ECLI:NL:RBAMS:2025:8602

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
12 november 2025
Publicatiedatum
12 november 2025
Zaaknummer
25/3512
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing aanvraag gesloten buitenwagen op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning

In deze uitspraak van de Rechtbank Amsterdam, gedateerd 12 november 2025, wordt de afwijzing van de aanvraag van eiseres voor een gesloten buitenwagen op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) behandeld. Eiseres, die lijdt aan fybromyalgie, PTSS en ADHD, heeft haar aanvraag ingediend vanwege haar beperkingen in het vervullen van haar vervoersbehoefte. Het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam heeft de aanvraag afgewezen op 8 november 2024, gebaseerd op een advies van Argonaut Advies. Dit advies concludeerde dat eiseres beperkt is in haar vervoersmogelijkheden, maar dat er geen sprake is van een uitbehandelde situatie.

De rechtbank oordeelt dat het college de afwijzing onvoldoende heeft gemotiveerd en dat het advies van Argonaut niet zorgvuldig tot stand is gekomen. Eiseres heeft tijdens de zitting betwist dat er geen uitbehandelde situatie is en heeft haar medische voorgeschiedenis toegelicht. De rechtbank stelt vast dat het advies van Argonaut tegenstrijdigheden bevat en niet inzichtelijk is. De rechtbank vernietigt het bestreden besluit en bepaalt dat het college binnen zes weken een nieuw besluit moet nemen, waarbij het griffierecht en proceskosten aan eiseres vergoed moeten worden.

De uitspraak benadrukt het belang van zorgvuldigheid en motivering bij bestuursbesluiten, vooral wanneer deze zijn gebaseerd op externe adviezen. De rechtbank concludeert dat het college in strijd heeft gehandeld met de zorgvuldigheids- en motiveringsbeginselen, wat leidt tot de gegrondverklaring van het beroep van eiseres.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 25/3512

uitspraak van de enkelvoudige kamer van 12 november 2025 in de zaak tussen

[eiseres] , uit [woonplaats] , eiseres

(gemachtigde: mr. B. Blanckenburg),
en

het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, het college

(gemachtigde: mr. E.D. Mensing van Charante ).

Samenvatting

1. Deze uitspraak gaat over de afwijzing van de aanvraag van eiseres voor een gesloten buitenwagen op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2025 (Wmo). Eiseres is het niet eens met de afwijzing van de aanvraag. Zij voert daartoe een aantal beroepsgronden aan. Aan de hand van deze beroepsgronden beoordeelt de rechtbank de afwijzing van de aanvraag.
1.1.
De rechtbank komt in deze uitspraak tot het oordeel dat het college de afwijzing van de aanvraag onvoldoende heeft gemotiveerd en dat het advies van Argonaut Advies (Argonaut) onzorgvuldig tot stand is gekomen
.Eiseres krijgt gelijk en het beroep is gegrond. Hierna legt de rechtbank uit hoe zij tot dit oordeel komt en welke gevolgen dit oordeel heeft.

Procesverloop

2. Eiseres lijdt aan fybromyalgie, een posttraumatische stressstoornis (PTSS) en ADHD. Eiseres heeft vanwege haar beperkingen een aanvraag ingediend voor een gesloten buitenwagen. Het college heeft deze aanvraag met het besluit van 8 november 2024 afgewezen en zich gebaseerd op het advies van Argonaut. Argonaut heeft in het advies van 29 oktober 2024 geconcludeerd dat eiseres beperkt is in het vervullen van haar vervoersbehoefte, gezien er sprake is van een beperkte loopafstand en beperkingen bij het gebruik maken van reguliere vervoermiddelen. Er is echter geen uitbehandelde situatie waardoor negatief wordt geadviseerd voor een gesloten buitenwagen.
2.1.
Met het bestreden besluit van 28 april 2025 op het bezwaar van eiseres is het college bij de afwijzing van de aanvraag gebleven.
2.2.
Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
2.3.
De rechtbank heeft het beroep op 14 oktober 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: eiseres, de gemachtigde van eiseres, mevrouw S.M. Amini als tolk in de taal Farsi en de gemachtigde van het college.

Beoordeling door de rechtbank

Advies Argonaut
3. Eiseres voert aan dat het onderzoek door Argonaut niet inzichtelijk en concludent is. Argonaut heeft de beperkingen van eiseres onderschat. Volgens eiseres speelt mee dat fybromyalgie een aandoening is waarvoor geen effectieve behandeling bestaat. Eiseres krijgt al jaren klachtbeperkende hulp en zij verwijst hiervoor naar brieven van haar medische specialisten. In het advies staat als prognose voor haar beperking dat de situatie voorlopig stabiel is. Hoe deze prognose zich verhoudt tot de conclusie dat er geen sprake is van een uitbehandelde situatie volgt niet uit de onderzoeksbevindingen. Daarnaast heeft Argonaut volgens eiseres onvoldoende rekening gehouden met haar multiproblematiek.
3.1.
Volgens vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep (de Raad) mag een bestuursorgaan een besluit baseren op een advies van een (medisch) adviseur, op voorwaarde dat het advies op een onpartijdige, objectieve en inzichtelijke wijze is opgesteld. Indien het bestuursorgaan het advies aan zijn besluitvorming ten grondslag legt, moet het bestuursorgaan zich er tevens van vergewissen dat het advies zorgvuldig tot stand is gekomen en dat de inhoud inzichtelijk en concludent is. [1] Dat laatste houdt in dat de redenering duidelijk en voldoende controleerbaar moet zijn. De conclusie moet daar vervolgens op aansluiten. Als aan deze eisen is voldaan, mag het bestuursorgaan in beginsel van het advies uitgaan. Het is vervolgens aan de aanvrager om door middel van medische stukken aannemelijk te maken dat het advies niet klopt. [2]
3.2.
Uit het advies van Argonaut van 29 oktober 2024 volgt dat eiseres problemen ervaart met het vervullen van haar vervoersbehoefte rondom haar woonomgeving. Eiseres is bekend met een beperkte functie van beide benen en ervaart pijnklachten in het gehele lichaam als gevolg van haar onderliggende aandoeningen. Eiseres maakt gebruik van krukken bij het lopen en heeft een loopafstand van 140 meter. Eiseres kan enkele minuten aaneengesloten staan en zij is beperkt in fietsen. De verwachting is dat de situatie voorlopig stabiel blijft. Volgens Argonaut heeft eiseres als ondersteuning een vervoersvoorziening nodig om zichzelf zelfstandig en op adequate wijze buitenhuis te kunnen verplaatsen in en rondom de woonomgeving. De eigen mogelijkheden zijn er niet. Argonaut komt tot de conclusie dat eiseres beperkt haar volledige vervoersbehoefte kan vervullen gezien er sprake is van een beperkte loopafstand en beperkte mogelijkheden om gebruik te maken van voorliggende voorzieningen. Echter moeten de behandelingen van eiseres nog starten en is er hierom geen sprake van een uitbehandelde situatie. Argonaut adviseert daarom negatief voor een gesloten buitenwagen vanuit de Wmo.
3.3.
De rechtbank is van oordeel dat het advies van Argonaut niet zorgvuldig tot stand is gekomen en niet concludent is. De conclusie van het advies luidt namelijk dat eiseres weliswaar beperkt is in het vervullen van haar vervoersbehoefte gezien er sprake is van beperkte loopafstand en beperkte mogelijkheid tot gebruik maken van voorliggende voorzieningen, maar dat er geen sprake is van een uitbehandelde situatie. Bij de prognose van de beperkingen leest de rechtbank in het advies echter dat de verwachting is dat de situatie voorlopig stabiel blijft. Op dit punt is het advies van Argonaut niet te volgen omdat de redenering onbegrijpelijk is. Op de zitting heeft eiseres gemotiveerd betwist dat sprake is van een uitbehandelde situatie. Uit de in beroep overgelegde medische stukken blijkt dat eiseres kampt met chronische pijnklachten en dat zij lijdt aan fybromyalgie. Eiseres is verwezen naar een fysiotherapeut met een psychosociale aantekening. Uit de brief van eiseres haar reumatoloog van 22 april 2025 volgt dat revalidatie in een revalidatiecentrum of intensieve begeleiding via een psycholoog de klachten van eiseres kunnen verminderen. In het kader van de diagnose van eiseres is het van belang dat eiseres haar behandeling is gericht op het beter leren omgaan met de disbalans tussen belasting en belastbaarheid. Het advies is om goed in beweging te blijven in combinatie met het nemen van voldoende rust. Uit de brief van eiseres haar psycholoog van 28 maart 2025 volgt dat zij sinds 7 februari 2025 onder behandeling is wegens PTSS en een depressieve stoornis. Op de zitting heeft eiseres toegelicht dat zij is verhuisd vanuit de regio Arnhem-Nijmegen naar Amsterdam en dat zij voor haar verhuizing al jaren onder behandeling stond van een psycholoog en fysiotherapeut. Eiseres haar chronische pijnklachten zijn stabiel en de behandelingen hebben tot nog toe al die jaren niet geleid tot een vermindering van de klachten die eiseres ervaart. De behandelingen zien immers op het leren omgaan met chronische pijn. Gelet op de medische voorgeschiedenis van eiseres kan de rechtbank de conclusie van het advies van Argonaut, dat eiseres haar behandelingen nog moeten starten, dan ook niet volgen. Dit betekent dat het onderzoek door Argonaut op onzorgvuldige wijze plaatsgevonden. Het had dan ook op de weg van het college gelegen om een nadere toelichting op het advies te vragen. Nu het college dit heeft nagelaten en het advies zonder meer aan de besluitvorming ten grondslag heeft gelegd, heeft het college gehandeld in strijd met de op hem rustende vergewisplicht.
3.4.
Dit betekent dat het college het bestreden besluit niet had mogen baseren op het advies van Argonaut.
4. Gelet op het voorgaande behoeft de beroepsgrond ten aanzien van de hardheidsclausule geen verdere bespreking.

Conclusie en gevolgen

5. Het beroep is gegrond omdat het bestreden besluit in strijd is met motiveringsbeginsel en het zorgvuldigheidsbeginsel. Dit betekent dat eiseres gelijk krijgt. De rechtbank vernietigt daarom het bestreden besluit.
5.1.
De rechtbank bepaalt met toepassing van artikel 8:72, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht dat het college een nieuw besluit moet nemen met inachtneming van deze uitspraak. De rechtbank geeft het college hiervoor zes weken.
5.2.
Omdat het beroep gegrond is, moet het college het griffierecht aan eiseres vergoeden en krijgt eiseres ook een vergoeding van haar proceskosten. Het college moet deze vergoeding betalen. Deze vergoeding bedraagt € 1.814,- omdat de gemachtigde van eiseres een beroepschrift heeft ingediend en aan de zitting heeft deelgenomen. Verder zijn er geen kosten gemaakt die vergoed kunnen worden.

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond;
- vernietigt het besluit van 28 april 2025;
- draagt het college op binnen zes weken na de dag van verzending van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar met inachtneming van deze uitspraak;
- bepaalt dat het college het griffierecht van € 53,- aan eiseres moet vergoeden;
- veroordeelt het college tot betaling van € 1.814,- aan proceskosten aan eiseres.
Deze uitspraak is gedaan door mr. H.J. Doets, rechter, in aanwezigheid van
mr.G. dos Santos 't Hoen, griffier.
Uitgesproken in het openbaar op 12 november 2025.
griffier
rechter
Een afschrift van deze uitspraak is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden.
Digitaal hoger beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht.
Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.

Voetnoten

1.Zie de uitspraak van de Raad van 11 april 2018, ECLI:NL:CRVB:2018:1113.
2.Zie in dit verband bijvoorbeeld de uitspraak van de Raad van 11 januari 2024, ECLI:NL:CRVB:2024:77.