ECLI:NL:RBARN:1999:AA3834
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- E.G. Smedema
- Rechtspraak.nl
Omzetting jeugddetentie naar gevangenisstraf in verband met overschrijding redelijke termijn
In deze zaak, behandeld door de kinderrechter in de Arrondissementsrechtbank te Arnhem, werd op 26 november 1999 een uitspraak gedaan over de omzetting van jeugddetentie naar gevangenisstraf. De zaak betrof een persoon, geboren in 1980 te Arnhem, die oorspronkelijk was veroordeeld tot 7 dagen jeugddetentie. De officier van justitie had verzocht om deze jeugddetentie om te zetten in 7 dagen gevangenisstraf op basis van artikel 77k van het Wetboek van Strafrecht.
Tijdens de zitting werd vastgesteld dat het Openbaar Ministerie op 11 augustus 1998 had nagelaten een vordering in te dienen voor de omzetting van de jeugddetentie, terwijl de veroordeelde op dat moment al 18 jaar oud was. Bovendien was er een aanzienlijke tijd verstreken van meer dan 13 maanden voordat het Openbaar Ministerie opnieuw een vordering indiende. De kinderrechter oordeelde dat de redelijke termijn voor het executeren van de vrijheidsstraf in deze jeugdstrafzaak was overschreden.
Op basis van deze overwegingen verklaarde de kinderrechter het Openbaar Ministerie niet ontvankelijk in zijn vordering tot omzetting van de jeugddetentie. De uitspraak werd gedaan in aanwezigheid van de griffier, mr. M.C.A. Plantenga, en werd openbaar uitgesproken tijdens de terechtzitting.