ECLI:NL:RBAMS:2025:913
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak voor standbouwer na dodelijk arbeidsongeval op VT Wonenbeurs
Op 13 februari 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een standbouwer, die werd beschuldigd van schuld aan de dood van een werknemer tijdens de VT Wonenbeurs in 2018. Het ongeval vond plaats op 7 oktober 2018, toen een achterwand van een stand omviel terwijl het slachtoffer, een ingehuurde werknemer, bezig was met het verwijderen van verlichting. De standbouwer, destijds bekend onder een oude bedrijfsnaam, werd verweten dat de stand instabiel was en dat er onvoldoende maatregelen waren genomen na een melding van instabiliteit. Tijdens de rechtszittingen op 23 januari en 13 februari 2025 heeft de rechtbank de vordering van de officier van justitie, mr. E. Visser, gehoord, die een geldboete van € 45.000,- eiste. De verdediging, vertegenwoordigd door mr. J.H. Tonino, betwistte de beschuldigingen en stelde dat er geen normen waren voor de stabiliteit van de stand en dat er geen causaal verband was tussen de gedragingen van de standbouwer en het overlijden van het slachtoffer. De rechtbank oordeelde dat er onvoldoende bewijs was dat de standbouwer verantwoordelijk was voor de instabiliteit van de stand, vooral omdat de koppeling met de achterliggende stand was verwijderd zonder dat de standbouwer hiervan op de hoogte was. De rechtbank concludeerde dat de standbouwer niet kon worden verweten dat er geen maatregelen waren genomen na de melding van instabiliteit, aangezien er geen aanwijzingen waren dat de stand instabiel was. Daarom sprak de rechtbank de standbouwer vrij van alle beschuldigingen.