ECLI:NL:RBAMS:2025:8867

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
4 november 2025
Publicatiedatum
18 november 2025
Zaaknummer
AMS 24/7783
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Proces-verbaal
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing Wlz-aanvraag wegens gebrek aan noodzaak voor 24-uurs zorg

Op 4 november 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in de zaak tussen eiseres, die lijdt aan diverse medische aandoeningen, en het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Eiseres had op 15 september 2023 een aanvraag ingediend voor zorg op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz), welke door het CIZ op 5 januari 2024 werd afgewezen. Na bezwaar bleef het CIZ bij de afwijzing. Eiseres heeft beroep ingesteld, waarbij zij aanvoerde dat zij wel degelijk 24-uurs zorg nodig heeft, onderbouwd door een mededeling van haar psychiater. De rechtbank heeft de zaak op 4 november 2025 behandeld, waarbij de dochter van eiseres en de gemachtigde van het CIZ aanwezig waren. De rechtbank oordeelde dat het CIZ terecht had afgewezen, omdat er geen blijvende noodzaak voor 24-uurs zorg was vastgesteld. De rechtbank concludeerde dat de adviezen van de medische adviseurs van het CIZ zorgvuldig tot stand waren gekomen en dat de enkele mededeling van de psychiater onvoldoende was om de conclusies van de medische adviseurs te weerleggen. Eiseres kreeg geen gelijk en het beroep werd ongegrond verklaard. Eiseres heeft de mogelijkheid om een nieuwe aanvraag in te dienen indien haar situatie verslechtert.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM
Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 24/7783

proces-verbaal van de mondelinge uitspraak van de enkelvoudige kamer van

[eiseres] , uit Amsterdam, eiseres

(gemachtigde: [naam] )
en

Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ), verweerder(gemachtigde:mr. J.E. Koedood).

Inleiding

1.1.
Bij eiseres zijn onder meer hartproblemen, artrose, een paniekstoornis, agorafobie, en in het verleden, een depressie vastgesteld. Zij heeft op 15 september 2023 een aanvraag gedaan voor zorg op grond van de Wet langdurige zorg (Wlz).
1.2.
Het CIZ heeft de aanvraag met het besluit van 5 januari 2024 afgewezen. Met het bestreden besluit van 14 november 2024 op het bezwaar van eiseres is het CIZ bij de afwijzing van de aanvraag gebleven.
1.3.
Eiseres heeft beroep ingesteld tegen het bestreden besluit.
1.4.
Het CIZ heeft op het beroep gereageerd met een verweerschrift.
1.5.
De rechtbank heeft het beroep op 4 november 2025 op zitting behandeld. Hieraan hebben deelgenomen: de dochter van eiseres (tevens haar gemachtigde) en de gemachtigde van het CIZ.
1.6.
Na afloop van de zitting heeft de rechtbank onmiddellijk uitspraak gedaan.

Beoordeling door de rechtbank

2. Het CIZ heeft de aanvraag afgewezen omdat er bij eiseres geen blijvende noodzaak voor 24 uur per dag zorg in de nabijheid is vastgesteld. De rechtbank beoordeelt of het CIZ de aanvraag voor Wlz-zorg terecht heeft afgewezen aan de hand van de beroepsgronden van eiseres.
3. Namens eiseres is aangevoerd dat de aanvraag ten onrechte is afgewezen. Zij heeft namelijk wel 24-uurs zorg nodig. Dit blijkt volgens eiseres uit het bericht van haar psychiater [naam psychiater] van 18 september 2024. Het CIZ heeft dit niet opgemerkt of ten onrechte niet betrokken bij het bestreden besluit, aldus eiseres.
4. De rechtbank overweegt als volgt. In artikel 3.2.1, eerste lid, van de Wlz zijn voorwaarden vermeld om aanspraak te kunnen maken op zorg op grond van de Wlz. In dat artikel is onder meer bepaald dat de verzekerde (vanwege onder meer een somatische aandoening of psychische stoornis):

een blijvende behoefte heeft aan:
a. permanent toezicht ter voorkoming van escalatie of ernstig nadeel voor de verzekerde, of
b. 24 uur per dag zorg in de nabijheid, omdat hij zelf niet in staat is om op relevante momenten hulp in te roepen en hij, om ernstig nadeel voor hemzelf te voorkomen,
1°. door fysieke problemen voortdurend begeleiding, verpleging of overname van zelfzorg nodig heeft, of
2°. door zware regieproblemen voortdurend begeleiding of overname van taken nodig heeft.
5. Tussen eiseres en het CIZ is niet in geschil dat er bij eiseres sprake is van een somatische aandoening en psychische stoornis. Deze vastgestelde grondslag kan toegang geven tot Wlz-zorg als aan de onder 4. genoemde voorwaarden van artikel 3.2.1 van de Wlz is voldaan. Het CIZ heeft bij zijn medisch adviseurs advies ingewonnen om te kunnen beoordelen of aan die voorwaarden wordt voldaan.
6. Het CIZ heeft na de aanvraag medisch onderzoek laten doen door arts [naam arts 1] . Die heeft op 5 januari 2024 een rapport opgesteld en kortgezegd geconcludeerd dat onvoldoende onderbouwd wordt dat eiseres niet in staat is om haar zorgbehoefte te overzien en adequaat om hulp te vragen. In de bezwaarfase heeft het CIZ nieuw medisch onderzoek laten verrichten door arts [naam arts 2] . Die concludeert op 22 augustus 2024 samengevat dat er geen sprake blijkt te zijn van dusdanig zware regieproblemen dat er voortdurend begeleiding of overname van taken nodig is om ernstig nadeel voor verzekerde zelf te voorkomen. Ten slotte heeft het CIZ naar aanleiding van de door eiseres ingebrachte brief van [naam psychiater] nogmaals aanvullend medisch advies gevraagd, dat is gegeven door arts [naam arts 3] op 16 oktober 2024. Die concludeert ook dat, gezien de aard van het onderliggend lijden en de daarbij gepaard gaande psychische klachten, er geen noodzaak is voor 24 uur per dag zorg in de nabijheid zoals bepaald is in de Wlz. Aangezien er geen sprake is van zware beperkingen in de regievoering met daarbij optredend ernstig nadeel. De noodzakelijk geachte zorg moet planbaar kunnen worden uitgevoerd, door onder ander op
meerdere momenten per dag de noodzakelijk geachte zorg te kunnen leveren.
7. De rechtbank overweegt dat een bestuursorgaan op de adviezen van de deskundigen mag afgaan, nadat is nagegaan of dit advies op een zorgvuldige wijze tot stand is gekomen, de redenering daarin begrijpelijk is en de getrokken conclusies daarop aansluiten. Het CIZ heeft hier in het bestreden besluit voldoende blijk van gegeven. Er is bij eiseres evident een behoefte aan zorg en ondersteuning. De drie medische adviseurs concluderen echter allemaal dat niet is gebleken van een blijvende behoefte aan 24 uur per dag zorg in de nabijheid. De rechtbank constateert met het CIZ dat de adviezen zorgvuldig tot stand zijn gekomen. Er heeft een huisbezoek plaatsgevonden, er zijn medische gegevens onderzocht, er is nadere medische informatie opgevraagd en er is intercollegiaal overleg gevoerd. Ook is niet gebleken dat de adviezen niet concludent of anderszins onjuist zijn. De adviseurs hebben voldoende uitgelegd dat eiseres geen zware beperking in de regievoering heeft en er geen ernstig nadeel lijkt te ontstaan als zij kortdurend moet wachten op zorg. De rechtbank acht de enkele mededelingen van de psychiater in het bericht van 18 september 2024 “
Patiënte heeft continu toezicht nodig, durft niet alleen naar de toilet, vergeet het gas uit te doen, kan niet alleen naar buiten. Zij is afhankelijk van de steun en begeleiding van haar dochter” en “
24 uur steun van haar dochter is noodzakelijk” onvoldoende om de drie adviezen te weerleggen. Hiermee heeft eiseres onvoldoende gemotiveerd dat aan de conclusies van medisch adviseurs moet worden getwijfeld. Bovendien heeft arts [naam arts 3] ook expliciet dit bericht van de psychiater van eiseres bij het advies betrokken, maar heeft dat niet tot een ander advies geleid. Het CIZ heeft de aanvraag dus kunnen afwijzen omdat er bij eiseres geen blijvende noodzaak voor 24 uur per dag zorg in de nabijheid is vastgesteld.
8. Indien eiseres van mening is dat de situatie verder is verslechterd en er meer onderbouwing beschikbaar is, staat het haar vrij om een nieuwe aanvraag voor Wlz-zorg bij het CIZ in te dienen.

Conclusie en gevolgen

9. Het beroep is ongegrond. Dat betekent dat eiseres geen gelijk krijgt. Eiseres krijgt daarom het griffierecht niet terug. Zij krijgt ook geen vergoeding van haar proceskosten.
10. Partijen zijn gewezen op de mogelijkheid om tegen de mondelinge uitspraak in hoger beroep te gaan op de hieronder omschreven wijze.

Beslissing

De rechtbank verklaart beroep ongegrond.
Deze uitspraak is uitgesproken in het openbaar op 4 november 2025 door mr. L. Dolfing, rechter, in aanwezigheid van mr. P. Tanis, griffier.
griffier
rechter
Een afschrift van dit proces-verbaal is verzonden aan partijen op:

Informatie over hoger beroep

Een partij die het niet eens is met deze uitspraak, kan een hogerberoepschrift sturen naar de Centrale Raad van Beroep waarin wordt uitgelegd waarom deze partij het niet eens is met deze uitspraak. Het hogerberoepschrift moet worden ingediend binnen zes weken na de dag waarop dit proces-verbaal is verzonden.
Digitaal hoger beroep instellen kan via “Formulieren en inloggen” op www.rechtspraak.nl. Hoger beroep instellen kan eventueel ook nog steeds door verzending van een brief aan de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht.
Kan de indiener de behandeling van het hoger beroep niet afwachten, omdat de zaak spoed heeft, dan kan de indiener de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep vragen om een voorlopige voorziening (een tijdelijke maatregel) te treffen.