ECLI:NL:RBARN:2004:AR3201

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
31 augustus 2004
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
116941
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • H.Æ. Uniken Venema
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Misbruik van bevoegdheid bij tenuitvoerlegging uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis

In deze zaak heeft eiser [X], directeur/aandeelhouder van Complete Transport Service B.V. (CTS), gedaagde [Y] gedagvaard in kort geding. [Y] was in dienst bij CTS en was eerder op staande voet ontslagen. Na een kort geding vonnis van 25 juni 2002, waarin CTS werd veroordeeld tot doorbetaling van het loon van [Y], heeft de kantonrechter de arbeidsovereenkomst ontbonden en [Y] een vergoeding toegekend. [Y] heeft vervolgens beslag gelegd op de bezittingen van [X] na een uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis van 26 november 2003, waarin [X] werd veroordeeld tot betaling van een bedrag aan [Y].

[X] vorderde in kort geding dat [Y] de executie van het vonnis zou staken, omdat hij meende dat [Y] misbruik maakte van zijn bevoegdheid. [Y] voerde verweer en stelde dat hij belang had bij de incasso van zijn vordering, die inmiddels was opgelopen tot € 29.050,93. De voorzieningenrechter oordeelde dat er onvoldoende bewijs was voor het misbruik van bevoegdheid door [Y]. De rechter stelde vast dat [Y] over een executoriale titel beschikte en dat hij in financiële problemen verkeerde.

De voorzieningenrechter weigerde de gevraagde voorziening en veroordeelde [X] in de kosten van de procedure. De uitspraak werd gedaan op 31 augustus 2004 door mr. H.Æ. Uniken Venema, in aanwezigheid van griffier mr. E.S.M. Daamen. De zaak benadrukt de voorwaarden waaronder een verbod of schorsing van de tenuitvoerlegging van een uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis kan worden opgelegd, waarbij misbruik van bevoegdheid een cruciaal element is.

Uitspraak

Rechtbank Arnhem
Sector civiel recht
Zaak-/rolnummer: 116941 / KG ZA 04-535
Datum vonnis: 31 augustus 2004
Vonnis
in kort geding
in de zaak van
[X],
wonende te [A],
eiser,
procureur en advocaat mr. A.G.W. Leysen te Nijmegen,
tegen
[Y],
wonende te [A],
gedaagde,
procureur mr. W.H.B.K. Brunet de Rochebrune,
advocaat mr. W.J.M. Messelink te Nijmegen.
Het verloop van de procedure
Eiser, hierna te noemen [X], heeft gedaagde, hierna te noemen [Y], ter zitting in kort geding doen dagvaarden en gevorderd als weergegeven in de dagvaarding.
[Y] heeft geconcludeerd tot weigering van de gevorderde voorzieningen.
De advocaten van partijen hebben de zaak bepleit, beiden overeenkomstig de door hen overgelegde pleitnotities.
Daarbij hebben zij producties in het geding gebracht.
Ten slotte is vonnis bepaald.
De vaststaande feiten
1. [X] is directeur/aandeelhouder van de besloten vennootschap Complete Transport Service B.V. (hierna te noemen CTS). [Y] is met ingang van 1 februari 2002 bij CTS in dienst getreden. De arbeidsovereenkomst is aangegaan voor de duur van 11 maanden (eindigend 31 december 2002).
2. Op 14 mei 2002 is [Y] op staande voet ontslagen.
3. Bij brief van 17 mei 2002 heeft [Y] een beroep gedaan op vernietigbaarheid van het ontslag.
4. Bij kort geding vonnis van 25 juni 2002 heeft de kantonrechter CTS veroordeeld tot doorbetaling van het loon van [Y] totdat de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig zal zijn beëindigd. CTS heeft tegen het vonnis geen hoger beroep ingesteld.
5. Bij beschikking van 12 juli 2002 heeft de kantonrechter de arbeidsovereenkomst met ingang van 1 augustus 2002 ontbonden en [Y] een vergoeding toegekend van € 14.000,- bruto.
6. Op 5 november 2002 heeft [Y] ten laste van CTS executoriaal derdenbeslag doen leggen onder meerdere debiteuren van CTS, uit hoofde waarvan hem op 27 februari 2003 een bedrag van € 10.537,80 is uitgekeerd.
7. Per 27 februari 2003 bedroeg de (restant)vordering van [Y] op CTS € 24.800,54, exclusief wettelijke rente.
8. Bij dagvaarding van 4 juni 2003 heeft [Y] [X] als directeur/aandeelhouder van CTS aansprakelijk gesteld voor de door hem geleden schade ten bedrage van voornoemd bedrag. [X] heeft geen verweer gevoerd. Bij uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis van deze rechtbank van 26 november 2003 is [X] veroordeeld tot betaling van voornoemd bedrag, te vermeerderen met de wettelijke rente en de proceskosten. In februari 2004 heeft [X] hoger beroep ingesteld. Tot op heden heeft hij nog geen memorie van grieven ingediend.
9. [Y] heeft krachtens laatstgenoemd vonnis executoriaal beslag doen leggen op het woonhuis en de inboedel van [X] gelegen aan de [adres] [A], op het aan [X] in eigendom toebehorende bedrijfspand gelegen aan de [adres] [A] (hierna te noemen het bedrijfspand), alsmede op de huurpenningen die Convoi Europe B.V. op grond van een huurovereenkomst met [X] aan hem dient te betalen.
De vordering
10. [X] stelt dat hij het bedrijfspand onlangs heeft verkocht en dat de levering uiterlijk 1 september 2004 dient plaats te vinden. Levering van het pand is niet mogelijk, gezien het beslag dat door [Y] is gelegd. [X] heeft naar zijn zeggen [Y] verzocht het beslag op te heffen op voorwaarde dat er door de notaris een bedrag ter hoogte van diens vordering in depot zal worden gehouden totdat in hoger beroep zal zijn beslist. [Y] heeft dit geweigerd.
11. Stellende dat [Y] misbruik maakt van zijn bevoegdheid vordert [X] thans [Y] te veroordelen de executie van het vonnis van 26 november 2003 te staken door mee te werken aan het royement van het beslag dat is gelegd op het bedrijfspand, onder de voorwaarde dat er na de overdracht een bedrag van € 30.000,- bij de notaris in depot zal blijven, totdat in hoger beroep zal zijn beslist. Daarnaast vordert [X] [Y], op straffe van een dwangsom te veroordelen beide andere beslagen op te heffen, zodra hij door de notaris in kennis is gesteld van voornoemd depot.
12. [Y] voert gemotiveerd verweer waarop voor zover van belang, hierna zal worden ingegaan.
De beoordeling van de vordering
13. Voorop gesteld wordt dat volgens vaste jurisprudentie voor een verbod of schorsing van de tenuitvoerlegging van een uitvoerbaar bij voorraad verklaard vonnis, alleen plaats is als die tenuitvoerlegging misbruik van bevoegdheid zou opleveren. Van zulk misbruik is sprake indien het te executeren vonnis klaarblijkelijk berust op een evidente juridische of feitelijke misslag of indien zich na het wijzen van het vonnis nieuwe feiten hebben voorgedaan of bekend zijn geworden waardoor aan de zijde van de geëxecuteerde een noodtoestand zou ontstaan, waardoor een onverwijlde tenuitvoerlegging niet kan worden aanvaard. Geen van bedoelde omstandigheden doet zich hier echter voor. [X] heeft ook niet gesteld dat hiervan sprake is doch slechts dat [Y] geen in redelijkheid te respecteren belang heeft bij de executie van het vonnis.
14. Daartegenover stelt [Y] zich op het standpunt dat hij er alle belang bij heeft om zijn vordering -die inmiddels is opgelopen tot € 29.050,93 exclusief kosten en wettelijke rente- zo spoedig mogelijk te incasseren. Hij heeft financiële problemen. Naar zijn zeggen doet [X] er alles aan om de zaak te vertragen. [X] is op het allerlaatste moment in hoger beroep gekomen van het vonnis van de rechtbank en heeft tot op heden slechts volstaan met het vragen van uitstel.
15. Naar het voorlopig oordeel van de voorzieningenrechter is niet, althans onvoldoende aannemelijk geworden dat [Y] misbruik maakt van zijn bevoegdheid tot tenuitvoerlegging van het uitvoerbaar bij voorraad verklaarde vonnis van 26 november 2003. Op grond van dit vonnis beschikt [Y] over een executoriale titel. Onweersproken is voorts dat [Y] in financiële problemen verkeert. Daarbij komt dat [X] minst genomen de indruk wekt geen haast te maken met het hoger beroep. Desgevraagd heeft de advocaat van [X] ter zitting meegedeeld dat hij nog geen memorie van grieven heeft genomen. Onder die omstandigheden kan vooralsnog niet in redelijkheid van [Y] worden verwacht dat hij, in afwachting van de uitkomst van het hoger beroep, genoegen neemt met een bij de notaris in depot gesteld bedrag waarover hij niet kan beschikken.
16. Het voorgaande betekent dat de gevraagde voorziening dient te worden geweigerd. Het bestaan van een restitutierisico, zoals [X] heeft gesteld, maakt deze beslissing niet anders. In dit executiegeschil is slechts aan de orde of [Y] misbruik maakt van zijn bevoegdheid door over te gaan tot executie van voornoemd vonnis. Gelet op hetgeen hiervoor is overwogen, kan dat in het onderhavige geval niet worden gezegd.
17. [X] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van dit kort geding worden verwezen.
De beslissing
De voorzieningenrechter
weigert de gevorderde voorziening,
veroordeelt [X] in de kosten van deze procedure, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [Y] bepaald op € 703,- voor salaris en op € 241,- voor verschotten.
Dit vonnis is gewezen door mr. H.Æ. Uniken Venema en in het openbaar uitgesproken in tegenwoordigheid van de griffier mr. E.S.M. Daamen op 31 augustus 2004.
de griffier de rechter