Op 7 november 2025 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin verzoeker, die is opgenomen in de integrale Persoonsgerichte Aanpak Radicalisering (iPGA-R) door de burgemeester van Amsterdam, een verzoek om voorlopige voorziening heeft ingediend. Verzoeker is het niet eens met zijn opname en heeft bezwaar gemaakt. Hij verzoekt om schorsing van het besluit totdat de burgemeester op het bezwaar heeft beslist. De voorzieningenrechter beoordeelt of er sprake is van spoedeisend belang en of het besluit evident onrechtmatig is. In deze zaak heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat de opname van verzoeker in de iPGA-R niet evident onrechtmatig is en dat de gevolgen voor verzoeker niet zó zwaar wegen dat het bestreden besluit moet worden geschorst. De voorzieningenrechter wijst het verzoek om voorlopige voorziening af, waarbij hij aangeeft dat de burgemeester eerst tot een volledige heroverweging van het besluit moet komen. De uitspraak heeft een voorlopig karakter en bindt de rechtbank in een eventueel bodemgeding niet.