ECLI:NL:RBARN:2004:AO5212
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- G. Noordraven
- Rechtspraak.nl
Vordering tot betaling van verrichte werkzaamheden en ontbinding van overeenkomsten
In deze civiele zaak, uitgesproken door de Rechtbank Arnhem op 28 januari 2004, gaat het om een vordering van eiser X tegen gedaagde L.TH. Vissers Beheersmaatschappij B.V. inzake betaling voor verrichte werkzaamheden. Eiser X had Vissers op 24 maart 2000 gedagvaard en vorderde betaling van een totaalbedrag van f 232.810,-- voor werkzaamheden die hij had verricht. Vissers had in reconventie ontbinding van de met X gesloten overeenkomsten gevorderd, onder andere wegens vermeende tekortkomingen in de uitvoering van de werkzaamheden. De rechtbank oordeelde dat Vissers niet in het bewijs was geslaagd dat X in gebreke was gesteld en dat de vordering tot ontbinding van de overeenkomsten niet kon worden toegewezen. De rechtbank bevestigde dat aan schriftelijke verklaringen vrije bewijskracht toekomt, maar dat de inhoud van de verklaringen in dit geval onvoldoende was om de vorderingen van Vissers te onderbouwen. De rechtbank wees de vordering van X tot betaling van € 43.951,68 toe, vermeerderd met wettelijke rente, en veroordeelde Vissers in de proceskosten. De vorderingen van Vissers in reconventie werden afgewezen, evenals haar verzoek om betaling van buitengerechtelijke kosten. De uitspraak benadrukt het belang van bewijsvoering in civiele procedures en de rol van schriftelijke verklaringen in de waardering van bewijs.