ECLI:NL:RBARN:2004:AP3599
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- H.W. Collewijn
- Rechtspraak.nl
Afwijzing van vorderingen in civiele procedure met betrekking tot executoriaal derdenbeslag
In deze civiele procedure, behandeld door de Rechtbank Arnhem, hebben eisers, CARSHOPPING INTERNATIONAL B.V. en X, op 16 april 2003 executoriaal derdenbeslag laten leggen op goederen van gedaagde, WILLARD HOLDING B.V. De gedaagde heeft op (of kort na) 28 mei 2003 en aanvullend op (of kort na) 3 juni 2003 schriftelijke verklaringen afgelegd over rechtsverhoudingen met de beslagene. Eisers hebben gedaagde op 28 juli 2003 gedagvaard tot het doen van een gerechtelijke verklaring en tot betaling of afgifte van hetgeen volgens de rechter aan hen toekomt. Tijdens de comparitie van partijen op 1 maart 2004 heeft de advocaat van gedaagde gewezen op artikel 477a lid 2 Rv., dat bepaalt dat de dagvaarding tot het doen van een gerechtelijke verklaring binnen twee maanden na het afleggen van de verklaring moet plaatsvinden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de dagvaarding tijdig was, gerekend vanaf de aanvullende verklaring op 3 juni 2003.
De rechtbank heeft de verklaringen van gedaagde, zowel in de beslagprocedure als ter comparitie, als juist beoordeeld. Eisers hebben geen aanleiding gezien om hun stellingname in de procedure uit te breiden of de verklaring van gedaagde te betwisten. De rechtbank concludeert dat gedaagde niets van de beslagene onder zich heeft of aan hem verschuldigd is. Daarom worden de vorderingen van eisers afgewezen.
De rechtbank heeft eisers bovendien veroordeeld in de kosten van de procedure, die zijn begroot op € 205,-- voor verschotten en € 780,-- voor salaris van de procureur. Het vonnis is uitgesproken in het openbaar op 19 mei 2004 door mr. H.W. Collewijn.