ECLI:NL:RBAMS:2025:8177

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
16 oktober 2025
Publicatiedatum
31 oktober 2025
Zaaknummer
C/13/776958 / FA RK 25/7792
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 16 oktober 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 1999 in Bulgarije. De officier van justitie had op 13 oktober 2025 een verzoek ingediend tot verlenging van de crisismaatregel, die eerder was opgelegd. Tijdens de mondelinge behandeling, die plaatsvond in het gebouw van de zorgaanbieder, zijn verschillende betrokkenen gehoord, waaronder de advocaat van de betrokkene en een arts. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, waaronder ernstig lichamelijk letsel en psychische schade. De advocaat van de betrokkene pleitte voor afwijzing van het verzoek, maar de rechtbank oordeelde dat de betrokkene niet in staat is om vrijwillige zorg te accepteren en dat de situatie zo ernstig is dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht. De rechtbank verleende een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel voor een periode van drie weken, met specifieke vormen van verplichte zorg die noodzakelijk zijn om het dreigende nadeel af te wenden. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door rechter A. van Luijck, bijgestaan door griffier D.L. Overduin.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht Team Familie & Jeugd
zaaknummer / rekestnummer: C/13/776958 / FA RK 25/7792
kenmerk: VCM/IND/182490
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 16 oktober 2025van de rechtbank Amsterdam naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 1999 te [geboorteplaats] (Bulgarije),
wonende te [adres] ,
verblijvende te [verblijfplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. C.J. Nierop te Amsterdam,
zorgaanbieder: Arkin.

1.Procesverloop

Bij verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 13 oktober 2025, heeft de officier van justitie verzocht om verlenging van de op 13 oktober 2025 opgelegde crisismaatregel.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 16 oktober 2025 in het gebouw van de zorgaanbieder.
Ter zitting heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene, bijgestaan door een tolk in de Bulgaarse taal;
- de raadsman;
- mw. [naam] , arts.
Omdat de officier van justitie een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte, is hij niet bij de mondelinge behandeling verschenen.

2.Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in: ernstig lichamelijk letsel, ernstige psychische schade en ernstige materiële schade.
2.2.
Namens betrokkene bepleit de advocaat afwijzing van het verzoek omdat er geen sprake is van een onmiddellijk dreigend ernstig nadeel en de onderbouwing daarvan ook niet in het dossier zit. De advocaat stelt zich tevens op het standpunt dat er zorg op vrijwillige basis kan worden verleend. Betrokkene heeft niet geprobeerd weg te gaan van de afdeling en neemt zijn medicatie ook niet onder dwang.
Tijdens de mondelinge behandeling verklaart de arts dat betrokkene is opgenomen met een psychotisch toestandsbeeld. Tijdens de opname is hij verbaal agressief en dreigend geweest en heeft hij geen ziekte-inzicht getoond. Hij neemt anti psychotica en is momenteel inderdaad goed in de samenwerking op de afdeling. Bij de vorige opname was hetzelfde beeld, betrokkene werd opgenomen met een psychose, is behandeld en zou teruggaan naar Bulgarije. Hij is echter in Nederland gebleven en korte tijd na de vorige opname opnieuw psychotisch geworden. Het is belangrijk dat betrokkene een langere tijd de medicatie neemt. Betrokkene woont samen met zijn moeder en zusje van 12; als hij weer naar huis gaat is het ook voor hen belangrijk dat betrokkene de juiste zorg krijgt.
De rechtbank verwerpt de verweren van de raadsman. Er is sprake van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel. Uit het dossier volgt dat, voorafgaand aan de opname, de politie een aantal keer bij betrokkene thuis is geweest. Uit de opgemaakte mutaties kan worden afgeleid dat het niet goed ging met betrokkene en betrokkene agressief gedrag vertoonde. Voor zowel moeder, als het jonge meisje in huis, is het belangrijk dat betrokkene weer thuiskomt als hij stabiel is en het is ook belangrijk dat betrokkene stabiel blijft zodat het niet opnieuw uit de hand loopt. In het recente verleden is gebleken dat betrokkene na ontslag weer psychotisch is geworden. Dat moet zoveel mogelijk voorkomen worden. Het is daarom belangrijk dat betrokkene in ieder geval de komende drie weken nog zorg krijgt, zodat hij stabieler wordt en het dreigende ernstig nadeel wordt afgewend. De rechtbank heeft er, gelet op hetgeen de arts naar voren heeft gebracht, geen vertrouwen in dat betrokkene die zorg in vrijwillig kader zal accepteren. De samenwerking loopt nu goed, maar deze situatie is nog pril.
2.3.
Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de vorm van recidive psychotische decompensatie, meest waarschijnlijk geluxeerd en in stand gehouden door middelengebruik. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
2.4.
De rechtbank is van oordeel dat van de zorg die is genoemd in de crisismaatregel, de volgende vormen van zorg noodzakelijk zijn om het nadeel af te wenden:
  • toedienen van medicatie;
  • het verrichten van medische controles;
  • het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • beperken van de bewegingsvrijheid;
  • insluiten;
  • uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • onderzoek aan kleding of lichaam;
  • onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
  • controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
  • opnemen in een accommodatie.
Verplichte zorg in de vorm van ‘
toedienen van vocht en voeding’en ‘
beperken van het recht op ontvangen van bezoek’ wordt door de rechtbank afgewezen, nu de noodzaak daartoe tijdens de mondelinge behandeling niet is gebleken.
2.5.
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief
.Betrokkene verzet zich tegen deze zorg. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.6.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van [betrokkene] , geboren op [geboortedatum] 1999 te [geboorteplaats] (Bulgarije), voor zover het de in rechtsoverweging 2.4 genoemde vormen van verplichte zorg betreft;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 6 november 2025;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking is op 16 oktober 2025 mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door
mr. A. van Luijck, rechter, bijgestaan door D.L. Overduin als griffier en op 30 oktober 2025 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open
.