ECLI:NL:RBARN:2000:AA4290

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
17 januari 2000
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
KG 2000/7
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • D. van Driel van Wageningen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis inzake ontruiming van woning door NS Railinfrabeheer B.V. tegen anonieme bewoners

Op 17 januari 2000 heeft de Rechtbank Arnhem in een kort geding uitspraak gedaan in de zaak tussen NS Railinfrabeheer B.V. en de bewoners van een woning aan de Xstraat 00 te Plaats. NS Railinfrabeheer, eiseres, heeft de bewoners gedagvaard omdat zij de woning zonder toestemming in gebruik hadden genomen. De bewoners, waaronder een persoon aangeduid als X, hebben verweer gevoerd tegen de ontruiming. De rechtbank heeft geoordeeld dat de bewoners als anonieme collectiviteit verweer kunnen voeren, maar dat dit beperkingen met zich meebrengt voor de beoordeling van hun individuele belangen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat NS Railinfrabeheer sinds 30 september 1996 eigenaar is van de woning en dat de bewoners deze zonder recht of titel in gebruik hebben. De vordering tot ontruiming is in beginsel toewijsbaar, gezien het spoedeisende belang van NS Railinfrabeheer om de woning te ontruimen in verband met de sloop van het pand voor de realisering van de Betuweroute. De rechtbank heeft overwogen dat de persoonlijke belangen van de bewoners niet opwegen tegen de belangen van NS Railinfrabeheer, die afhankelijk is van de ontruiming voor de voortgang van haar plannen.

De rechtbank heeft de bewoners en X veroordeeld om binnen acht dagen na betekening van het vonnis de woning te verlaten en te ontruimen, met de mogelijkheid voor NS Railinfrabeheer om dit te laten uitvoeren met behulp van de politie indien nodig. Tevens zijn de bewoners en X in de proceskosten veroordeeld. Dit vonnis is uitgesproken door vice-president mr. D. van Driel van Wageningen en is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.

Uitspraak

vonnis d.d. 17 januari 2000
Vonnis van de president van de arrondissementsrechtbank te Arnhem in het kort geding van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
NS Railinfrabeheer B.V.,
zetelende te Utrecht,
eiseres bij dagvaarding van 27 december 1999,
procureur voorheen mr. B. Peek, thans mr. J.C.N.B. Kaal, beiden te Arnhem,
advocaat mr. B.J.P.G. Roozendaal te Breda,
Rolnummer: KG 2000/7 tegen
de personen die verblijven in de woning staande op het perceel Xstraat 00 te Plaats,
van wie zich bekend heeft gemaakt:
X,
wonende te Plaats,
gedaagden,
advocaat mr. E.Th. Hummels te Zeist.
Het verloop van de procedure
Railinfrabeheer heeft de bewoners van de hiervoor bedoelde woning ter terechtzitting in kort geding doen dagvaarden en bij mondelinge conclusie van eis gevorderd als weergegeven in de dagvaarding.
De advocaat van Railinfrabeheer heeft de zaak bepleit overeenkomstig de door hem overgelegde pleitnotities (met producties). Hij heeft daarbij allereerst verzocht verstek te verlenen tegen de volgens hem niet verschenen anonieme bewoners. Na verweer daartegen door de advocaat van de bewoners is, op gronden als hierna weer te geven, beslist dat de bewoners (anoniem) verweer kunnen voeren.
De advocaat van de bewoners heeft daarop de zaak bepleit, overeenkomstig de door hem overgelegde pleitnotities (met producties).
Ten slotte zijn de processtukken voor het wijzen van vonnis overgelegd.
De vaststaande feiten
1.1. Railinfrabeheer is sedert 30 september 1996 eigenares van de woning met ondergrond en erf, staande en gelegen aan de Xstraat 00 te Plaats, kadastraal bekend gemeente Ressen, sectie, nummer.
1.2. Op enig moment nadien hebben de bewoners (waaronder X) de woning zonder
toestemming van Railinfrabeheer in gebruik genomen.
1.3. Bij brieven van 6 en 15 december 1999 heeft Railinfrabeheer de bewoners gesommeerd de woning te verlaten. Zij hebben daaraan tot op heden niet voldaan.
1.4. Burgemeester en Wethouders van de gemeente Bemmel hebben bij besluit van 25 mei 1999 een sloopvergunning als bedoeld in artikel 8.1.1. van de Bouwverordening aan Railinfrabeheer verleend.
1.5. Bij brief aan burgemeester en wethouders van de gemeente Bemmel van 25 juni 1999 heeft X bezwaar gemaakt tegen de afgegeven sloopvergunning
1.6. Bij brief van 10 januari 2000 heeft X aan de president van deze rechtbank verzocht bij wijze van voorlopige voorziening te bepalen dat de verleende sloopvergunning zal worden geschorst.
Het geschil en de beoordeling daarvan
2. Met betrekking tot de eerder genomen beslissing op het verzoek van Railinfrabeheer om verstek te verlenen tegen de anonieme bewoners, wordt het volgende overwogen.
Geoordeeld wordt dat de regelen van een goede procesorde er niet aan in de weg staan te aanvaarden dat de gedaagden als anonieme collectiviteit door een procureur verweer kunnen voeren, voorzover deze heeft verklaard zulks namens alle leden van de collectiviteit te doen, zoals hier het geval is. Aan een dergelijke wijze van procederen zijn wel beperkingen verbonden, omdat de rechter dan geen rekening kan houden met individuele omstandigheden van personen die tot de gebruikers van het pand behoren. In zoverre zal dus geen sprake kunnen zijn van een behoorlijke afweging van de respectieve belangen van de partijen.
3. Railinfrabeheer vordert, kort weergegeven, de bewoners en X te veroordelen de woning binnen een dag na betekening van dit vonnis te ontruimen, versterkt met politiedwang en met de bepaling als bedoeld in artikel 557a lid 3 Rv. Zij stelt daarbij een spoedeisend belang te hebben omdat sloop van de woning op korte termijn noodzakelijk is in verband met de voortgang van de realisering van de Betuweroute.
4. De bewoners en X voeren gemotiveerd verweer.
5. Vast staat dat de bewoners en X de woning zonder recht of titel in gebruik hebben. De vordering tot ontruiming is dan ook in beginsel toewijsbaar.
6. Railinfrabeheer heeft ook een spoedeisend belang bij toewijzing van de vordering. Als onweersproken staat immers vast dat het perceel is bestemd om te dienen als compensatie voor agrarische grond bij andere grondeigenaren. Het pand is inmiddels onttrokken aan de woonbestemming en in het nieuwe bestemmingsplan van Bemmel zal het agrarische bouwblok inclusief de woning verdwijnen. Het is aannemelijk dat, zolang de woning niet vrij is van gebruiksbeperkingen, de onderliggende gronden niet kunnen dienen als compensatiegronden, wat nadelig voor Railinfrabeheer kan zijn in haar onderhandelingspositie ten behoeve van grondverwerving. Weliswaar is -zo volgt uit de feiten- de aan Railinfrabeheer afgegeven sloopvergunning nog niet definitief, maar het bij burgemeester en wethouders ingediende bezwaarschrift heeft geen schorsende werking en voorshands moet worden aangenomen dat X niet-ontvankelijk zal worden verklaard in zijn bij deze rechtbank ingediende verzoek tot schorsing. Immers, uit de sloopvergunning blijkt dat het hier gaat om een sloopvergunning krachtens artikel 5 van de monumentenverordening 1990. Vast staat dat X eigenaar noch zakelijk gerechtigde is van de woning, terwijl evenmin is gesteld of gebleken dat hij anderszins een rechtstreeks belang heeft in de zin van de Monumentenwet bij vernietiging van de sloopvergunning. Het is vaste jurisprudentie dat X in dat geval niet als belanghebbende kan worden aangemerkt.
De bewoners en X hebben ook nog opgeworpen dat "de administratiefrechtelijke vereisten, zoals (...) bestemmingsplanwijzigingen eerst onaantastbaar in orde moeten zijn", maar zij hebben dat niet nader toegelicht, zodat aan dat verweer moet worden voorbijgegaan.
7. Met de persoonlijke belangen van de (anoniem gebleven) bewoners kan om de redenen zoals hiervoor onder 2 genoemd geen rekening worden gehouden.
X heeft nog aangevoerd (kort weergegeven) dat hij de woning beschouwd als een "brug" naar de samenleving en dat hij vreest alles kwijt te raken als de woning wordt gesloopt. Dit belang moet evenwel wijken voor het hiervoor vermelde belang van Railinfrabeheer. Nu bovendien uit de namens burgemeester en wethouders van de gemeente Bemmel bij brief van 7 januari 2000 verstrekte inlichtingen (als bedoeld in artikel 557a Rv.) blijkt dat de gemeente geen gebruik zal maken van de bevoegdheden die de Huisvestingswet biedt, kan de vordering tot ontruiming worden toegewezen. Rekening houdend met hetgeen hiervoor onder 6 is overwogen zal de ontruimingstermijn worden bepaald op acht dagen.
8. Als de in het ongelijk gestelde partij zullen de bewoners en X in de kosten van dit kort geding worden veroordeeld.
De beslissing
veroordeelt de bewoners en X binnen acht dagen na de betekening van dit vonnis de woning, staande en gelegen op het perceel Xstraat 00 te Plaats, kadastraal bekend gemeente Ressen, sectie, nummer, met alle daarin aanwezige personen en zaken -voorzover deze laatste niet in eigendom toebehoren aan Railinfrabeheer- alsmede het gehele perceel en alles wat zich hierop bevindt, te verlaten en te ontruimen,
machtigt Railinfrabeheer, indien de bewoners en X in gebreke blijven met voornoemde ontruiming, deze te bewerkstelligen met behulp van de sterke arm van politie en justitie,
bepaalt dat dit vonnis gedurende een jaar na het wijzen daarvan tenuitvoer kan worden gelegd tegen een ieder die zich ten tijde van de tenuitvoerlegging in of op voornoemde onroerende zaak bevindt of daar binnentreedt en telkens wanneer zich dat voordoet,
veroordeelt de bewoners en X in de kosten van deze procedure, tot aan deze uitspraak aan de zijde van Railinfrabeheer bepaald op ¦ 1.000,-- voor salaris en op ¦ 504,15 voor verschotten,
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
ontzegt het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door de vice-president mr. D. van Driel van Wageningen en in het openbaar uitgesproken op 17 januari 2000 in tegenwoordigheid van de griffier E. Davelaar.