ECLI:NL:RBARN:2003:AN9196
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering vrijstelling bestemmingsplan voor agrarisch bouwperceel in verband met gekoppeld bouwblok
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Arnhem op 1 december 2003, hebben eisers A en B, wonende te C, beroep ingesteld tegen het besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente West Maas en Waal. Dit besluit, genomen op 26 november 2002, weigerde eisers vrijstelling van het bestemmingsplan op grond van artikel 19, lid 1, van de Wet op de Ruimtelijke Ordening (WRO) voor de toekenning van een agrarisch bouwperceel aan de …weg/…straat te C. Eisers stelden dat uitbreiding van hun agrarisch bedrijf aan de …straat … niet mogelijk was vanwege milieuproblemen en vroegen om vrijstelling voor een gekoppeld bouwblok.
De rechtbank oordeelde dat de afwijzing van het verzoek om vrijstelling onvoldoende gemotiveerd was. De rechtbank benadrukte dat de toetsing aan de thematische herziening van het bestemmingsplan niet doorslaggevend is voor de beoordeling van het verzoek om vrijstelling. De rechtbank stelde vast dat het verzoek van eisers betrekking had op een gekoppeld bouwblok, terwijl de thematische herziening zich richtte op nieuwvestiging of verplaatsing van een agrarisch bedrijf. De rechtbank concludeerde dat de enkele omstandigheid dat het verzoek niet voldeed aan de thematische herziening niet betekende dat vrijstelling voor het gekoppeld bouwblok uitgesloten was.
De rechtbank verklaarde het beroep gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg verweerder op om met inachtneming van deze uitspraak een nieuw besluit te nemen op het bezwaar van eisers. Tevens werd bepaald dat de gemeente West Maas en Waal het door eisers betaalde griffierecht van € 109,-- diende te vergoeden. De uitspraak benadrukt het belang van een zorgvuldige motivering bij de afwijzing van verzoeken om vrijstelling van bestemmingsplannen, waarbij ook persoonlijke belangen van de aanvrager in overweging moeten worden genomen.