ECLI:NL:RBARN:2003:AF5263

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
26 februari 2003
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
Reg.nr.: AWB 02/1523 NABW
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • E. Klein Egelink
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontvankelijkheid van beroep inzake bijstandsverlening en vreemdelingenrecht

In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 26 februari 2003 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres X, wonende te Nijmegen, en het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen. Eiseres had beroep ingesteld tegen een besluit van verweerder, waarin haar aanvraag om bijstandsverlening was afgewezen. Het bestreden besluit, gedateerd op 11 juli 2002, verklaarde eiseres niet ontvankelijk in het beroep en bepaalde dat het beroepsschrift als bezwaarschrift behandeld diende te worden.

De rechtbank oordeelde dat het bestreden besluit, dat de eerdere afwijzing van de bijstandsaanvraag handhaafde, op een gewijzigde motivering was gebaseerd. Eiseres had geen recht op bijstand omdat zij niet tot de categorie vreemdelingen behoorde zoals bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de Algemene bijstandswet (Abw). Eiseres stelde dat deze beslissing in strijd was met het rechtszekerheidsbeginsel en het vertrouwensbeginsel. De rechtbank overwoog dat de heroverweging van het bestreden besluit op basis van het bezwaar diende plaats te vinden, en dat er een nieuw primair besluit was ontstaan dat eerst aan de orde moest komen voordat beroep bij de rechtbank kon worden ingesteld.

Aangezien eiseres geen bezwaar had gemaakt tegen het nieuwe besluit, verklaarde de rechtbank haar niet ontvankelijk in het beroep. De uitspraak werd gedaan in het kader van de bestuursrechtelijke procedure, waarbij de rechtbank de relevante artikelen van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) toepaste. De beslissing werd ondertekend door rechter E. Klein Egelink en griffier J.M.E. Koning, en het proces-verbaal werd op 26 februari 2003 verzonden.

Uitspraak

Rechtbank Arnhem
Sector bestuursrecht
Reg.nr.: AWB 02/1523 NABW
Bestreden besluit: 11 juli 2002
Proces-verbaal van de ter openbare zitting op 25 februari 2003 gedane mondelinge uitspraak in het geschil tussen:
X. wonende te Nijmegen, eiseres,
en
het College van burgemeester en wethouders van de gemeente Nijmegen, verweerder,
Mondelinge uitspraak (artikel 8:67 Awb)
Beslissing
De rechtbank,
verklaart eiseres niet ontvankelijk in het beroep;
bepaalt dat het beroepsschrift door verweerder in behandeling dient te worden genomen als bezwaarschrift.
Tegen deze uitspraak staat, behoudens het bepaalde in artikel 6:24 juncto 6:13 van de Awb, binnen zes weken na de dag van verzending hiervan, voor belanghebbenden hoger beroep open bij de Centrale Raad van Beroep, Postbus 16002, 3500 DA Utrecht.
Gronden van de beslissing
Bij het bestreden besluit heeft verweerder het besluit op bezwaar van 4 juni 2002 waarbij het besluit van 4 januari 2002 was herroepen en met welk aan eiseres alsnog, met ingang van 8 mei 2002, een uitkering ingevolge de Algemene bijstandswet was toegekend, ingetrokken. Verweerder heeft bij het bestreden besluit tevens bepaald dat eiseres geen recht heeft op een Abw uitkering aangezien zij niet behoort tot de categorie vreemdelingen als bedoeld in artikel 7, tweede lid, van de Abw. Eiseres stelt dat deze beslissing in strijd is met het rechtszekerheids-beginsel en het vertrouwensbeginsel.
Op grond van artikel 7:11, eerste lid, van de Awb vindt de heroverweging van het bestreden besluit plaats op de grondslag van het bezwaar. Voor zover die heroverweging daartoe aanleiding geeft herroept het bestuursorgaan het bestreden besluit en neemt voor zover nodig in plaats daarvan een nieuw besluit.
Bij het besluit van 4 januari 2002 waartegen door eiseres bezwaar is gemaakt, heeft verweerder de door eiseres ingediende aanvraag om bijstand afgewezen vanwege het feit dat zij niet aannemelijk had weten te maken dat zij woonplaats in de gemeente Nijmegen had. Bij het bestreden besluit wordt eerdergenoemd besluit gehandhaafd met als motivering dat eiseres ingevolge artikel 7, tweede lid, van de Abw geen recht op bijstand heeft omdat zij rechtmatig in Nederland verblijft op grond van artikel 8 aanhef en onder f, van de Vreemdelingenwet 2000.
De rechtbank is van oordeel dat het bestreden besluit als gevolg van deze gewijzigde motivering waaraan een geheel ander feitencomplex ten grondslag ligt dan aan het in primo genomen besluit, zo’n wezenlijk ander besluit is geworden dan dat besluit dat er als gevolg daarvan sprake is van een nieuw primair besluit waartegen ingevolge het bepaalde in artikel 7:1, eerste lid, van de Awb eerst bezwaar moet worden gemaakt alvorens eventueel beroep bij de rechtbank kan worden ingesteld. De rechtbank zal het beroepsschrift, ingevolge artikel 6:15 van de Awb dan ook doorzenden aan verweerder ter behandeling als bezwaarschrift.
Aangezien door eiseres geen bezwaar is gemaakt, dient zij niet ontvankelijk te worden verklaard in haar beroep.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal dat door mr. E. Klein Egelink, rechter, en J.M.E. Koning, griffier, is ondertekend.
De griffier, De rechter,
Afschrift verzonden op: 26 februari 2003