ECLI:NL:RBAMS:2025:8178

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
16 oktober 2025
Publicatiedatum
31 oktober 2025
Zaaknummer
C/13/777079 / FA RK 25/7859
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van een crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 16 oktober 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel voor een betrokkene, geboren in 2003. De officier van justitie had op 15 oktober 2025 een verzoek ingediend tot verlenging van de eerder opgelegde crisismaatregel, die was ingesteld vanwege een psychische stoornis bij de betrokkene, die zich uitte in hinderlijk gedrag en agressie. Tijdens de mondelinge behandeling op 16 oktober 2025 heeft de betrokkene aangegeven geen advocaat in de ruimte te willen, maar deze was beschikbaar op de gang. De rechtbank heeft de zaak voortgezet zonder de advocaat in de ruimte, waarbij de betrokkene de mogelijkheid had om de advocaat te raadplegen indien gewenst. De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake was van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene en dat de situatie zo ernstig was dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kon worden afgewacht. De rechtbank heeft vervolgens besloten dat verplichte zorg noodzakelijk was, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel is verleend voor een periode van drie weken, tot en met 6 november 2025. De beschikking is mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door rechter A. van Luijck, bijgestaan door griffier D.L. Overduin.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht Team Familie & Jeugd
zaaknummer / rekestnummer: C/13/777079 / FA RK 25/7859
kenmerk: VCM/IND/182782
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 16 oktober 2025van de rechtbank Amsterdam naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 2003 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] ,
verblijvende te [verblijfplaats] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. A.M. Neijzen te Amsterdam,
zorgaanbieder: Arkin.

1.Procesverloop

Bij verzoekschrift met bijlagen, ingekomen ter griffie op 15 oktober 2025, heeft de officier van justitie verzocht om verlenging van de op 15 oktober 2025 opgelegde crisismaatregel.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 16 oktober 2025 in het gebouw van de zorgaanbieder.
Ter zitting heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene;
- mw. [naam 1] , arts;
- [naam 2] , groepsbegeleider.
Betrokkene heeft aangegeven dat hij bij de mondelinge behandeling geen advocaat wil. Hij wil dat de advocaat de ruimte verlaat. De advocaat bevestigt dat betrokkene dit ook al tegen hem heeft gezegd. Desgevraagd zegt hij dat hij ook geen andere advocaat wil, dan deze advocaat, die door de rechtbank aan hem is toegevoegd. De rechtbank heeft besloten de mondelinge behandeling voort te zetten zonder de advocaat in de ruimte. De raadsvrouw heeft zich op de gang beschikbaar gehouden en de rechter heeft tegen betrokkene gezegd dat hij de advocaat op elk moment tijdens de zitting kan raadplegen, indien hij dat wenst.
Omdat de officier van justitie een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig achtte, is hij niet bij de mondelinge behandeling verschenen.

2.Beoordeling

2.1.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in: ernstig materiële schade, de situatie dat betrokkene met hinderlijk gedrag agressie van anderen oproept en de situatie dat de algemene veiligheid van personen of goederen in gevaar is.
Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de vorm van een psychotische ontregeling bij bekende schizofrenie, geluxeerd door cannabis gebruik. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
2.2.
De rechtbank is van oordeel dat van de zorg die is genoemd in de crisismaatregel, de volgende vormen van zorg noodzakelijk zijn om het nadeel af te wenden:
  • toedienen van vocht en voeding;
  • toedienen van medicatie;
  • het verrichten van medische controles;
  • het verrichten van andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • beperken van de bewegingsvrijheid;
  • insluiten;
  • uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • onderzoek aan kleding of lichaam;
  • onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
  • controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
  • opnemen in een accommodatie.
2.3.
De verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief
.Betrokkene verzet zich tegen deze zorg. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.4.
Betrokkene heeft aangevoerd dat hij wil en kan bepalen wanneer hij hulp nodig heeft en graag een psycholoog wil waar hij zich kan uiten. De arts heeft daarop naar voren gebracht dat het belangrijk is dat betrokkene doorgaat met het nemen van medicatie. Na de opname zal er een ambulant team komen die betrokkene kan helpen met bijvoorbeeld een psycholoog. Het is voor betrokkene belangrijk dat hij zijn verhaal kwijt kan.
2.5.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van [betrokkene] ,
geboren op [geboortedatum] 2003 te [geboorteplaats] , voor zover het de in rechtsoverweging 2.2 genoemde vormen van verplichte zorg betreft;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met uiterlijk 6 november 2025;
Deze beschikking is op 16 oktober 2025 mondeling gegeven en in het openbaar uitgesproken door
mr. A. van Luijck, rechter, bijgestaan door D.L. Overduin als griffier en op 16 oktober 2025 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open
.