ECLI:NL:RBARN:2002:AE4365

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
19 juni 2002
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
Rolnummer: KG ZA 2002/301
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Rechters
  • C.A. Verkuyl
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van declaraties voor zittend ziekenvervoer door taxi-ondernemingen

In deze zaak hebben eisers, een groep taxi-ondernemingen, gedaagden, bestaande uit de onderlinge waarborgmaatschappij VGZ en de stichting IZA, in kort geding gedagvaard. De eisers vorderen betaling van declaraties voor zittend ziekenvervoer dat zij hebben verzorgd voor asielzoekers, in opdracht van Zivoned, een organisatie die het vervoer coördineert. De eisers stellen dat er problemen zijn ontstaan met de betaling van hun declaraties door Zivoned, en dat VGZ en IZA hen garanties hebben gegeven voor de betaling van deze declaraties. De gedaagden hebben de vordering betwist en geconcludeerd tot weigering van de gevorderde voorzieningen.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de eisers onvoldoende aannemelijk hebben gemaakt dat zij recht hebben op de gevorderde betalingen. De rechtbank oordeelt dat de gedaagden niet contractueel gebonden zijn aan de verplichtingen die eisers stellen, en dat er geen onvoorwaardelijke garantstelling is gedaan door VGZ of IZA. De rechtbank wijst erop dat de communicatie tussen de partijen niet voldoende bewijs levert voor de claims van de eisers. Bovendien is er onvoldoende duidelijkheid over de vorderingen die betrekking hebben op declaraties van vóór 1 september 2001.

De voorzieningenrechter heeft de vordering van eisers afgewezen en hen veroordeeld in de kosten van de procedure. Dit vonnis is uitgesproken op 19 juni 2002 door mr. C.A. Verkuyl, in aanwezigheid van de griffier mr. J.G.W. Oor.

Uitspraak

Rechtbank Arnhem
Sector civiel recht
Rolnummer: KG ZA 2002/301
Uitspraak: 19 juni 2002
Vonnis
in kort geding
in de zaak van
1. de vennootschap onder firma
ZAGERS TAXIBEDRIJF,
gevestigd te Hoogeveen,
2. de besloten vennootschap
BLUE CAB EMMEN B.V.,
gevestigd te Emmen,
3. de commanditaire vennootschap
HEEMSTRA-MUSSCHE C.V.,
gevestigd te Meppel,
4. de vennootschap onder firma
TAXI PASTOOR NIEUWLANDE,
gevestigd te Geesbrug,
5. de vennootschap onder firma
ELLERIE TWEEWIELERS TANKSTATION TAXI V.O.F.,
gevestigd te Elim,
6. de vennootschap onder firma
TAXICENTRALE DE PRAAM,
gevestigd te Zwartsluis,
7. de vennootschap onder firma
COMTAX,
gevestigd te Emmercompascuum,
8. de besloten vennootschap
BEHEER- EN BELEGGINGSMAATSCHAPPIJ MEBOCA,
tevens h.o.d.n. TAXI 2000 VEENOORD,
statutair gevestigd te Utrecht, feitelijk gevestigd te Veenoord,
9. de besloten vennootschap
TAXI ROELFSEMA B.V.,
gevestigd te Zuidlaren,
10. de besloten vennootschap
AUTOBEDRIJF R.B. WANNINGEN B.V.,
gevestigd te Dwingeloo,
11. de besloten vennootschap
TAXICENTRALE WITTEVEEN B.V.,
gevestigd te Lemmer,
Rolnummer: KG ZA 2002/301 - 2 -
12. de besloten vennootschap
TAXICENTRALE ZUID-WEST FRIESLAND B.V.,
gevestigd te Sneek,
13. de besloten vennootschap
SWOLLTAX B.V.,
gevestigd te Zwolle,
14. M,
h.o.d.n. TAXI MEULENVELD,
wonende te R,
15. de besloten vennootschap
PERSONENVERVOER DE JONG B.V.,
gevestigd te Hardenberg,
16. de besloten vennootschap
VOET PERSONENVERVOER B.V.,
gevestigd te Beesd,
17. de besloten vennootschap
TAXICENTRALE L. WOLTERS B.V.,
gevestigd te Drachten,
18. de besloten vennootschap
TAXI BAAN B.V.,
gevestigd te Rijssen,
19. de vennootschap onder firma
V.O.F. BOEKEMA WIJMENGA,
gevestigd te Grou,
20. de besloten vennootschap
LINDETOURS B.V.,
statutair gevestigd te Heerlen, feitelijk gevestigd te Voerendaal,
21. E,
h.o.d.n. GARAGE- EN TAXIBEDRIJF VAN EERDEN,
wonende te S,
22. de besloten vennootschap
TAXICENTRALE MIDDELBURG B.V.,
gevestigd te Middelburg,
23. de besloten vennootschap
VERVOERSSERVICE VAN DRIEL B.V.,
gevestigd te Oss,
24. de vennootschap onder firma
V.O.F. ARTS TAXI EN TAKELSERVICE GRAVE,
gevestigd te Velp, gemeente Grave,
25. de besloten vennootschap
A. HESSELS TAXI GILZE B.V.,
gevestigd te Gilze,
26. L,
h.o.d.n. TAXIBEDRIJF VAN LOOSBROEK,
wonende te A,
27 de besloten vennootschap
POLDERTAXI B.V.,
gevestigd te Dronten,
Rolnummer: KG ZA 2002/301 - 3 -
28. de vennootschap onder firma
ROMATAX V.O.F.,
gevestigd te Schijndel,
29. W,
h.o.d.n. TAXI REWA,
wonende te W,
30. de vennootschap onder firma
WEROTAX,
gevestigd te Son,
31. de vennootschap onder firma
TAXI DE ZWART,
gevestigd te Breskens,
32. de besloten vennootschap
TAXI-CENTRALE (ZEELAND) TERNEUZEN B.V.,
gevestigd te Terneuzen,
33. de besloten vennootschap
TAXI HOLTJER B.V.,
gevestigd te Veendam,
34. de vennootschap onder firma
HTC-OVERBEEKE V.O.F.,
gevestigd te Hoogerheide,
35. K,
h.o.d.n. TAXI DE KOSTER,
wonende te C,
36. de besloten vennootschap
TAXIBEDRIJF STEVENS B.V.,
gevestigd te Gendt,
37. H,
h.o.d.n. TAXI 'S-GRAVENDEEL,
wonende te G,
38. de vennootschap onder firma
GARAGEBEDRIJF VLASBLOM-GIELE,
tevens h.o.d.n. RIJNMOND TAX,
gevestigd te Rhoon,
39. D,
h.o.d.n. TAXIBEDRIJF HAMSTRA,
wonende te G,
40. de besloten vennootschap
KNIPPING B.V.,
gevestigd te Lent,
41. de vennootschap onder firma
TAXIBEDRIJF FRANS MEKERS,
gevestigd te Gendringen,
42. de besloten vennootschap
TAXI B. JANSEN B.V.,
gevestigd te Den Ham,
Rolnummer: KG ZA 2002/301 - 4 -
43. de besloten vennootschap
TAXI- EN BEGRAFENISONDERNEMING PEUSEN B.V.,
gevestigd te Echt,
44. de vennootschap onder firma
V.O.F. VATAX,
gevestigd te Valkenswaard,
45. de besloten vennootschap
AUTOMOTIVE GROEP ZUID B.V.,
gevestigd te Maastricht,
46. de besloten vennootschap
BRUIJNS PERSONENVERVOER & TAXICENTRALE B.V.,
gevestigd te Oosterhout,
eisers bij identieke exploten van dagvaarding van 23 en 24 mei 2002,
procureur mr. J.M. Bosnak te Arnhem,
advocaat mr. G.D. te Biesebeek te Zwolle,
tegen
1. de onderlinge waarborgmaatschappij u.a.
ONDERLINGE WAARBORGMAATSCHAPPIJ
ZORGVERZEKERAAR VGZ u.a.,
gevestigd te Nijmegen,
2. de stichting
STICHTING IZA ZIEKTEKOSTENVERZEKERINGEN,
gevestigd te Nieuwegein,
gedaagden,
procureur mr. F.P. Lomans te Arnhem,
advocaat mr. M.A.L. Verhoeven te Eindhoven.
Het verloop van de procedure
Eisers hebben gedaagden, verder ieder afzonderlijk ook te noemen VGZ en IZA, ter terechtzitting in kort geding doen dagvaarden en gevorderd zoals is weergegeven in de dagvaarding.
Gedaagden hebben geconcludeerd tot weigering van de gevorderde voorzieningen.
De advocaten van partijen hebben de zaak bepleit, overeenkomstig de door hen overgelegde pleitnotities.
Daarbij hebben zij producties in het geding gebracht.
Ten slotte is vonnis bepaald op heden.
De vaststaande feiten
Op grond van de stellingen van partijen en de inhoud van de producties - alles voorzover niet dan wel onvoldoende weersproken - staat voorshands het navolgende vast.
Rolnummer: KG ZA 2002/301 - 5 -
a. Eisers exploiteren taxi-ondernemingen die (onder andere) het zogenaamde zittend ziekenvervoer verzorgen.
b. De besloten vennootschap Ziekenvervoer Nederland B.V., verder te noemen Zivoned, drijft een onderneming die zich ten doel stelt het in opdracht van derden coördineren en organiseren van personenvervoer.
c. In opdracht van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers verzorgt VGZ de administratie en de inkoop van de geneeskundige zorg ten behoeve van asielzoekers. VGZ maakt bij haar taak gebruik van de diensten van IZA. Daarbij treden zij gezamenlijk op onder de naam ZRA ziektekostenregeling asielzoekers.
d. Vanaf 1 juli 2000 organiseert Zivoned in opdracht van een aantal zorgverzekeringsmaatschappijen het zittend ziekenvervoer.
e. Op 1 maart 2001 heeft VGZ een overeenkomst gesloten met Zivoned inzake het coördineren en administreren van ziekenvervoer van asielzoekers in het kader van de ziektekostenregeling asielzoekers.
f. Ieder van eisers heeft op enig moment met Zivoned een overeenkomst gesloten voor het verzorgen van zittend ziekenvervoer, welke overeenkomst kort gezegd inhoudt dat de desbetreffende vervoerder in opdracht van Zivoned in het aan hem toegekende rayon, bij uitsluiting van collega-vervoerders, het ziekenvervoer verzorgt van personen die daarop op basis van de tussen Zivoned en haar opdrachtgever gesloten overeenkomst recht hebben, tegen tarieven die in beginsel vaststaan.
g. Op grond van deze overeenkomsten verzorgen eisers het door ZRA aan Zivoned uitbestede zittend ziekenvervoer van asielzoekers.
h. Tussen eisers en Zivoned zijn problemen gerezen over de (tijdige) betaling door Zivoned van de door eisers bij haar ingediende declaraties voor het ziekenvervoer van asielzoekers.
i. Zodanige problemen met Zivoned zijn ook ontstaan met betrekking tot het door vervoerders ten behoeve van de verzekerden van een andere zorgverzekeringsmaatschappij verrichte ziekenvervoer, hetgeen ertoe heeft geleid dat die maatschappij haar contract met Zivoned heeft opgezegd en aan de vervoerders hun declaraties rechtstreeks betaalbaar heeft gesteld en in de toekomst zal stellen.
j. Naar aanleiding van de achterblijvende betalingen door Zivoned aan eisers heeft de advocaat van eisers zich gewend tot ZRA, teneinde van ZRA de garantie te verkrijgen dat de declaraties van eisers ten aanzien van de bij ZRA verzekerde asielzoekers door ZRA zullen (blijven) worden voldaan.
k. In dat licht heeft de advocaat van eisers op 19 juli 2001 schriftelijk onder meer het volgende aan ZRA laten weten:
"Ik maak van de gelegenheid gebruik vast te leggen dat ZRA garant staat voor de betalingsverplichting van Zivoned B.V. aan de diverse vervoerders indien en voorzover het ZRA-vervoer betreft. Dit betreft niet enkel het vervoer in het verleden maar ook het nog in de toekomst te verzorgen vervoer."
l. Bij brief van 20 augustus 2001 heeft ZRA onder andere het volgende aan eisers meegedeeld:
"Aangezien er de laatste tijd de nodige onduidelijkheid is ontstaan over de status van het ZRA vervoer hebben zowel ZRA alsook Zivoned er behoefte aan u nader te informeren.
(…..)
Voor een goed begrip van de situatie berichten wij u dat ZRA zich garant stelt voor betaling van alle ritten die in opdracht van Zivoned ten behoeve van het
Rolnummer: KG ZA 2002/301 - 6 -
ZRA vervoer zijn uitgevoerd mits voldaan wordt aan alle voorwaarden van de tussen u en Zivoned gesloten overeenkomst.
(…..)
ZRA en Zivoned hebben in onderling overleg besloten om de tot heden ingediende declaraties op soepele wijze te beoordelen en uit te betalen.
ZRA en Zivoned benadrukken hierbij wel dat de vanaf 1 september te ontvangen declaraties volledig zullen worden getoetst aan de in de overeenkomst tussen u en Zivoned vermelde criteria."
In vervolg op deze brief heeft ZRA op 6 september 2001 nog het volgende aan eisers geschreven:
"Eind augustus ontving u onze brief met kenmerk 01424 waarin wij u de toezegging hebben gedaan om tot 1 september 2001 ingediende declaraties betreffende ZRA vervoer op soepele wijze te beoordelen en uit te betalen.
Binnen enkele werkdagen zal ZRA de bij Zivoned openstaande declaraties rechtstreeks aan u gaan vergoeden.
ZRA heeft besloten voor deze éénmalige uitkeringsactie een beperkt budget beschikbaar te stellen."
m. De advocaat van eisers heeft nadien verscheidene malen schriftelijk aan ZRA te kennen gegeven dat zijns inziens ZRA heeft toegezegd zowel voor het verleden als voor de toekomst in te staan voor de betaling van de declaraties van het ZRA-vervoer aan eisers, zulks laatstelijk bij brief van 22 maart 2002.
n. Op deze brief is door ZRA (telefonisch) geantwoord dat de zienswijze van de advocaat onjuist is.
o. Bij faxbericht van 28 maart 2002 heeft ZRA de advocaat van eisers laten weten dat ZRA het contract met Zivoned op 25 maart 2002 heeft beëindigd en dat zij elke aansprakelijkheid jegens eisers afwijst. Verder deelt zij daarin mee dat Zivoned verantwoordelijk is voor de betaling aan eisers tot het moment van beëindiging van het contract en dat de garantstelling in haar brief van 20 augustus 2001 betrekking heeft op de periode vòòr 1 september 2001.
p. Ondanks verzoeken daartoe van de advocaat van eisers weigert Zivoned respectievelijk weigeren ZRA/VGZ/IZA de per 22 maart 2002 openstaande vorderingen van eisers terzake van het ZRA-vervoer te voldoen. Zivoned heeft eisers te kennen gegeven financieel niet meer in staat te zijn de declaraties te voldoen.
De vordering
Eisers vorderen in dit geding eisers, ieder afzonderlijk, te veroordelen om binnen twee weken na betekening van dit vonnis te vergoeden het door hen in opdracht van Zivoned gedurende de periode van 1 januari 2001 tot en met 22 maart 2002 verzorgde vervoer van de bij hen verzekerde asielzoekers (het zogenaamde ZRA-vervoer), dit conform de vergoeding waar eisers overeenkomstig de door hen met Zivoned afgesloten overeenkomst aanspraak op kunnen maken, althans voorzover dit vervoer nog niet is vergoed, zulks op straffe van een per eiser te verbeuren dwangsom van € 500,-- per dag voor iedere dag dat gedaagden hiermee in gebreke blijven en dit per eiser tot een maximum van € 50.000,--.
Rolnummer: KG ZA 2002/301 - 7 -
Aan deze vordering leggen eisers het volgende ten grondslag.
In de eerste plaats stellen eisers dat gedaagden (als ZRA) zowel aan hun advocaat als aan hen persoonlijk de garantie hebben gegeven dat niet alleen de declaraties van vòòr 1 september 2001, maar ook die van na die datum onvoorwaardelijk zullen worden voldaan. Daartoe verwijzen zij naar de brieven van hun advocaat aan ZRA waarin die garantstelling telkens wordt vastgelegd en naar hun eigen correspondentie met hun advocaat respectievelijk met VGZ/ZRA. Ook wijzen zij op een briefwisseling tussen hun advocaat en de advocaat van Zivoned, mr. Van Beek, waaruit zou blijken dat van een beperking in tijdsduur van de garantstelling door ZRA tot 1 september 2001 geen sprake is geweest. Eisers stellen verder nog dat, voorzover al juist zou zijn dat de toegezegde garantie niet verder strekt dan tot 1 september 2001, gedaagden ten aanzien van sommigen van hen ook die toezegging niet zijn nagekomen, omdat declaraties van vòòr die datum evenmin zijn betaald.
In de tweede plaats betogen eisers dat gedaagden de verwachting hebben gewekt dat zij zich over de betaling van hun declaraties geen zorgen behoefden te maken. Eisers merken daarbij op dat Zivoned min of meer is te beschouwen als een administratiekantoor van ZRA en dat ZRA steeds de indruk heeft gewekt dat Zivoned door haar werd gecontroleerd en dat het wel goed zou komen met Zivoned. Onder die omstandigheden menen eisers dat zij niet de dupe mogen worden van de betalingsonmacht van Zivoned en dat ZRA voor betaling dient in te staan.
Ten slotte wijzen eisers op de zorgplicht van gedaagden. Zij stellen dat gedaagden reeds in augustus 2001 moeten hebben geweten dat Zivoned in ernstige financiële nood verkeerde. Door eisers daarvoor toen niet te waarschuwen en zelfs voor te houden dat betalingen zouden volgen, hebben gedaagden naar de mening van eisers gehandeld in strijd met een op hen rustende zorgplicht.
Gedaagden hebben tegen de vordering van eisers gemotiveerd verweer gevoerd.
De beoordeling van de vordering
1. In de eerste plaats ligt de vraag voor of eisers kunnen worden ontvangen in hun vordering jegens IZA. Gedaagden betwisten namelijk dat IZA partij is bij de overeenkomst met betrekking tot de ziektekostenverzekering voor asielzoekers. Zij wijzen er op dat IZA alleen als onderaannemer van VGZ bij de ZRA betrokken is en in die hoedanigheid slechts een deel van de automatisering van de administratie op zich heeft genomen.
Gelet op dit verweer wordt overwogen dat, anders dan eisers aanvoeren, de omstandigheid dat op het briefpapier van ZRA staat vermeld dat "De regeling wordt uitgevoerd door de zorgverzekeraars VGZ en IZA", onvoldoende is om aan te nemen dat IZA gebonden is aan alle afspraken die door of namens ZRA zijn of worden gemaakt. Hierbij komt dat op geen enkele wijze is gebleken dat IZA, naast VGZ, zich contractueel heeft verbonden met Zivoned of dat IZA, die zich krachtens haar doelomschrijving overigens alleen richt op ambtenaren, asielzoekers tegen ziektekosten heeft verzekerd. Geoordeeld moet daarom worden dat IZA feitelijk niet deelneemt aan de ziektekostenregeling asielzoekers. Reeds hierom kan de vordering van eisers tegen IZA niet slagen.
Rolnummer: KG ZA 2002/301 - 8 -
2. De eis tegen VGZ, zoals hierboven geformuleerd, houdt materieel in een vordering tot toewijzing van geldsommen. Voor de vraag of in kort geding plaats is voor een zodanige toewijzing moet worden nagegaan of die vordering voldoende aannemelijk is geworden, terwijl ook moet worden beoordeeld of de eisende partij een spoedeisend belang heeft bij die toewijzing en of, gelet op de belangen van partijen, sprake is van een restitutierisico.
3. Met hun stelling dat zij door de weigering van VGZ om hun declaraties te betalen in liquiditeitsproblemen dreigen te geraken, hebben eisers voorshands in voldoende mate aangetoond dat zij een spoedeisend belang hebben bij hun vordering.
4. Daarentegen moet worden geoordeeld dat de vordering zelf vooralsnog onvoldoende aannemelijk is geworden.
Eisers baseren deze onder andere op de omstandigheid dat VGZ/ZRA zou hebben toegezegd in te staan voor de betaling van alle toekomstige declaraties door Zivoned. VGZ/ZRA ontkent die toezegging echter gemotiveerd. Anders dan eisers menen mag de gepretendeerde garantstelling niet worden afgeleid uit het feit dat de advocaat van eisers in zijn brieven aan VGZ/ZRA stelt dat VGZ/ZRA een toezegging daartoe heeft gedaan. Voorzover al juist zou zijn dat VGZ/ZRA die stelling niet heeft betwist - VGZ/ZRA ontkent dat overigens en zegt meermalen telefonisch daartegen bij de advocaat van eisers te hebben geprotesteerd - roept een niet-ontkenning van het gestelde in die brieven nog geen garantstelling in het leven. Aan de verklaring van mr. Van Beek, de advocaat van Zivoned, kan in dit geval geen doorslaggevende betekenis worden toegekend. VGZ/ZRA ontkent de juistheid ervan. Dat geldt ook voor de (partij)verklaringen van eisers dat VGZ/ZRA zich tegenover hen in positieve zin over een garantverklaring zou hebben uitgelaten. Voorts kan uit de brieven van VGZ/ZRA van 20 augustus 2001 en 6 september 2001, zoals die hiervoor onder de vaststaande feiten zijn geciteerd, worden opgemaakt dat haar toezegging om zorg te dragen voor de betaling van de declaraties van eisers niet verder strekt dan tot 1 september 2001. Een en ander betekent dat er voorshands onvoldoende zekerheid is over (het bestaan van) een onvoorwaardelijke garantstelling. Om daarover duidelijkheid te verkrijgen zal nader feitelijk onderzoek en bewijslevering, eventueel door middel van getuigen, noodzakelijk zijn. Een kort gedingprocedure leent zich daarvoor niet.
5. Voorzover eisers hun vordering baseren op het feit dat in sommige gevallen de ingediende declaraties van vòòr 1 september 2001 niet zijn betaald, wordt overwogen dat eisers niet hebben aangegeven om welke declaraties het hier gaat en van welke eisers deze afkomstig zijn. Dit betekent dat de vordering in zoverre als onvoldoende gespecificeerd moet worden afgewezen.
6. Wat betreft het beroep dat eisers voor hun vordering nog doen op de gestelde verwachtingen en de zorgplicht van VGZ/ZRA, wordt overwogen dat deze twee omstandigheden niet kunnen leiden tot een afdwingbare verplichting voor VGZ/ZRA om de declaraties met eisers af te rekenen.
7. Uit het voorgaande volgt dat eisers vooralsnog onvoldoende aannemelijk hebben gemaakt dat zij een vordering hebben op IZA dan wel op VGZ/ZRA. Om die reden zal de gevraagde voorziening worden geweigerd.
Rolnummer: KG ZA 2002/301 - 9 -
Eisers zullen als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure.
De beslissing
De voorzieningenrechter
a. weigert de gevorderde voorziening,
b. veroordeelt eisers, hoofdelijk, in de kosten van deze procedure, tot aan deze uitspraak aan de zijde van gedaagden bepaald op € 703,36 voor salaris van de procureur en op
€ 193,-- voor griffierecht,
c. verklaart het onder b. bepaalde uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. C.A. Verkuyl en in tegenwoordigheid van de griffier mr. J.G.W. Oor uitgesproken in het openbaar op 19 juni 2002.