ECLI:NL:RBAMS:2025:9560

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
15 oktober 2025
Publicatiedatum
5 december 2025
Zaaknummer
13-226609-25
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beslissing op het beroep tegen gedragsaanwijzing in strafzaak met belaging

Op 15 oktober 2025 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin de verdachte, beschuldigd van belaging, beroep aantekende tegen een gedragsaanwijzing die op 24 augustus 2025 door de officier van justitie was opgelegd. De gedragsaanwijzing hield in dat de verdachte zich gedurende negentig dagen moest onthouden van contact met het slachtoffer, Y. el Attar, en zich niet mocht ophouden in een specifiek gebied in Amsterdam. De rechtbank oordeelde dat het belang van het slachtoffer om niet met de verdachte geconfronteerd te worden, zwaarder weegt dan het belang van de verdachte om het slachtoffer persoonlijk te benaderen over een financiële kwestie. De rechtbank benadrukte dat de verdachte wel via een professionele derde, zoals zijn advocaat of Veilig Thuis, contact kan hebben om de financiële kwestie af te handelen. De rechtbank concludeerde dat de gedragsaanwijzing proportioneel was en verklaarde het beroep ongegrond. De beslissing werd genomen door mr. D. Bode, in aanwezigheid van griffier mr. M. Cordia, en werd openbaar uitgesproken op dezelfde datum.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Strafrecht
parketnummer : 13-226609-25
raadkamernummer : 25-022921
datum beslissing : 15 oktober 2025
beslissing van de enkelvoudige raadkamer op het beroep op grond van artikel 509hh Wetboek van Strafvordering (Sv) van:

[de verdachte] ,

geboren op [geboortedag] 1985 in [geboorteplaats] ,
wonende op het adres [woonadres] ,
woonplaats kiezend op het kantoor van mr. L. Snel, advocaat te Amsterdam, Disketteweg 14, 1033 NW Amsterdam,
hierna te noemen: de verdachte.

Feiten

De officier van justitie heeft op 24 augustus 2025 een gedragsaanwijzing voor de duur van negentig dagen aan de verdachte gegeven.
Deze gedragsaanwijzing houdt het volgende in.
De verdachte wordt beschuldigd van belaging (artikel 285b lid 1 Wetboek van Strafrecht). Er zijn ernstige bezwaren tegen de verdachte dat hij zich ernstig belastend heeft gedragen jegens perso(o)n(en) hetgeen onder andere blijkt uit:
  • het proces-verbaal van politie onder meer inhoudende:
  • de aangifte van [aangeefster] ;
  • de getuigenverklaringen van [getuige 1] , [getuige 2] en een anonieme getuige;
  • de omschrijving van camerabeelden;
  • de onderzoeksbevindingen van de politie (volgnummers -7, -11, -12, -22);
  • het verhoor van de verdachte;
Gebiedsverbod
De verdachte mag zich niet ophouden in/op [straat] in Amsterdam.
Contactverbod
De verdachte moet zich onthouden van contact met [aangeefster] en dat betekent dat dit meebrengt dat de verdachte noch direct (zelf), noch indirect (middels anderen) op enigerlei wijze contact (niet middels telefoon, niet middels internet, niet via enig ander communicatiemiddel, noch middels direct persoonlijk noch middels schriftelijke middelen contact met haar zal hebben.
Enige uitzondering op het contactverbod
De gedragsaanwijzing is bedoeld om de veiligheid van de persoon met wie het contactverbod geldt en haar omgeving te waarborgen.
Veilig Thuis heeft de wettelijke taak om in zaken van huiselijk geweld en/of kindermishandeling de veiligheid te taxeren en veiligheidsvoorwaarden op te stellen. In die veiligheidsvoorwaarden kunnen aan de personen die in de gedragsaanwijzing worden genoemd, te weten de verdachte en de persoon/personen met wie het contactverbod geldt, contactmomenten worden toegekend of voorgeschreven. Als daarvan sprake is, gelden de in de veiligheidsvoorwaarden genoemde contactmomenten als uitzondering op het contactverbod. Voor deze contactmomenten is wel uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van Veilig Thuis nodig. In het geval dat Veilig Thuis de casus overdraagt aan een hulpverlenende instantie kan deze instantie, enkel in het kader van de hulpverlening aan de verdachte, schriftelijk toestemming geven om tijdelijk van dit contactverbod af te wijken.
In het kader van veiligheid en herstel kan Veilig Thuis zelf, dan wel een hulpverleningsinstantie waaraan de zaak is overgedragen, contact opnemen met het Openbaar Ministerie om te bespreken of de aanwijzing al dan niet aangepast of ingetrokken moet worden. Veilig Thuis is verantwoordelijk voor het onder de aandacht brengen en overdragen van de gedragsaanwijzing aan de hulpverlenende instantie aan wie zij de casus overdraagt.

Procedure

Het beroepschrift is op 16 september 2025 ter griffie van deze rechtbank ontvangen.
Het Openbaar Ministerie heeft op voorhand zijn standpunt schriftelijk kenbaar gemaakt.
De rechtbank heeft op 15 oktober 2025 het beroep in besloten raadkamer behandeld.
De rechtbank heeft de verdachte, zijn advocaat mr. L. Snel, en de officier van justitie in raadkamer gehoord.

Beroep

Het beroep richt zich tegen de beslissing van de officier van justitie van 24 augustus 2025 tot het opleggen van een gedragsaanwijzing en strekt ertoe het contactverbod met [aangeefster] op te heffen.
Het beroepschrift houdt (samengevat) het volgende in. De verdachte ontkent stellig het slachtoffer te hebben belaagd. Hij heeft daarover bij de politie een uitgebreide verklaring afgelegd. Hij heeft erkend contact te hebben gezocht met het slachtoffer op de dag van de aanhouding, echter met een gerechtvaardigde reden. Zij schuld hem namelijk een veel geld (de recht begrijpt: zij is hem namelijk veel geld schuldig) en het slachtoffer negeert zijn betaalverzoeken. Hiermee is bij het opleggen van de gedragsaanwijzing onvoldoende althans onvoldoende aantoonbaar rekening gehouden. Met het doen van aangifte probeert het slachtoffer volgens de verdachte onder haar betalingsverplichting uit te komen. De opgelegde gedragsaanwijzing bevestigt de aangeefster in haar positie als slachtoffer, terwijl de verdachte meent dat hij het slachtoffer is. Bovendien wordt de verdachte door de gedragsaanwijzing belemmert om juridische stappen te ondernemen tegen het slachtoffer.
Standpunt van het Openbaar Ministerie
De officier van justitie stelt zich op het standpunt dat het beroepschrift ongegrond verklaard zou moeten worden omdat sprake is van ernstige bezwaren in de onderliggende strafzaak, de gedragsaanwijzing niet zonder reden is gegeven en duidelijk is dat het voortduren ervan nog altijd nodig is.

Beoordeling

De rechtbank moet in deze procedure beoordelen of is voldaan aan de wettelijke voorwaarden een aanwijzing betreffende het gedrag te geven en, zo ja, of de gedragsaanwijzing in dit geval proportioneel is.
De officier van justitie is op grond van artikel 509hh lid 1 Sv bevoegd een verdachte tegen wie ernstige bezwaren bestaan een gedragsaanwijzing te geven in een geval van onder meer verdenking van een strafbaar feit in verband waarmee vrees bestaat voor ernstig belastend gedrag van de verdachte jegens een persoon of personen (artikel 509hh lid 1 Sv sub b).
De rechtbank is op grond van de in de gedragsaanwijzing genoemde stukken van oordeel dat is voldaan aan de voorwaarden dat sprake is van een dergelijk strafbaar feit en dat tegen de verdachte voldoende ernstige bezwaren bestaan.
Bij de toetsing of de opgelegde gedragsaanwijzing proportioneel is, gaat het om de mate waarin de vrijheid van de verdachte wordt beperkt in verhouding tot de ernst van het feit en de doeltreffendheid van de gedragsaanwijzing.
De rechtbank is van oordeel dat op dit moment het belang van het slachtoffer om niet met de verdachte geconfronteerd te worden, prevaleert boven het belang van de verdachte om het slachtoffer persoonlijk te vragen het geld dat zij hem zou schuldig zijn terug te vragen. Hoewel het contactverbod inhoudt dat de verdachte zich moet onthouden van elk contact met [aangeefster] en dat meebrengt dat de verdachte ook niet indirect contact met het slachtoffer mag hebben of zelfs maar zoeken, betekent dat niet dat de verdachte niet door tussenkomst van professionele derde (bijvoorbeeld zijn advocaat) of Veilig Thuis de financiële kwestie die hij met het slachtoffer zou hebben, mag afwikkelen.
De rechtbank is gelet op het voorgaande van oordeel dat niet gezegd kan worden dat de gedragsaanwijzing voor de duur van 90 dagen disproportioneel is. Zij zal het beroep daarom ongegrond verklaren.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze beslissing is gegeven door
mr. D. Bode, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. M. Cordia, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 15 oktober 2025