ECLI:NL:RBARN:2004:AP3660
Rechtbank Arnhem
- Kort geding
- H.Æ. Uniken Venema
- Rechtspraak.nl
Faillissement en bewindvoering in kort geding met betrekking tot financiële dienstverlening
In deze zaak, die op 4 juni 2004 door de Rechtbank Arnhem is behandeld, hebben de eisers, de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Financiële Dienstverlening B.V. (FDE) en X, een kort geding aangespannen tegen Y, die als curator is aangesteld na het faillissement van FDE. De eisers vorderden primair dat Y zijn functie als bewindvoerder naar behoren zou uitoefenen en de bedrijfsactiviteiten van FDE zou voortzetten. Subsidiair vroegen zij om dezelfde voorzieningen onder de voorwaarde dat het faillissementsvonnis zou worden vernietigd.
De voorzieningenrechter overwoog dat FDE op dat moment failliet was en dat Y als curator handelde, waardoor de eisers geen belang hadden bij het primair gevorderde. De subsidiaire vordering werd eveneens afgewezen, omdat de voorzieningenrechter niet kon oordelen over een toekomstige situatie die afhankelijk was van de uitkomst van een hoger beroep. De rechter benadrukte dat de bevoegdheid van de burgerlijke rechter was gegeven door de stellingen van de eisers, die stelden dat Y onrechtmatig had gehandeld door zijn wettelijke taken te overschrijden.
De voorzieningenrechter concludeerde dat Y niet onrechtmatig had gehandeld en dat hij de onderneming niet had stilgelegd, ondanks de beweringen van de eisers. De rechter wees de eisers als in het ongelijk gestelde partij in de kosten van het kort geding. Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier op 4 juni 2004.