In de zaak tegen de verdachte, geboren op [geboortedag] 1963, heeft de rechtbank Amsterdam op 17 oktober 2025 uitspraak gedaan. De verdachte was beschuldigd van het opzettelijk aanwezig hebben van wapens, munitie en drugs, alsook van witwassen. Tijdens de zitting op 3 oktober 2025 heeft de officier van justitie, mr. R.W. van Zanten, zijn vordering gedaan, terwijl de verdediging werd gevoerd door mr. P. America. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte niet op de hoogte was van de aanwezigheid van de wapens en drugs in zijn woning, aangezien deze in afgesloten kasten waren verborgen. De verklaring van de verdachte, dat hij en zijn vrouw op de begane grond leven en de bovenverdieping slechts sporadisch gebruiken, werd ondersteund door de verklaring van zijn zoon, die toegaf dat hij de wapens en drugs zonder medeweten van zijn ouders in de woning had geplaatst. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor de wetenschap van de verdachte over de aanwezigheid van deze goederen, en sprak hem vrij van de tenlasteleggingen. Ook het witwassen van € 13.400,- werd niet bewezen, omdat de verdachte een verifieerbare verklaring had gegeven over de herkomst van het geld, die niet door het Openbaar Ministerie was onderzocht. De rechtbank besloot de voorlopige hechtenis op te heffen en sprak de verdachte vrij van alle beschuldigingen.