ECLI:NL:RBARN:2004:AP3798
Rechtbank Arnhem
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Bevoegdheid van de voorzieningenrechter in geschil over samenwerking tussen partijen na afloop van een driejaarcontract
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem zich gebogen over de bevoegdheid van de voorzieningenrechter om kennis te nemen van een geschil tussen de besloten vennootschap PRONET B.V. en de vennootschap UNGER GERMANY GMBH. De eiseres, Pronet, heeft Unger in kort geding gedagvaard en vorderde onder andere de voortzetting van de samenwerking op basis van een eerder gesloten driejaarcontract. Dit contract, dat onder Duits recht viel, was in 2000 geëxpireerd, maar partijen hebben hun samenwerking voortgezet zonder een nieuwe overeenkomst te sluiten. De voorzieningenrechter heeft zich in eerste instantie moeten buigen over de vraag of de dagvaarding geldig was, aangezien Unger betwistte dat deze aan haar was betekend. Ondanks de betwisting heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat Unger niet onredelijk in haar belangen was geschaad door het gebrek in de dagvaarding, waardoor het beroep op nietigheid faalde.
Vervolgens heeft de rechtbank de bevoegdheid van de voorzieningenrechter beoordeeld. De rechtbank concludeerde dat, gezien de forumkeuze in het driejaarcontract, een Duits gerecht bevoegd was om kennis te nemen van geschillen die voortvloeien uit de samenwerking tussen partijen. De rechtbank oordeelde dat Pronet onvoldoende had aangetoond dat de samenwerking onder de voorwaarden van het driejaarcontract was voortgezet, en dat de vordering van Pronet onvoldoende was onderbouwd. Hierdoor verklaarde de voorzieningenrechter zich onbevoegd om kennis te nemen van het geschil. Pronet werd als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de kosten van de procedure.
De uitspraak benadrukt het belang van de forumkeuze in contractuele relaties en de gevolgen van het niet tijdig vastleggen van nieuwe afspraken na afloop van een contract. De beslissing van de rechtbank is op 10 juni 2004 openbaar uitgesproken door mr. O. Nijhuis, in aanwezigheid van de griffier mr. M.J. Daggenvoorde.