ECLI:NL:RBAMS:2025:8487

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
31 oktober 2025
Publicatiedatum
10 november 2025
Zaaknummer
11151797 CV 24-6962
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verstek
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afsluiting van gas en elektriciteit door netbeheerder Liander N.V. en de verplichtingen van de netbeheerder onder de Regeling afsluitbeleid voor kleingebruikers

In deze zaak heeft Liander N.V., een netbeheerder, een vordering ingesteld tegen een gedaagde die op het verbruiksadres geen energieleverancier had. De vordering betreft de rechtmatigheid van de afsluiting van gas en elektriciteit op basis van de Regeling afsluitbeleid voor kleingebruikers. De rechtbank heeft vastgesteld dat Liander voldoende stappen heeft ondernomen om de gedaagde te informeren over de afsluiting en de mogelijkheden voor hulp bij betalingsproblemen. De gedaagde is niet verschenen in de procedure, waardoor verstek is verleend. De rechtbank heeft geoordeeld dat Liander gerechtigd is om de aansluitingen op het verbruiksadres te onderbreken, omdat er geen energieleverancier bekend was en de gedaagde niet had voldaan aan de verplichtingen uit de Regeling. De rechtbank heeft de gedaagde ook veroordeeld tot betaling van de netbeheerkosten en afsluitkosten, evenals de kosten van het geding. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van netbeheerders en de bescherming van kleinverbruikers tegen afsluitingen tijdens betalingsproblemen.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 11151797 CV EXPL 24-6962
vonnis van: 31 oktober 2025
fno.: 515

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

de naamloze vennootschap LIANDER N.V.,

gevestigd te Arnhem,
eiseres,
nader te noemen: Liander,
gemachtigde: mr. T.H.G. Kok,
t e g e n

1. [gedaagde] ,

wonende te [woonplaats] ,
nader te noemen: [gedaagde] ,
2.
degene die verblijft in de woning aan de [adres] ,
gedaagden,
niet verschenen.

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

- de dagvaarding van 31 mei 2024, met producties;
- de rolmededeling van 19 juni 2025;
- dagbepaling mondelinge behandeling.
Tegen gedaagden is, nu zij behoorlijk zijn opgeroepen maar niet zijn verschenen, verstek verleend.
Op verzoek van Liander is een mondelinge behandeling bepaald. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 4 september 2025. Voor Liander is verschenen [naam] , vergezeld door de gemachtigde en mr. J.E. Janssen. Liander heeft aan de hand van een overgelegde pleitnota haar stellingen nader toegelicht en vragen van de kantonrechter beantwoord.
Ten slotte is vonnis gevraagd en is een datum voor vonnis bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten

1. Als gesteld en niet weersproken staat het volgende vast:
1.1.
Liander is een netbeheerder in de zin van artikel 10 lid 9 van de Elektriciteitswet en artikel 2 lid 8 van de Gaswet en beheert in die hoedanigheid het openbare regionale elektriciteits- en gastransportnet in onder meer [plaats] .
1.2.
Blijkens een uittreksel uit de basisregistratie personen (BRP) is [gedaagde] ingeschreven op het adres [adres] , hierna ook het verbruiksadres.
1.3.
Op 19 maart 2023 was op het verbruiksadres geen energieleverancier bekend.
1.4.
Bij brief van 19 maart 2023 heeft Liander aan [gedaagde] bericht dat zij van Energiedirect BV bericht hadden gekregen dat zij het energiecontract voor gas en stroom per 17 maart 2023 beëindigen. In de brief wordt melding gemaakt dat Liander genoodzaakt is om gas en stroom af te sluiten. In de brief wordt voorts vermeld:

Sluit met spoed een contract af bij een energieleverancier
(…)
Heeft u problemen met het betalen van de energierekening?
Neem dan ook contact op met uw energieleverancier en bespreek de mogelijkheden rondom een betalingsregeling. Wilt u meer informatie over financiële hulpverlening en alle mogelijkheden hierin? Dan kunt u kijken bij de veelgestelde vragen op [internetsite] .”
1.5.
Bij brief van 29 maart 2023 heeft Liander aan [gedaagde] bericht, voor zover hier van belang:

Wij kregen het bericht dat uw energieleverancier het contract voor gas en stroom met u heeft opgezegd. U betaalt op dit moment niet voor gas en stroom.
Let op! Dit is de laatste herinnering.
Wij komen u op korte termijn afsluiten van gas en stroom. Wilt u afsluiting voorkomen? Zorg dan dat u zo snel mogelijk een nieuw contract sluit bij een energieleverancier.
(..)
Heeft u problemen met het betalen van de energierekening?
Neem dan ook contact op met uw energieleverancier en bespreek de mogelijkheden rondom een betalingsregeling. Wilt u meer informatie over financiële hulpverlening en alle mogelijkheden hierin? Dan kunt u kijken bij veelgestelde vragen op [internetsite] .
1.6.
Op 11 april 2023 heeft [gedaagde] telefonisch contact gehad met een medewerker van het Klant Contact Centrum van Liander.
1.7.
Op 19 juli 2023 heeft Liander een brief aan de bewoners van het verbruiksadres verzonden. In de brief wordt vermeld, voor zover hier van belang:
Zit u in de schuldhulpverlening/schuldsanering?
Wij treffen graag een regeling met uw schuldhulpverlener/bewindvoerder. (..)”
1.8.
Bij brieven van 4 augustus 2023, 15 augustus 2023 en 29 augustus 2023 heeft de deurwaarder de bewoners op het verbruiksadres aangeschreven.
1.9.
Op 29 december 2023 heeft [gedaagde] aan de deurwaarder meegedeeld een bevestiging van een nieuw afgesloten energieleveringsovereenkomst toe te sturen.
1.10.
Op het verbruiksadres is over de periode 16 maart 2023 tot 22 augustus 2025 850 kubieke meter gas en 1.461 kWh aan elektriciteit verbruikt.
1.11.
Op 25 augustus 2025 was op het verbruiksadres nog steeds geen leverancier voor gas of elektriciteit bekend.

Vordering

2. Liander vordert een verklaring voor recht dat zij gerechtigd is om de aansluitingen op het verbruiksadres te onderbreken door het verrichten van de daarvoor noodzakelijke werkzaamheden en vervolgens onderbroken te houden. Daarnaast vordert zij [gedaagde] te veroordelen om de voor de onderbreking noodzakelijke werkzaamheden te gedogen en het verbruiksadres te ontruimen voor de duur van de werkzaamheden, welke ontruiming wordt beperkt tot de ruimtes die betreden moeten worden om toegang tot de meter en de aansluitingen te verkrijgen. Ook vordert Liander om te gedogen dat zij de meters demonteert en inneemt indien zij dat noodzakelijk acht. Ten slotte vordert Liander veroordeling van [gedaagde] tot betaling van de netbeheerkosten in de periode vanaf 17 maart 2023 tot aan de dag van afsluiting van de aansluiting en de eenmalige kosten voor de afsluiting, tot aan de dag van de dagvaarding begroot € 1.463,90, vermeerderd met de wettelijke rente, alles vermeerderd met de kosten van dit geding.
3. Ter toelichting stelt Liander het volgende. Op basis van de Regeling afsluitbeleid voor kleingebruikers van elektriciteit en gas, hierna de Regeling, en de daaruit voorvloeiende regels voor het afsluiten van kleinverbruikers moet een netbeheerder als Liander een aansluiting deactiveren bij het ontbreken van een leverancier. Zonder afsluiting levert de netbeheerder noodgedwongen zelf elektriciteit en/of gas en dat is een door de wetgever verboden inbreuk op het marktmodel. Daarnaast zorgt deze ongewenste levering voor netverliezen bij de netbeheerder, waardoor kleinverbruikers met een energiecontract moeten meebetalen aan het profiteren van degenen die geen leveringsovereenkomst willen afsluiten. De leverancier kan de levering van energie wegens wanbetaling alleen beëindigen als een aantal stappen zijn doorlopen en de leverancier moet voldoen aan de Regeling. Voor Liander als netbeheerder gelden deze waarborgen niet. Liander heeft als netbeheerder ook geen zicht op de reden van de beëindiging van de levering en heeft niet de beschikking over de persoon- en contactgegevens van de bewoners. Het is geen wettelijke taak van de netbeheerder om die stappen te doorlopen. Liander heeft zich bovendien voldoende ingespannen om met de bewoners van het verbruiksadres in contact te komen teneinde afsluiting te voorkomen. Liander wijst hierbij op de eigen brieven en de activiteiten van de deurwaarder, waaronder de brieven en het huisbezoek dat altijd nog wordt uitgevoerd, zoals ter terechtzitting namens Liander is toegelicht.

Beoordeling

4. Met Liander wordt vastgesteld dat de Regeling afsluitbeleid voor de kleinverbruikers van elektriciteit en gas zoals die geldt vanaf 1 april 2023 in artikel 1a bepaalt dat de netbeheerder het transport van gas en elektriciteit beëindigt als op de aansluiting van de kleinverbruikers geen leverancier (vergunningshouder) bekend is. Een dergelijke omstandigheid doet zich hier voor, zodat in beginsel de vordering van Liander voor toewijzing vatbaar is.
5. Tot uitgangspunt geldt echter het volgende. In oktober 2022 is met een tijdelijke wijziging het afsluitbeleid aangescherpt om kleinverbruikers van energie tijdens de winterperiode beter te beschermen tegen afsluiting bij betalingsproblemen. Deze aanscherping heeft in het vierde kwartaal van 2022 geleid tot een daling van het aantal afsluitingen met 68% ten opzichte van een kwartaal eerder. Om deze reden is ook na 1 april 2023 de regeling voortgezet, zodat kleinverbruikers van energie bij betalingsproblemen structureel beter worden beschermd tegen afsluiting. De Regeling heeft aan de leverancier in geval van een afsluiting wegens wanbetaling een aantal extra verplichtingen opgelegd. Deze verplichtingen bieden waarborgen die zijn bedoeld om te zorgen dat gebruikers die moeite hebben met de betaling van de energierekening extra hulp aangeboden krijgen, zodat afsluiting kan worden voorkomen. Weliswaar zijn deze wettelijke waarborgen in de Regeling niet direct op de netbeheerder van toepassing verklaard, maar dat brengt nog niet mee dat de netbeheerder in geval hij in rechte afsluiting wil afdwingen, niet moet toelichten dat is voldaan aan het doel en de strekking van de Regeling. De enkele mededeling dat uitsluitend de energieleveranciers de verplichting uit de Regeling hebben en deze door de ACM worden gecontroleerd, biedt in het individuele geval onvoldoende zekerheid dat aan gedaagde partij de waarborgen die uit de Regeling voortvloeien ook daadwerkelijk zijn gegeven. Voordat aan Liander de bevoegdheid wordt gegeven om tot afsluiting over te gaan, hetgeen een verregaande bevoegdheid is en mogelijk inbreuk maakt op het woonrecht en de bewoner essentiële diensten ontneemt, dient daarover in het individuele geval afdoende zekerheid te bestaan en kan niet volstaan worden met algemene aannames.
6. Indien door Liander in de dagvaarding wordt gesteld en afdoende onderbouwd dat de leverancier zijn verplichting uit hoofde van de Regeling afsluitbeleid bij de betreffende kleinverbruiker volledig is nagekomen, is daarmee afdoende toelichting gegeven. Indien echter wordt gesteld dat sprake is van een verhuizing waarbij de nieuwe bewoner bij aanvang van de bewoning geen energieleverancier heeft gekozen voor het nieuwe verbruiksadres en dus geen sprake lijkt te zijn van betalingsproblemen, behoeft in beginsel uitleg over de verplichtingen uit de Regeling geen nadere toelichting.
7. Een stellingname als hiervoor overwogen is door Liander in de dagvaarding niet gegeven. Uit de overgelegde stukken en de toelichting ter terechtzitting is echter wel gebleken dat Liander in het voortraject meerdere brieven aan [gedaagde] heeft gestuurd waarin [gedaagde] wordt gewezen op de mogelijkheid om in geval van financiële problemen hulp te zoeken bij daarvoor aangewezen hulpverlening. Voorts wordt in de stukken verwezen naar de in [plaats] lopende regeling tussen Liander en de [gemeente] waarbij Liander in geval van afsluiting melding maakt aan de gemeente zodat de gemeentelijke schuldhulpverleners nog tijdig hulp kunnen bieden. Daarbij is tijdens de mondelinge behandeling namens Liander verklaard dat er ook altijd nog langs gegaan wordt bij het afsluitadres om in direct contact te komen met de bewoners en dit ook in het geval van [gedaagde] is gedaan, maar dat dit niets heeft opgeleverd. Ten slotte blijkt uit de toelichting dat [gedaagde] contact heeft gehad met de deurwaarder en heeft verklaard dat hij een contract zou hebben afgesloten, waaruit ook is af te leiden dat geen sprake is van betalingsproblemen waarop de Regeling ziet. Aldus heeft Liander afdoende aangetoond dat aan doel en strekking van de Regeling is voldaan zodat deze niet aan toewijzing van de afsluiting in de weg staan.
8. Hetgeen hiervoor is overwogen leidt ertoe dat Liander gerechtigd is om tot afsluiting over te gaan, nu als onbestreden vaststaat dat [gedaagde] op 25 augustus 2025 nog steeds geen leverancier voor gas en elektriciteit op het verbruiksadres had. De verklaring voor recht is toewijsbaar, alsook de veroordeling de werkzaamheden die daarmee verband houden te gedogen en de ontruiming als gevorderd.
9. Met betrekking tot de schadevergoeding geldt het volgende. In de berekening zijn de netbeheerkosten opgenomen tot 17 mei 2024, berekend op een bedrag van € 708,59, welke kosten niet ongegrond of onrechtmatig voorkomen. De kosten van na 17 mei 2024 zijn door Liander in deze procedure niet gevorderd, zodat hierover in dit geding geen beslissing wordt genomen.
10. Voor zover in het totaal gevorderde schadebedrag van € 1.463,90 de afsluitkosten zijn opgenomen geldt het volgende. Op basis van de zich bij de stukken bevindende berekening en onderbouwing in combinatie met de door Liander ter terechtzitting gegeven toelichting dat de afsluittarieven door de ACM zijn beoordeeld, zijn de door Liander gevorderde afsluitkosten in 2024 van € 247,20 voor de afsluitingskosten van de gasaansluiting en € 258,11 aan kosten voor de elektriciteitsaansluiting kleinverbruik 2024 toewijsbaar. Weliswaar is het inmiddels 2025, maar Liander heeft geen vermeerdering van eis tot aanpassing van die kosten tot het niveau van 2025 ingediend, zodat de tarieven over 2024 worden toegewezen. Voor zover in eerdere uitspraken van deze rechtbank een bedrag van € 70,00 aan afsluitkosten redelijk werd geacht, wordt deze schatting, gelet op in deze zaak door Liander gegeven toelichting, niet gevolgd.
11. De gevorderde buitengerechtelijke kosten komen, gelet op de door de deurwaarder beschreven werkzaamheden, niet ongegrond of onrechtmatig voor en zijn toewijsbaar, met dien verstande dat deze worden berekend op basis van de verschuldigde hoofdsom van € 1.213,90 als na te melden worden vastgesteld.
12. Dat er naast [gedaagde] nog een andere bewoner op het verbruiksadres woonachtig is tegen wie Liander belang heeft bij een veroordeling, is gesteld noch gebleken, zodat de vorderingen als na te melden worden toegewezen.
13. Bij deze uitkomst wordt [gedaagde] als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van dit geding. Nu Liander zelf om een mondelinge behandeling heeft gevraagd, blijven deze kosten voor haar rekening.

BESLISSING

De kantonrechter:
verklaart voor recht dat Liander gerechtigd is om de aansluitingen op het verbruiksadres aan de [adres] te onderbreken door het verrichten van de daarvoor noodzakelijke werkzaamheden en vervolgens onderbroken te houden;
veroordeelt [gedaagde] om de voor de onderbreking van de aansluitingen noodzakelijke werkzaamheden te gedogen en het verbruiksadres aan de [adres] te ontruimen voor de duur van de werkzaamheden, welke ontruiming wordt beperkt tot de ruimtes die betreden moeten worden om toegang tot de meter en de aansluitingen te verkrijgen en veroordeelt [gedaagde] te gedogen dat Liander de meters demonteert en inneemt indien zij dit noodzakelijk acht;
veroordeelt [gedaagde] tot betaling aan Liander van € 1.434,22 bestaande uit:
- € 708,59 aan netbeheerkosten tot en met 17 mei 2024;
- € 247,20 afsluitkosten gasaansluiting
- € 258,11 afsluitkosten elektriciteitsaansluiting;
- € 220,32 aan buitengerechtelijke incassokosten;
veroordeelt [gedaagde] in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van Liander begroot op:
exploot € 112,37
salaris € 204,00
griffierecht € 328,00
-----------------
totaal € 644,37
voor zover van toepassing, inclusief btw;
veroordeelt [gedaagde] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 67,50 aan salaris gemachtigde, voor zover van toepassing inclusief btw;
verklaart de veroordelingen onder II t/m V uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. E. Pennink, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 31 oktober 2025 in tegenwoordigheid van de griffier.