Op 30 september 2024 heeft Stichting Vluchtelingenwerk Nederland een subsidie van € 34.212.038,- aangevraagd bij de minister van Asiel en Migratie voor activiteiten in 2025. De minister heeft echter op 19 december 2024 slechts € 13.052.000,- toegekend, wat Vluchtelingenwerk in een moeilijke positie plaatst. Vluchtelingenwerk heeft bezwaar gemaakt tegen dit subsidiebesluit en verzocht om een voorlopige voorziening. De voorzieningenrechter heeft op 14 februari 2025 het verzoek behandeld en vastgesteld dat Vluchtelingenwerk niet in staat zal zijn om haar taken uit te voeren met het verlaagde subsidiebedrag. De voorzieningenrechter oordeelt dat er een spoedeisend belang is, omdat Vluchtelingenwerk met het toegekende bedrag niet alle werkzaamheden kan uitvoeren en daardoor gedwongen zou worden tot reorganisatie. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de minister de subsidierelatie met Vluchtelingenwerk ongewijzigd moet voortzetten tot zes weken na de beslissing op bezwaar. Tevens is de minister veroordeeld tot het vergoeden van de proceskosten en het griffierecht aan Vluchtelingenwerk.