4.3.1Inleidende opmerkingen
Bij de beoordeling van het bewijs staat voorop dat zedenzaken zich doorgaans kenmerken door het gegeven dat slechts twee personen aanwezig waren bij de ten laste gelegde seksuele handelingen: het vermeende slachtoffer en de vermeende dader. In de onderhavige zaken is dat ook het geval.
Op grond van het bepaalde in artikel 342, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering (Sv) kan het bewijs dat de verdachte het ten laste gelegde feit heeft begaan, door de rechtbank niet uitsluitend worden aangenomen op de verklaring van één getuige. Voor een bewezenverklaring dient sprake te zijn van steunbewijs, afkomstig van een andere bron dan het vermeende slachtoffer. In zedenzaken kan een geringe mate van steunbewijs in combinatie met een betrouwbare verklaring van het slachtoffer voldoende wettig bewijs opleveren. Daarbij kan bijvoorbeeld worden gedacht aan een getuige die een verklaring heeft afgelegd over de emotionele toestand die hij/zij heeft waargenomen bij een aangever kort na het feit. Het steunbewijs hoeft echter geen betrekking te hebben op alle onderdelen van de tenlastelegging. Het gaat erom dat de verklaring op specifieke punten steun vindt in ander bewijsmateriaal, zodat die verklaring ‘niet op zichzelf staat’, maar als het ware is ingebed in een concrete context die bevestiging vindt in een andere bron. Daar staat tegenover dat tussen de verklaring en het overige bewijsmateriaal een niet te ver verwijderd verband mag bestaan.
De rechtbank zal bij de bespreking van de feiten telkens eerst ingaan op de betrouwbaarheid van de verklaring van de betreffende aangever. Daarna zal de rechtbank zich uitlaten over de vraag of de verklaring van de betreffende aangever in voldoende mate kan worden ondersteund door andere bewijsmiddelen. Indien dit het geval is, zal de rechtbank vervolgens bespreken of het handelen van verdachte enig strafbaar feit oplevert aan de hand van de vraagstukken van afhankelijkheid en dwang.
4.3.2Het oordeel over de feiten 1 en 2
Deze feiten betreffen de verweten verkrachting (feit 1) en aanranding (feit 2) van [benadeelde partij 1] in de periode van 1 februari 2009 tot en met 9 januari 2012.
Op 2 februari 2022 heeft [benadeelde partij 1] een informatief gesprek gevoerd met de politie. Op 7 maart 2022 heeft hij aangifte gedaan tegen verdachte. De aangifte van [benadeelde partij 1] komt – kort gezegd – neer op het volgende. [benadeelde partij 1] heeft tennistrainingen gehad van verdachte sinds hij zeventien jaar was. Hij is begonnen bij [benadeelde partij 1] te trainen in oktober 2008. Dat was ook rond de periode dat [benadeelde partij 1] Nederlands kampioen onder de achttien jaar was geworden. Niet lang daarna begon [benadeelde partij 1] bij verdachte thuis te komen om te blijven eten en uiteindelijk ook te blijven slapen. [benadeelde partij 1] had problemen thuis, omdat hij van zijn vader alleen bezig mocht zijn met tennis en niet ook met bijvoorbeeld uitgaan. In januari 2009 besloot [benadeelde partij 1] om volledig bij verdachte en zijn toenmalige vrouw [vrouw verdachte] te gaan wonen. [benadeelde partij 1] keek op tegen verdachte, omdat hij op zeer hoog niveau tennis speelde en in de top100 van de wereld heeft gestaan. [benadeelde partij 1] had het idee dat verdachte als ex top 100 speler hem kon helpen om ook de top te bereiken. Na één of twee weken lag [benadeelde partij 1] al bij verdachte en zijn vrouw in bed. [benadeelde partij 1] was zijn tanden aan het poetsen en toen zei verdachte dat hij er gewoon bij mocht komen liggen. [benadeelde partij 1] dacht dat het er allemaal een beetje bij hoorde. [benadeelde partij 1] werd in die tijd verliefd op [vrouw verdachte] en zij kregen een relatie, waarbij zij ook seks met elkaar hadden. Verdachte vond dit goed. Verdachte en [vrouw verdachte] isoleerden [benadeelde partij 1] van de buitenwereld, zij zeiden bijvoorbeeld dat hij geen contact mocht hebben met een vriend, [naam vriend] . Ook mocht [benadeelde partij 1] geen vriendin hebben. Dat zou goed zijn voor zijn tennis, want dan zou hij geen afleiding hebben.
Het seksueel misbruik vond voor het eerst plaats in maart 2009, in een hotel in Luxemburg. [benadeelde partij 1] weet dat nog goed, omdat hij en verdachte toen naar een toernooi waren afgereisd. Ze hadden toen een kamer met één bed. Verdachte ging aan hem zitten. Verdachte heeft hem afgetrokken en ze hebben elkaar gepijpt. [benadeelde partij 1] was bang dat hij zijn tennis kwijt zou raken als hij er niet in meeging. Verdachte zei: “Dit nemen we mee in ons graf”’ en: “Dat gaan we niemand vertellen.” De seksuele handelingen vonden daarna nog zeker twintig of dertig keer plaats. Verdachte was altijd degene die daartoe het initiatief nam. Het gebeurde in het buitenland, in hotels. Dat was in onder meer Duitsland, Engeland en Turkije. Het is ook gebeurd in Benidorm, in het huis van de ouders van verdachte. Ook gebeurde het in de auto van verdachte. Dat was in het Amsterdamse Bos, ’s ochtends vroeg op weg naar de training. Verdachte heeft [benadeelde partij 1] ook gemasseerd en gestretcht in zijn tennisschool in Aalsmeer, waarbij hij dan aan het geslachtsdeel van [benadeelde partij 1] zat. Het seksueel misbruik heeft in totaal zeker twintig tot dertig keer plaatsgevonden. [vrouw verdachte] was hier niet van op de hoogte. Het is gestopt toen [benadeelde partij 1] 20 of 21 jaar was. Dat was bij de vader van [benadeelde partij 1] thuis, waar het misbruik toen ook plaatsvond. [benadeelde partij 1] moest huilen en zei tegen verdachte dat hij het niet meer kon. [benadeelde partij 1] heeft daarna nog tot 2018 bij verdachte en [vrouw verdachte] gewoond.
[benadeelde partij 1] heeft voor het eerst in de zomer van 2018 over het misbruik gesproken. Hij vertelde het tegen zijn vader. Daarna is er een gesprek geweest waar ook verdachte bij was. [benadeelde partij 1] heeft het er ook met zijn toenmalige vriendin [naam vriendin] over gehad. Uiteindelijk heeft hij ook met [vrouw verdachte] erover gesproken.
Verdachte heeft tijdens het proces de seksuele handelingen met [benadeelde partij 1] in eerste instantie steevast ontkend. Uiteindelijk heeft hij, eerst bij een psycholoog van Family Supporters en vervolgens tijdens de inhoudelijke behandeling van de strafzaak, bekend dat er seksuele handelingen hebben plaatsgevonden. Deze handelingen bestonden uit het elkaar zoenen, aftrekken en pijpen. Dit gebeurde echter altijd vrijwillig en het kwam van beide kanten. Het gebeurde in buitenlandse hotels en in de auto op weg naar trainingen.
Ten aanzien van de betrouwbaarheid van de verklaring van [benadeelde partij 1] overweegt de rechtbank het volgende. De eerste verklaring van [benadeelde partij 1] bij de politie is afgelegd op 2 februari 2022. Dit betreft het informatieve gesprek. De aangifte tegen verdachte heeft plaatsgevonden op 7 maart 2022. Beide verklaringen zijn afgelegd nadat [benadeelde partij 1] broer [benadeelde partij 2] aangifte heeft gedaan bij de politie. [benadeelde partij 1] is door de politie benaderd met de vraag of hij wilde komen praten, naar aanleiding van de aangifte van [benadeelde partij 2] , zo heeft [benadeelde partij 1] verklaard. Onder omstandigheden kan een dergelijke gang van zaken afbreuk doen aan de betrouwbaarheid en authenticiteit van de verklaring, omdat het risico bestaat dat een aangever door anderen (in dit geval de politie) kan zijn beïnvloed. Hoewel in dergelijke situaties behoedzaam met die verklaringen dient te worden omgegaan, stelt de rechtbank ook vast dat – in het geval van [benadeelde partij 1] – het vermeende seksueel misbruik door verdachte niet eerst bij de politie ter sprake is gekomen. Uit onder meer de verklaring van vader [naam vader benadeelde partijen] (hierna: vader [naam vader benadeelde partijen] ) blijkt dat [benadeelde partij 1] al veel eerder dan het moment van aangifte van [benadeelde partij 2] over het misbruik heeft gesproken. Zijn vader heeft wisselend verklaard over het moment dat hij op de hoogte is geraakt van het misbruik, in die zin dat hij bij de politie heeft verklaard dat hij er in 2018 van op de hoogte raakte terwijl hij bij de rechter-commissaris heeft verklaard dat [benadeelde partij 1] het hem al in 2015 vertelde. Of het nu echter in 2015 of 2018 was, het is in elk geval ver voordat [benadeelde partij 2] aangifte had gedaan. Bovendien heeft de ex-vrouw van verdachte een in 2018 opgenomen gesprek aan de politie overhandigd, waarin zij hem confronteert met de seksuele handelingen en waarin verdachte dit ook bekent.
De rechtbank acht de verklaring van [benadeelde partij 1] gedetailleerd, consistent en betrouwbaar. Zij gaat in beginsel dan ook uit van de inhoud van deze verklaring. Verdachte heeft de verklaring op bepaalde punten betwist, bijvoorbeeld door te stellen dat [benadeelde partij 1] gewoon bij zijn ouders langs mocht gaan, of door te stellen dat hij met [benadeelde partij 1] niet in een hotel in Luxemburg heeft geslapen en dat ze op dezelfde dag weer weg zijn gegaan. Die stellingen heeft de verdediging niet verder onderbouwd. Bovendien kan de verklaring van verdachte op sommige punten worden weerlegd door andere verklaringen, bijvoorbeeld door die van vader [naam vader benadeelde partijen] die heeft verklaard dat [benadeelde partij 1] van verdachte een periode niet bij hem langs mocht komen.
De verklaring van [benadeelde partij 1] vindt steun in de verklaring van verdachte, voor zover het betreft de seksuele handelingen die verdachte en [benadeelde partij 1] bij elkaar hebben verricht. Steun voor de onvrijwilligheid van de seksuele handelingen kan worden gevonden in de verklaring van vader [naam vader benadeelde partijen] . Hij heeft verklaard over waargenomen emoties bij [benadeelde partij 1] , namelijk dat hij huilde toen hij aan zijn vader vertelde dat er seksuele handelingen tussen hem en verdachte hebben plaatsgevonden en dat die seksuele handelingen tegen zijn zin waren.
Een ander bewijsmiddel die de verklaring van [benadeelde partij 1] ondersteunt, is de verklaring van [naam vriend] . [naam vriend] heeft verklaard dat hij en [benadeelde partij 1] geen contact meer mochten hebben. Volgens [naam vriend] heeft hij dit niet enkel van [benadeelde partij 1] gehoord, maar heeft verdachte dit [naam vriend] zelf ook verteld. [naam vriend] heeft verder verklaard dat hij een paar jaar [benadeelde partij 1] niet heeft gezien en zij elkaar weer zagen toen [benadeelde partij 1] net een week bij [verdachte] uit huis was.
Ook de verklaring van de toenmalige vriendin van [benadeelde partij 1] , [naam vriendin] , acht de rechtbank bruikbaar voor het steunbewijs. [naam vriendin] heeft verklaard dat [benadeelde partij 1] aan haar heeft verteld dat hij seksueel is misbruikt door verdachte. [benadeelde partij 1] vertelde dit met een trillende stem en hij was helemaal hard aan het ademen en aan het hijgen, alsof hij een soort paniekaanval kreeg.
De rechtbank is alles afwegende van oordeel dat sprake is van seksuele handelingen tussen verdachte en [benadeelde partij 1] die tegen de wil van [benadeelde partij 1] waren.
Enkel het voorgaande brengt nog niet zonder meer met zich dat verdachte [benadeelde partij 1] heeft gedwongen de seksuele handelingen te ondergaan en dat daarmee sprake is van verkrachting en/of aanranding van [benadeelde partij 1] . De rechtbank zal hierna ingaan op de vraag of daar sprake van is.
De rechtbank stelt voorop dat – ook in de visie van de officier van justitie – de seksuele handelingen niet hebben plaatsgevonden door geweld of bedreiging daarmee. Verdachte zal van dat onderdeel van de tenlastelegging worden vrijgesproken.
Van de strafbare feiten verkrachting en/of aanranding kan echter ook sprake zijn wanneer het slachtoffer door de verdachte tot seksuele handelingen wordt gedwongen door een of meer feitelijkheden of bedreiging daarmee. Om te bepalen of daar sprake van is, geldt onder meer het volgende.
Van door een feitelijkheid dwingen tot het ondergaan van handelingen die bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam als bedoeld in artikel 242 Sr kan slechts sprake zijn, indien de verdachte opzettelijk een zodanige psychische druk heeft uitgeoefend of het slachtoffer in een zodanige afhankelijkheidssituatie heeft gebracht dat het slachtoffer zich daardoor naar redelijke verwachting niet tegen die handelingen heeft kunnen verzetten, of dat de verdachte het slachtoffer heeft gebracht in een zodanige door hem veroorzaakte (bedreigende) situatie dat het slachtoffer zich naar redelijke verwachting niet aan die handelingen heeft kunnen onttrekken. Of zulk een dwang zich heeft voorgedaan, laat zich niet in het algemeen beantwoorden, maar hangt af van de concrete omstandigheden van het geval. Het voorgaande is naar het oordeel van de rechtbank ook van toepassing op ontuchtige handelingen die niet bestaan uit het seksueel binnendringen van het lichaam.
Voor de rechtbank zijn de hierna te noemen omstandigheden van belang.
- Verdachte was de trainer en coach van [benadeelde partij 1] in de tennissport.
- Verdachte heeft in het verleden op topniveau de tennissport beoefend en behoorde op enig moment tot de top100 van de wereld. Hij had daarom aanzien binnen de tenniswereld. [benadeelde partij 1] , die onder meer Nederlands kampioen tennis onder de achttien was geworden, keek erg tegen verdachte op en had het gevoel dat verdachte hem als trainer en coach veel kon leren, zodat [benadeelde partij 1] zijn droom om toptennisser te worden kon verwezenlijken.
- In de periode van de ten laste gelegde feiten 1 en 2 woonde [benadeelde partij 1] bij verdachte, omdat hij het gevoel had dat dit zijn tenniscarrière ten goede zou komen.
- [benadeelde partij 1] was financieel afhankelijk van verdachte, omdat verdachte de kosten (mee-) betaalde die de ouders van [benadeelde partij 1] niet zelf konden betalen. Dit waren onder meer de trainingen die verdachte hem gaf en kosten van levensonderhoud. De eerste twee weken betaalde de vader van [benadeelde partij 1] hiervoor, maar later lukte dit niet meer.
- [benadeelde partij 1] mocht minder of helemaal geen contact hebben met personen met wie hij in die tijd omging, zoals [naam vriend] . Ook mocht hij geen relatie hebben met een meisje en mocht hij niet bij zijn ouders langsgaan.
- [benadeelde partij 1] kreeg al vrij snel nadat hij bij verdachte kwam wonen een langdurige verhouding met de voormalige vrouw van verdachte, waar verdachte ook van op de hoogte was.
- De eerste keer dat de seksuele handelingen plaatsvonden, zei verdachte tegen [benadeelde partij 1] dat ze dit mee zouden nemen in hun graf en dat ze dit niemand zouden vertellen.
- Er was sprake van een groot leeftijdsverschil tussen verdachte en [benadeelde partij 1] , namelijk van zestien jaar, en [benadeelde partij 1] was aan het begin van het seksueel misbruik nog minderjarig.
De raadsman heeft betoogd dat al deze individuele omstandigheden, voor zover daar al sprake van zou zijn, niet voldoende zijn om dwang aan te nemen. De rechtbank verwerpt dit verweer en is van oordeel dat alle bovengenoemde omstandigheden in onderlinge samenhang bezien, een situatie hebben opgeleverd waarin verdachte [benadeelde partij 1] heeft gedwongen tot het plegen en ondergaan van seksuele handelingen. [benadeelde partij 1] had het gevoel dat hij geen nee kon zeggen en ook niet met anderen over de seksuele handelingen kon spreken, omdat dit grote gevolgen zou hebben voor het verdere verloop van zijn tenniscarrière waarbij een einde van deze carrière niet kon worden uitgesloten, mede door de hoge kosten die hij en zijn familie niet zelfstandig konden opbrengen. Daarmee zou hij zijn droom om toptennisser te worden mogelijk moeten opgeven. Hij zou ook zijn woonruimte kunnen verliezen, terwijl hij zich geïsoleerd voelde van de buitenwereld. Het zou daarnaast kunnen betekenen dat hij zijn verhouding met de toenmalige vrouw van verdachte moest beëindigen. Gelet op al het bovenstaande is de rechtbank van oordeel dat sprake was van een afhankelijkheidssituatie en dat [benadeelde partij 1] zich niet redelijkerwijs aan de seksuele avances van verdachte kon onttrekken. Naar het oordeel van de rechtbank is voor de bewezenverklaring van verkrachting en aanranding niet vereist dat verdachte de hierboven geschetste situatie zelf heeft gecreëerd met het oogmerk om [benadeelde partij 1] seksueel te misbruiken. Het feit dat de situatie bestond en dat verdachte daarvan opzettelijk gebruik heeft gemaakt om ervoor te zorgen dat [benadeelde partij 1] geen weerstand zou bieden aan de seksuele avances van verdachte, volstaat.
De rechtbank is alles afwegende van oordeel dat verdachte door feitelijkheden [benadeelde partij 1] heeft gedwongen tot de in de tenlastelegging genoemde seksuele handelingen. Daarmee acht zij de ten laste gelegde verkrachting (feit 1) en aanranding (feit 2) van [benadeelde partij 1] wettig en overtuigend bewezen.
4.3.3Het oordeel over feit 3
Dit feit ziet op door verdachte gepleegde ontuchtige handelingen ten aanzien van [benadeelde partij 2] .
Op 25 november 2021 heeft een informatief gesprek plaatsgevonden met [benadeelde partij 2] , geboren op [geboortedatum] . Op 7 december 2021 heeft hij aangifte gedaan. Zijn verklaring houdt onder meer het volgende in. Verdachte was de tenniscoach/trainer van [benadeelde partij 2] . Daarnaast heeft hij [benadeelde partij 2] geholpen met sponsoren. Verdachte heeft zich onder meer positief uitgelaten over de kwaliteiten en tennispotentie van [benadeelde partij 2] en een goed woordje voor [benadeelde partij 2] gedaan bij mensen die in het vastgoed zaten en ook bij verdachte tennistrainer volg(d)en. Mede daaruit is een sponsorcontract gekomen. Op het sponsorcontract zelf had verdachte feitelijk geen invloed. Door de sponsorgelden kon [benadeelde partij 2] reizen naar toernooien, maar ook zijn huis, eten en kleding werden hiermee bekostigd.
De eerste keer dat er iets op seksueel gebied gebeurde tussen verdachte en [benadeelde partij 2] , was toen verdachte in een I-message vroeg om een foto van het geslachtsdeel van [benadeelde partij 2] . Er is door [benadeelde partij 2] toen een foto van zijn stijve geslachtsdeel gestuurd, die hij daarna meteen weer moest verwijderen van verdachte. [benadeelde partij 2] denkt dat hij veertien jaar was toen dit gebeurde. Later, toen hij vijftien en zestien jaar was, werd regelmatig zijn schaamhaar door verdachte geschoren. Dat gebeurde veelal in de gym op de tennisclub in Hoofddorp. Het scheren vond plaats op momenten dat er verder niemand was. [benadeelde partij 2] moest dan op zijn rug op een matje in de fitnessruimte gaan liggen. Verdachte gebruikte een tondeuse om te scheren. [benadeelde partij 2] kreeg dan elke keer een erectie en verdachte vroeg aan hem of dat door hem kwam en of hij die vaker kreeg. Verdachte pakte daarbij ook het geslachtsdeel van [benadeelde partij 2] vast. Verdachte deed alsof het allemaal normaal was. [benadeelde partij 2] wist niet hoe hij erop moest reageren, maar hij vroeg zich wel af of het normaal was en probeerde het weg te drukken. Er zijn ook incidenten geweest in het buitenland, op hotelkamers in Nottingham (Engeland) en Hamburg (Duitsland). [benadeelde partij 2] verklaart over een incident in de week dat hij zestien jaar werd. Dat was in 2018 in Nottingham. Verdachte had gezegd dat [benadeelde partij 2] bij hem op de kamer moest slapen. Op de hotelkamer kwam [benadeelde partij 2] uit de douche en moest hij van verdachte op het bed gaan liggen. Verdachte ging hem stretchen over zijn hele lichaam, waaronder zijn liezen, heupen, billen en hamstrings. De dag erna had verdachte in de avond veel gedronken. Eenmaal terug op de hotelkamer moest [benadeelde partij 2] bij verdachte in bed gaan liggen. [benadeelde partij 2] wilde dit niet en heeft tegengestribbeld, waarop verdachte zei dat het op deze manier niet werkte tussen [benadeelde partij 2] als speler en verdachte als coach. [benadeelde partij 2] is toen in bed bij verdachte gaan liggen. Verdachte ging over hem heen liggen en ging aan zijn lijf zitten. Hij heeft toen zijn hand in de onderbroek van [benadeelde partij 2] gedaan en hem afgetrokken. Dat duurde niet lang, omdat [benadeelde partij 2] de hand van verdachte uit zijn onderbroek haalde. [benadeelde partij 2] was geschrokken en vond het niet normaal. Er is daarna niets meer gebeurd. Er is nooit over de seksuele handelingen gesproken. [benadeelde partij 2] heeft als eerste, begin juni 2021, [goede vriend verdachte] over het misbruik verteld. Dit is een goede vriend van verdachte, maar ook iemand met wie [benadeelde partij 2] alles kon bespreken. Vervolgens heeft hij op 10 juni 2021 verdachte geconfronteerd met het misbruik. Dat gesprek is door [benadeelde partij 2] opgenomen en onderdeel van het dossier.
Verdachte heeft verklaard dat er niets seksueels tussen hem en [benadeelde partij 2] heeft plaatsgevonden. [benadeelde partij 2] is wel één keer in zijn boxershort uit de badkamer gekomen en heeft verdachte toen gevraagd hoe hij zich van onderen moest scheren. Verdachte heeft dat ongeveer tien seconden voorgedaan, maar daarbij heeft hij [benadeelde partij 2] niet aangeraakt.
De rechtbank acht de verklaring van [benadeelde partij 2] gedetailleerd, consistent en betrouwbaar. De rechtbank wordt in deze opvatting gesterkt door de context waarin de aangifte is gedaan. [benadeelde partij 2] had op het moment van het doen van aangifte een sponsorcontract waar verdachte weliswaar niet direct invloed op had, maar dat wel mede via verdachte tot stand is gekomen. De investeerders betroffen immers personen die in het vastgoed zaten en tennisles kregen van verdachte op zijn tennisschool. De rechtbank volgt [benadeelde partij 2] dat hij in elk geval veel te verliezen had wanneer hij aangifte zou doen. Dat hij desondanks deze stap heeft gezet, is een omstandigheid die naar het oordeel van de rechtbank zijn betrouwbaarheid vergroot.
De verklaring van [benadeelde partij 2] wordt ondersteund door het proces-verbaal waarin de politie de door [benadeelde partij 2] overhandigde geluidsopname uitluistert en verbaliseert. Naar het oordeel van de rechtbank blijkt uit deze geluidsopname dat verdachte in eerste instantie de feiten volledig lijkt te ontkennen, maar vervolgens steeds meer laat blijken dat er wel degelijk bepaalde handelingen hebben plaatsgevonden. Zo zegt [benadeelde partij 2] dat verdachte hem heeft geschoren en antwoordt verdachte dat hij [benadeelde partij 2] niet heeft geschoren in de gym. Hij heeft hem één keer geschoren, maar dat was niet in de gym. Verdachte bekent ook dat [benadeelde partij 2] bij hem in bed heeft gelegen, dat hij het niet ontkent en dat hij er heel veel spijt van heeft. De rechtbank is van oordeel dat de uitingen van verdachte in dit gesprek de verklaring van [benadeelde partij 2] ondersteunen.
Gelet op het voorgaande gaat de rechtbank uit van de aangifte van [benadeelde partij 2] voor wat betreft de feitelijke toedracht. De rechtbank is van oordeel dat de door verdachte gepleegde handelingen kunnen worden gekwalificeerd als ontuchtige handelingen. [benadeelde partij 2] was tussen de 14 en 16 jaar oud ten tijde van de gepleegde handelingen en de rechtbank is daarnaast van oordeel dat hij toen aan de opleiding van verdachte was toevertrouwd. Uit het dossier blijkt dat verdachte de tennistrainer en coach van [benadeelde partij 2] was en dat zij een intensieve samenwerking hadden, waarbij zij samen buitenlandse toernooien bezochten. De rol van verdachte was kennelijk om [benadeelde partij 2] te trainen om beter te worden in de tennissport en hem aldus op te leiden tot toptennisser. Dit maakt dat de rechtbank het onder feit 3 ten laste gelegde wettig en overtuigend bewezen acht, in die zin dat sprake is van ontucht plegen met een minderjarige die aan de opleiding van verdachte was toevertrouwd.