiding hoeven zien om van de leeftijdsvoorwaarde af te wijken. Er is ook geen sprake van discriminatie naar leeftijd of naar burgerlijke staat. Het beroep is daarom ongegrond.
23. Op de zitting heeft verweerder erkend dat het besluit beter uitgelegd had kunnen worden. Verweerder heeft toegezegd in voorkomende gevallen meer uitleg te geven, bijvoorbeeld op de website van verweerder. Omdat het bestreden besluit in dit geval eerst op de zitting van een afdoende motivering is voorzien, ziet de rechtbank aanleiding
om te bepalen dat verweerder het door eiseres betaalde griffierecht aan haar moet vergoeden.
Eiseres heeft geen gebruik gemaakt van professionele rechtsbijstand. Voor een proceskostenveroordeling is dan ook geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep ongegrond;
- bepaalt dat verweerder het door eiseres betaalde griffierecht van € 53,- aan haar vergoedt.
Deze uitspraak is gedaan door mr. H.J. Tijselink, in aanwezigheid van mr. J.A. Lammertink, griffier
.
De beslissing is in het openbaar uitgesproken op 23 oktober 2025.
griffier
rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Tegen deze uitspraak kan hoger beroep worden ingediend bij de Centrale Raad van Beroep binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. De indiener van het hoger beroep kan de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening te treffen.
Het indienen van een hogerberoepschrift kan digitaal via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl of door verzending per post aan de Centrale Raad van Beroep.

Voetnoten

1.Dit volgt uit de Toescheidingsovereenkomst inzake nationaliteiten tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Republiek Suriname, Paramaribo
2.Een pensioen op grond van de Algemene Ouderdomswet
3.Staatsblad 2023, 386, p. 8 en 9.
4.Zie de uitspraken van 22 en 26 mei 2025, ECLI:NL:RBAMS:2025:3558 en ECLI:NL:RBAMS:2025:3559.