ECLI:NL:RBARN:2004:AP1365

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
24 maart 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
106432
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • D. van Driel van Wageningen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Onbevoegdheid van de Rechtbank Arnhem in geschil over advocaat honorarium

In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 24 maart 2004 uitspraak gedaan in een geschil tussen de maatschap CMS Derks Star Busmann en de vennootschap Quick-Tipp International GmbH. CMS had een eis ingesteld tegen Quick-Tipp, waarbij zij betaling vorderde van een bedrag van € 8.934,11, bestaande uit een hoofdsom van € 7.745,32, rente en incassokosten. Quick-Tipp had echter een exceptie van onbevoegdheid ingediend, stellende dat de rechtbank niet bevoegd was om van het geschil kennis te nemen. Dit beroep op onbevoegdheid was gebaseerd op artikel 32 van de Wet Tarieven in Burgerlijke Zaken (WTBZ), dat voorschrijft dat geschillen over het salaris van advocaten door de Raad van Toezicht behandeld dienen te worden.

De rechtbank heeft in haar overwegingen vastgesteld dat de WTBZ een bijzondere rechtsgang kent voor de behandeling van geschillen over het salaris dat door de advocaat aan de cliënt is berekend. Artikel 40 van deze wet wijst de Raad van Toezicht aan als de exclusieve bevoegde instantie voor dergelijke geschillen. De rechtbank oordeelde dat het geschil tussen CMS en Quick-Tipp inderdaad betrekking had op de hoogte van het honorarium, en dat Quick-Tipp niet opkwam tegen het uurtarief, maar tegen het aantal in rekening gebrachte uren.

Uiteindelijk heeft de rechtbank zich onbevoegd verklaard om van het geschil kennis te nemen en CMS veroordeeld in de proceskosten van het incident. De uitspraak benadrukt het belang van de specifieke procedures die gelden voor geschillen over advocaat honoraria en de rol van de Raden van Toezicht in deze context. De beslissing werd uitgesproken door mr. D. van Driel van Wageningen en is openbaar gemaakt op dezelfde datum.

Uitspraak

Rechtbank Arnhem
Sector civiel recht
Zaak/rolnummer: 106432/HA ZA 03-1969
Datum vonnis: 24 maart 2004
Vonnis
in de zaak van
de maatschap
CMS DERKS STAR BUSMANN,
gevestigd en kantoorhoudende te Arnhem,
eiseres in de hoofdzaak bij dagvaarding van 12 november 2003,
verweerster in het incident,
procureur mr. P.A.C. de Vries te Arnhem,
advocaat mr. A.E.M. Bierens te Veghel,
tegen
de vennootschap naar Duits recht
QUICK-TIPP INTERNATIONAL GmbH,
gevestigd en kantoorhoudende te Wesel (Duitsland),
gedaagde in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
procureur en advocaat mr. W.H.B.M. Litjens te Elst.
Het verloop van de procedure
CMS heeft een eis ingesteld die overeenstemt met de dagvaarding. Daarbij heeft zij drie producties overgelegd. Quick-Tipp heeft een conclusie van antwoord tevens incidentele conclusie houdende een exceptie van onbevoegdheid genomen. CMS heeft vervolgens een incidentele conclusie van antwoord genomen. Daarop is vonnis bepaald.
Het geschil in de hoofdzaak en in het incident
1. In de hoofdzaak heeft CMS gevorderd Quick-Tipp te veroordelen aan haar te betalen een bedrag van € 8.934,11 (€ 7.745,32 wegens hoofdsom, te vermeerderen met € 303,71 aan rente tot en met 3 november 2003 en met € 885,08 wegens incassokosten), te vermeerderen met de contractuele althans wettelijke rente over de hoofdsom vanaf 4 november 2003 en met de veroordeling voorts van Quick-Tipp in de kosten van de procedure.
2. CMS heeft daaraan ten grondslag gelegd dat zij juridische bijstand heeft verleend aan Quick-Tipp in een procedure tegen A en dat zij ter zake van deze door haar verrichte werkzaamheden (gespecificeerde) declaraties aan Quick-Tipp heeft verzonden tot een totaalbedrag van
€ 7.745,32. Quick-Tipp heeft deze declaraties niet betaald.
3. Voor alle weren heeft Quick-Tipp gevorderd dat de rechtbank zich onbevoegd zal verklaren van het onderhavige geschil kennis te nemen, met veroordeling van CMS in de kosten van het incident. Quick-Tipp heeft daartoe gesteld dat CMS op grond van artikel 32 van de Wet Tarieven Burgerlijke Zaken de begrotingsprocedure bij de Raad van Toezicht had moeten volgen.
4. CMS heeft de incidentele vordering gemotiveerd weersproken.
De beoordeling van het geschil in het incident
5. In de Wet tarieven in burgerlijke zaken (hierna: WTBZ) is in de derde titel voorzien in een bijzondere rechtsgang voor de behandeling van geschillen over het salaris dat door de advocaat aan de cliënt is berekend. Artikel 40 van deze wet wijst de bijzondere rechter aan die bij uitsluiting bevoegd is deze geschillen te beslissen. Deze regeling stoelt vooral daarop dat de Raden van Toezicht bij uitstek deskundig zijn om te begroten wat advocaten - “naar mate van het belang en de moeilijkheid der zaken, mitsgaders van den tijd, welke daaraan besteed heeft moeten worden” (art. 30) - toekomt als honorarium. Deze bijzondere regeling kan alleen worden toegepast in het geval van een geschil over de hoogte van het bedrag van de declaratie, en niet in geschillen die niet de omvang van het gedeclareerde bedrag betreffen (HR 18 juni 1993, NJ 1994, 4).
6. In dit geval is er sprake van een geschil over de hoogte van het bedrag van de declaraties. Quick-Tipp heeft opgeworpen dat zij “het niet eens is met de hoogte van het haar door eiseres in rekening gebrachte honorarium” en daarvoor enkel aangevoerd dat uit de door CMS overgelegde specificaties blijkt dat zij in totaal meer dan 42 uren aan haar zaak heeft besteed. Dat is in de ogen van Quick-Tipp te veel.
7. De omstandigheid dat de partijen, zo blijkt uit de door CMS overgelegde productie 1 bij de dagvaarding, een bepaald uurtarief met elkaar hebben afgesproken is onvoldoende voor een ander oordeel. Quick-Tipp komt immers niet op tegen de hoogte van het uurtarief, maar tegen het aantal in rekening gebrachte uren. Dat blijft
een geschil in de zin als in rechtsoverweging 5 bedoeld.
8. De slotsom is dat de rechtbank onbevoegd is van het geschil kennis te nemen. Als de in het ongelijk gestelde partij zal CMS in de proceskosten van het incident worden veroordeeld.
De beslissing
De rechtbank
verklaart zich onbevoegd van het geschil kennis te nemen,
veroordeelt CMS in de kosten van de procedure in het incident, tot deze uitspraak aan de zijde van Quick-Tipp bepaald op € 331,-- voor salaris procureur.
Dit vonnis is gewezen door mr. D. van Driel van Wageningen en uitgesproken in het openbaar op 24 maart 2004.
de griffier de rechter
coll.: ED