In deze uitspraak van de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 14 november 2025, wordt het verzoek om een voorlopige voorziening behandeld. Verzoekster, vertegenwoordigd door mr. S.R. Heerenveen, heeft bezwaar gemaakt tegen de sluiting van haar schuur door de burgemeester van Amsterdam, die op 17 oktober 2025 is opgelegd na het aantreffen van harddrugs en een Kalasjnikov. De voorzieningenrechter oordeelt dat het verzoek kennelijk ongegrond is en doet uitspraak zonder zitting, omdat er geen spoedeisend belang is aangetoond. Verzoekster stelt dat de sluiting ingrijpende gevolgen heeft voor haar gezin, maar de voorzieningenrechter concludeert dat de burgemeester de sluiting heeft opgelegd ter voorkoming van toekomstige overlast en dat de afweging van de burgemeester niet onevenredig is. De voorzieningenrechter wijst het verzoek af en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en een afschrift is verzonden aan de betrokken partijen.