ECLI:NL:RBARN:2004:AO9360
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verdeling van de huwelijksgoederengemeenschap en de toewijzing van rente over bankrekeningen
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 17 maart 2004 uitspraak gedaan in een geschil tussen twee partijen, aangeduid als X en Y, die in algehele gemeenschap van goederen gehuwd zijn geweest. De rechtbank heeft de echtscheiding tussen partijen uitgesproken op 3 april 2003, met inschrijving op 26 mei 2003. De partijen hebben gekozen voor 1 juli 2002 als peildatum voor de verdeling van hun huwelijksgoederengemeenschap. X vorderde dat Y zou meewerken aan de vaststelling van de wijze van verdeling van de gemeenschap en om een bedrag te betalen ter zake van overbedeling, vermeerderd met wettelijke rente. Y voerde gemotiveerd verweer.
Tijdens de comparitie is gebleken dat partijen overeenstemming hebben bereikt over een groot aantal posten, maar er resteerde een geschil over de verrekening van rente over de bankrekeningen waarvan de saldi ter comparitie zijn verdeeld. De rechtbank oordeelde dat de rente over de saldi gelijkelijk aan beide partijen toekomt, met als peildatum 1 juli 2002. Daarnaast was er een geschil over een lening die X had afgesloten, waarvan zij stelde dat deze was aangegaan voor haar levensonderhoud. De rechtbank oordeelde dat deze lening niet voor verdeling in aanmerking komt en dat Y niet verplicht is om het bedrag van de lening aan X te vergoeden, aangezien X al alimentatie had ontvangen.
De rechtbank heeft de vordering van X tot vergoeding van de lening afgewezen en ook de vordering tot vergoeding van de wettelijke rente. De vordering van Y tot verdeling van zijn lening werd niet verder besproken, omdat de vordering van X was afgewezen. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij haar eigen kosten draagt. De rechtbank gelastte de verdeling van de rente over de bankrekeningen en verklaarde het vonnis uitvoerbaar bij voorraad. Dit vonnis is uitgesproken door mr. I.D. Jacobs.