ECLI:NL:RBARN:2002:AD9434

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
20 februari 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
05/093019-01 en 05/072046-02
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verkrachting en mishandeling met zware gevolgen voor het slachtoffer

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Arnhem op 20 februari 2002, stonden de verdachten terecht voor ernstige strafbare feiten, waaronder verkrachting en mishandeling. De feiten vonden plaats in Tiel, waar de verdachte op 22 januari 2001 een vrouw, aangeduid als 'slachtoffer', heeft gedwongen tot seksuele handelingen door middel van geweld en bedreiging. De verdachte heeft de vrouw fysiek aangevallen, haar bij de keel vastgepakt en dreigende woorden geuit, wat leidde tot de beschuldiging van verkrachting. Daarnaast werd de verdachte ook beschuldigd van mishandeling van zijn ex-echtgenote op 5 januari 2002, waarbij hij haar zwaar lichamelijk letsel toebracht door haar meerdere keren te stompen en te slaan.

Tijdens de zitting op 6 februari 2002 eiste de officier van justitie een gevangenisstraf van 15 maanden, waarvan 5 maanden voorwaardelijk, met als bijzondere voorwaarde reclasseringscontact en mogelijke behandeling bij Kairos. De rechtbank oordeelde dat de verdachte voor de verkrachting (parketnummer 05/093019-01) wettig en overtuigend schuldig was, maar sprak hem vrij van de primair tenlastegelegde mishandeling (parketnummer 05/072046-02). De rechtbank hield rekening met de ernst van de feiten en de persoonlijke omstandigheden van de verdachte, waaronder een rapport van deskundigen die concludeerden dat de verdachte ten tijde van de feiten een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermogens had.

De rechtbank veroordeelde de verdachte tot een gevangenisstraf van 12 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. De verdachte moest zich houden aan de voorwaarden van de reclassering, inclusief ambulante behandeling indien nodig. De rechtbank beval ook de teruggave van inbeslaggenomen voorwerpen aan de verdachte. Deze uitspraak is gegrond op verschillende artikelen van het Wetboek van Strafrecht en weerspiegelt de ernst van de gepleegde feiten en de noodzaak van behandeling en toezicht.

Uitspraak

Rechtbank Arnhem
Sector strafrecht
Meervoudige Kamer
Parketnummers : 05/093019-01 en 05/072046-02
Datum zitting : 06 februari 2002
Datum uitspraak : 20 februari 2002
VERKORT VONNIS
TEGENSPRAAK
in de zaak van
de officier van justitie in het arrondissement Arnhem
tegen
naam : "verdachte"
thans gedetineerd in huis van bewaring Arnhem, Ir.Molsweg 5
te Arnhem.
Raadsman: Mr. O.N.J. Maatje, advocaat te Zaltbommel
1. De inhoud van de tenlastelegging
Aan verdachte is tenlastegelegd dat:
(parketnummer 05/093019-01)
1.
hij op of omstreeks 22 januari 2001 te Tiel, door geweld of een andere
feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid "slachtoffer" heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die "slachtoffer", te weten het met zijn, verdachtes, penis in haar ("slachtoffer"'s) vagina gaan, welk geweld of andere feitelijkheid en/of welke bedreiging met geweld of andere feitelijkheid hierin heeft/hebben bestaan dat verdachte opzettelijk die "slachtoffer" bij de keel/nek heeft vastgepakt en/of heeft vastgehouden en/of heeft geknepen en/of aan de haren van die "slachtoffer" heeft getrokken en/of die "slachtoffer" de trap op heeft geduwd en/of getrokken en/of die "slachtoffer" de volgende woorden heeft toegevoegd: "Je komt hier nooit meer weg" en/of "Ga naar boven" en/of "Je bent van mij" en/of "Ik weet dat je bang bent" en/of "Ik verlang naar je" en/of "Ik moet dit doen" en/of "Ik wil nou graag sex met je" en/of "het is
eigenlijk niet goed wat ik doe" en/of "het is een lange tijd geleden", in
ieder geval woorden van soortgelijke dreigende aard en/of strekking;
(parketnummer 05/072046-02)
1.
hij op of omstreeks 05 januari 2002 te Tiel aan een persoon genaamd "slachtoffer" (verdachtes (ex)echtgenote), opzettelijk zwaar lichamelijk letsel
(gebroken rib en/of klaplong), heeft toegebracht, door deze opzettelijk
(meerdere malen) (krachtig) tegen haar lichaam te stompen en/of slaan en/of
stoten;
althans, indien het vorenstaande onder 1 niet tot een veroordeling leidt:
hij op of omstreeks 05 januari 2002 te Tiel opzettelijk mishandelend een
persoon (te weten Y. "slachtoffer" (verdachtes (ex)echtgenote), (meerdere malen) tegen haar hoofd en/of lichaam heeft gestompt en/of geslagen en/of gestoten en/of tegen haar knie heeft getrapt, tengevolge waarvan deze zwaar lichamelijk letsel (gebroken rib en/of klaplong), althans enig lichamelijk letsel, heeft bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
Voor zover er in de tenlastelegging kennelijke taal- en/of schrijf-fouten voorko-men, zijn die fouten verbeterd. Verdachte is daardoor niet in zijn verdediging geschaad.
2. Het onderzoek ter terechtzitting
De zaak is op 06 februari 2002 ter terechtzitting onderzocht. Daarbij is verdachte versche-nen. Verdachte is bijgestaan door mr. O.N.J. Maatje, advocaat te Zaltbommel.
Ter terechtzitting van 06 februari 2002 zijn de zaken van de officier van justitie in het arron-dissement Arnhem, onder bovenstaande parketnummers bij afzonderlijke dagvaardingen aanhangig gemaakt, gevoegd.
De officier van justitie heeft geëist dat verdachte ter zake van het tenlastegelegde feit met parketnummer 05/093019-01 en het subsidiair tenlastegelegde van de tenlastelegging met parketnummer 05/072046-02 zal worden veroor-deeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 15 maanden, waarvan 5 maanden voorwaar-delijk met een proeftijd van 2 jaren met als bijzondere voorwaarde op te leggen reclasse-ringscontact, ook als dit mocht inhouden behandeling bij Kairos, en voorts met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis doorge-bracht.
Voorts vordert de officier van justitie de teruggave van de onder verdachte inbeslaggenomen voorwerpen aan de verdachte.
Verdachte en zijn raadsman hebben het woord ter verdediging ge-voerd.
3. De beslis-sing inzake het bewijs
Ten aanzien van de tenlastelegging met parketnummer 05/072046-02 acht de rechtbank niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen verdachte primair is tenlastege-legd en zal hem daarvan vrij-spreken.
De rechtbank acht wettig en overtuigend bewezen dat verdachte het tenlastegelegde met parketnummer 05/093019-01 en het subsidiair tenlastegelegde van de tenlastelegging met parketnummer 05/072046-02 heeft begaan, met dien verstande dat bewezen wordt geacht dat:
(parketnummer 05/093019-01)
1.
hij op of omstreeks 22 januari 2001 te Tiel, door geweld of een andere
feitelijkheid en/of bedreiging met geweld of een andere feitelijkheid "slachtoffer" heeft gedwongen tot het ondergaan van handelingen die (mede) bestonden uit het seksueel binnendringen van het lichaam van die "slachtoffer", te weten het met zijn, verdachtes, penis in haar ("slachtoffer"'s) vagina gaan, welk geweld of andere feitelijkheid en/of welke bedreiging met geweld of andere feitelijkheid hierin heeft/hebben bestaan dat verdachte opzettelijk die "slachtoffer" bij de keel/nek heeft vastgepakt en/of heeft vastgehouden en/of heeft geknepen en/of aan de haren van die "slachtoffer" heeft getrokken en/of die "slachtoffer" de trap op heeft geduwd en/of getrokken en/of die "slachtoffer" de volgende woorden heeft toegevoegd: "Je komt hier nooit meer weg" en/of "Ga naar boven" en/of "Je bent van mij" en/of "Ik weet dat je bang bent" en/of "Ik verlang naar je" en/of "Ik moet dit doen" en/of "Ik wil nou graag sex met je" en/of "het is eigenlijk niet goed wat ik doe" en/of "het is een lange tijd geleden", in ieder geval woorden van soortgelijke dreigende aard en/of strekking;
(parketnummer 05/072046-02)
1.
hij op of omstreeks 05 januari 2002 te Tiel opzettelijk mishandelend een
persoon (te weten "slachtoffer" (verdachtes (ex)echtgenote), (meerdere malen) tegen haar hoofd en/of lichaam heeft gestompt en/of geslagen en/of gestoten
en/of tegen haar knie heeft getrapt, tengevolge waarvan deze zwaar lichamelijk
letsel (gebroken rib en/of klaplong), althans enig lichamelijk letsel, heeft
bekomen en/of pijn heeft ondervonden;
Hetgeen verdachte meer of anders is tenlastegelegd is niet bewe-zen. Verdach-te moet daarvan worden vrijgesproken.
De beslissing dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan, is gegrond op de feiten en omstandigheden die in de bewijs-middelen zijn vervat. Voor zover meer feiten ten laste zijn gelegd, worden de bewijsmiddelen alleen gebruikt voor het feit of de feiten waarop deze betrekking hebben.
De bewijsmiddelen zullen worden uitgewerkt in die gevallen waarin de wet aanvulling van het vonnis vereist en zullen dan in een aan dit vonnis te hechten bijlage worden opgenomen.
4. De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
Het bewezenverklaarde levert op:
T.a.v. 05/093019-01:
verkrachting
T.a.v. 05/072046-02:
Mishandeling
De feiten zijn strafbaar.
5. De strafbaarheid van verdachte
Over verdachte is een multidisciplinair rapport opgemaakt door drs. I.E.I.M. van Eynde, klinisch psycholoog-psychotherapeut, en dr. L.H.W.M. Kaiser, psychi-ater, respectievelijk geda-teerd 31 maart 2001 en 21 maart 2001, waarin zij conclu-deren dat bij verdachte ten tijde van het plegen van het tenlastegelegde feit (parketnummer 05/093019-01) sprake was van een gebrekkige ontwikkeling van zijn geestvermo-gens.
De deskundigen concluderen dat het genoemde tenlastegelegde feit verdachte - indien bewezen - verminderd kan worden toegerekend.
De rechtbank verenigt zich met die conclusie en maakt die tot de hare.
Overeenkomstig deze conclusie kan niet worden gezegd dat verdachte niet strafbaar is. Er is voorts ook geen andere omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte geheel uitsluit. Verdachte is dus strafbaar.
6. De motivering van de sanctie(s)
Bij de beslissing over de straf heeft de rechtbank rekening gehouden met:
- de aard en de ernst van het bewezenverklaarde en de om-stan-dighe-den waaronder dit is begaan;
- de persoon en de persoonlijke en financiële omstandigheden van verdachte, waarbij onder meer is gelet op:
- het uittreksel uit het algemeen documentatieregister betreffende verdachte, gedateerd 21 januari 2002;
- een voorlichtingsrapportage van de (stichting) Reclassering Nederland, gedateerd 26 april 2001, betreffende verdachte;
- het onder 5. genoemde rapport.
De rechtbank overweegt verder nog als volgt.
De rechtbank is van oordeel, dat verdachte ernstige feiten heeft gepleegd. Verdachte heeft door het plegen van de verkrachting en mishandeling de lichamelijk integriteit van zijn echtgenote geschonden. Aan de andere kant houdt de rechtbank bij het opleggen van de straf rekening met de rol van beide partijen ten opzichte van elkaar en met de omstandig-heid dat de reclassering een ambulante behandeling noodzake-lijk acht, welke kan worden opgelegd als bijzondere voor-waarde bij een (deels) voorwaardelijke gevangenisstraf.
Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen oordeelt de rechtbank dat voor de afdoening van de onderhavige zaak geen andere straf in aanmerking komt dan een gevangenis-straf die deels voorwaardelijk zal zijn.
De rechtbank is van oordeel dat de inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen aan de verdachte dienen te worden teruggegeven.
7. De toegepaste wettelijke bepalingen
De beslissing is, behalve op de hiervoor genoemde wettelijke voorschriften, gegrond op de artikelen 10, 14a, 14b, 14c, 14d, 27, 57, 242 en 300 van het Wetboek van Straf-recht.
8. De beslissing
De rechtbank, rechtdoende:
Verklaart ten aanzien van de tenlastelegging met parketnummer 05/072046-02 niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte primair is tenlastegelegd en spreekt hem hiervan vrij.
Verklaart bewezen dat verdachte de overige tenlastegelegde feiten, zoals vermeld onder punt 3, heeft begaan.
Verklaart niet bewezen hetgeen verdachte meer of anders is tenlas-tegelegd dan hierboven bewezen is verklaard en spreekt ver-dach-te daarvan vrij.
Verstaat dat het aldus bewezenverklaarde oplevert de straf-bare feiten zoals vermeld onder punt 4.
Verklaart verdachte hiervoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte wegens het bewezenverklaarde tot
een gevangenisstraf voor de duur van twaalf (12) maanden.
Bepaalt dat van deze gevangenisstraf vier (4) maanden niet zal worden tenuitvoergelegd, ten-zij de rechter later anders mocht gelasten. De rechtbank stelt een proeftijd vast van twee (2) jaren. De tenuitvoerleg-ging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proef-tijd heeft schuldig gemaakt aan een strafbaar feit, dan wel niet is nagekomen de volgende bijzondere voorwaarde:
- Veroordeelde dient zich gedurende de proeftijd te gedragen naar de voorschriften en aanwijzin-gen die hem door of namens de (stich-ting) Re-classe-ring Nederland zullen worden gegeven, ook als dit zal inhouden ambulante behandeling in Kairos of een andere vergelijkbare instelling, voor zover en voor zolang dat door genoemde instelling no-dig wordt geacht.
Geeft opdracht aan (stichting) Reclassering Nederland om aan veroordeelde bij de naleving van voornoemde voorwaarde hulp en steun te verlenen.
Beveelt overeenkomstig het bepaalde in artikel 27 van het Wetboek van Strafrecht dat de tijd, door de veroordeelde voor de tenuitvoer-legging van deze uitspraak in verzekering en voorlopige hechtenis doorgebracht, geheel in mindering wordt gebracht.
Beveelt de teruggave van de inbeslaggenomen en nog niet teruggegeven voorwerpen, te weten:
- een brief,
- dekbedovertrek,
- 4 kussenslopen,
- 3 handdoeken,
- een washandje,
- en ondergoed,
aan de veroordeelde.
Aldus gewezen door:
mr. H.P.M. Kester, als voorzitter,
mr. H Eigenberg, rechter,
mr. J.C.E. Ackermans-Wijn, rechter,
in tegenwoordigheid van J. van Elst, griffier.
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank op 20 februari 2002.