ECLI:NL:RBARN:2004:AP4223
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzetvonnis inzake voorlopige voorzieningen en voeging in civiele procedure
In deze zaak vordert eiseres, Dexia Bank Nederland N.V., bij de Rechtbank Arnhem een voorlopige voorziening en voeging van procedures die aanhangig zijn bij de rechtbank Amsterdam. De rechtbank behandelt de vorderingen van gedaagde, aangeduid als X, die primair verzoekt om schorsing van de procedure. De rechtbank overweegt dat de uitkomst van de onderhavige procedure niet afhankelijk is van de procedures in Amsterdam, en wijst de primaire vordering af. De subsidiaire vordering tot voeging wordt eveneens afgewezen, omdat voeging alleen mogelijk is als de procedures bij dezelfde rechter aanhangig zijn.
De rechtbank verwijst naar eerdere vonnissen en het verloop van de procedure, waarbij X niet in staat is gebleken om relevante processtukken over te leggen. De rechtbank concludeert dat er geen sprake is van litispendentie of verknochtheid, en dat de vorderingen van X onvoldoende zijn onderbouwd. De rechtbank wijst ook de vordering van X af om een melding bij het BKR ongedaan te maken, omdat X een betalingsachterstand heeft en nog geen verweer heeft gevoerd.
De rechtbank besluit de incidentele vorderingen af te wijzen en X te veroordelen in de kosten van het incident. Het vonnis is uitgesproken in het openbaar op 28 april 2004 door rechter O. Nijhuis.