Rechtbank Arnhem
Sector civiel recht
Zaak-/rolnummer: 114214/HA ZA 04-1021
Datum vonnis: 22 september 2004
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BERENDSEN TEXTIEL SERVICE B.V.,
statutair gevestigd en kantoorhoudende te Arnhem,
eiserses in de hoofdzaak bij dagvaarding van 2 juni 2004,
verweerster in het incident,
procureur mr. J.Th.M. Palstra,
advocaat mr. M.C.P. van Dongen,
beiden te Nijmegen,
1. de vennootschap onder firma
TRUCK- & TRAILERSERVICE KLUNDERT,
gevestigd en kantoorhoudende te Moerdijk,
2. [gedaagde],
3. [gedaagde],
beiden wonende te [woonplaats],
gedaagden in de hoofdzaak,
eisers in het incident,
procureur mr. F.J. Boom te Arnhem,
advocaat mr. J.M. Karstens te Barendrecht.
Het verloop van de procedure in de hoofdzaak en in het incident
Berendsen heeft een eis ingesteld die overeenstemt met de dagvaarding. Daarbij heeft zij vijf producties overgelegd. T&T c.s. hebben een conclusie van antwoord tevens incidentele conclusie houdende een exceptie van onbevoegdheid (met zes producties) genomen. Berendsen heeft vervolgens een incidentele conclusie van antwoord met drie producties genomen. Tevens heeft zij ter griffie van deze rechtbank een originele overeenkomst gedeponeerd. Daarop hebben T&T c.s. een akte genomen. Vervolgens is vonnis bepaald.
Het geschil in de hoofdzaak en in het incident
1. In de hoofdzaak heeft Berendsen gevorderd T&T c.s. te veroordelen aan haar te betalen:
-€ 14.176,58 aan hoofdsom, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf 21 maart 2003, althans vanaf 28 januari 2004, althans vanaf de dag van de dagvaarding,
-€ 780,-- wegens buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf de dag van de dagvaarding.
2. Aan deze vordering heeft Berendsen onder meer, kort
weergegeven, het volgende ten grondslag gelegd. Tussen Berendsen
- toen nog genaamd Neproma Textiel Service B.V. - en T&T c.s. is op
2 oktober 1997 een overeenkomst voor de duur van 36 maanden tot stand gekomen met betrekking tot de huur en verhuur, bruikleen en onderhoud van bedrijfskleding. De overeenkomst is telkens stilzwijgend verlengd met een periode van 12 maanden, laatstelijk op 2 oktober 2002. Berendsen heeft uit hoofde van deze overeenkomst werkzaamheden voor T&T c.s. verricht en ter zake daarvan facturen aan T&T c.s. gezonden. T&T c.s. hebben deze facturen tot een bedrag van € 10.708,69 (inclusief omzetbelasting) onbetaald gelaten. Ook zijn T&T in gebreke gebleven te voldoen aan de overeengekomen afnameverplichting als gevolg waarvan de overeenkomst inmiddels (hetzij door T&T c.s., hetzij door Berendsen) tussentijds is beëindigd. Op grond van de toepasselijke algemene voorwaarden is T&T c.s. dan gehouden tot overname van de op het moment van de beëindiging aan hen in gebruik verstrekte goederen, alsmede tot betaling van de winstderving. De overnamekosten en winstderving bedragen tezamen
€ 3.467,89 (inclusief omzetbelasting).
3. Voor alle weren hebben T&T c.s. gevorderd dat de rechtbank zich onbevoegd zal verklaren van het onderhavige geschil kennis te nemen, met de veroordeling van Berendsen in de kosten van het incident. T&T c.s. hebben betwist dat op de overeenkomst de algemene voorwaarden - waarin een forumkeuzebeding is opgenomen - van toepassing zijn, zodat niet de rechtbank Arnhem maar de rechtbank van hun woonplaats, Breda, bevoegd is van het geschil kennis te nemen.
4. Berendsen heeft de incidentele vordering gemotiveerd weersproken.
De beoordeling van het geschil
5. Uit het door Berendsen ter griffie van deze rechtbank gedeponeerde origineel van de tussen Neproma en T&T c.s. in oktober 1997 gesloten overeenkomst blijkt dat [gedaagde] de overeenkomst namens T&T c.s. heeft ondertekend. Daarmee hebben T&T c.s. de algemene voorwaarden naar welke onder aan de overeenkomst wordt verwezen aanvaard zodat zij daaraan gebonden zijn. In de overeenkomst is immers neergelegd dat deze is gesloten “onder bovengenoemde condities en overeenkomstig de algemene voorwaarden”.
6. T&T c.s. hebben, zo vat de rechtbank het op, voorts opgeworpen dat de algemene voorwaarden hun voor of bij het sluiten van de overeenkomst niet ter hand zijn gesteld, zodat de bedingen in de algemene voorwaarden, waaronder het in artikel 12.2 neergelegde forumkeuzebeding waarop Berendsen zich beroept, vernietigbaar zijn.
7. Uit het hiervoor genoemde origineel van de tussen Neproma en T&T c.s. gesloten overeenkomst blijkt dat op de achterzijde van de overeenkomst de algemene voorwaarden van Neproma staan afgedrukt. Daaruit volgt dat T&T c.s. vóór of bij het sluiten van de overeenkomst de mogelijkheid hebben gehad kennis te nemen van de algemene voorwaarden en hiertegen op te komen. Aldus is voldaan aan art. 6:233 aanhef en onder b juncto art. 6:234 lid 1 onder a BW.
8. T&T c.s. hebben in dat verband nog opgeworpen dat Berendsen en Neproma niet een en dezelfde vennootschap zijn. Zij hebben overgelegd uittreksels uit het handelsregister van Berendsen en Neproma van 23 juli 2004. Gelet op de aantekening in het uittreksel van Neproma kan volgens T&T c.s. ook niet worden uitgesloten dat wijzigingen zijn aangebracht in de door Neproma gehanteerde algemene voorwaarden, waarvan T&T c.s. niet op de hoogte zijn gebracht.
In het uittreksel uit het handelsregister van Neproma is onder meer vermeld:
“Fusie/splitsing: (...) per 15-09-99 fusieakte verleden: Fapona Milieu Service B.V. (...) als verkrijgende rechtspersoon en Neproma Textiel Service B.V. als verdwijnende rechtspersoon (...)”.
Dat strookt met de door Berendsen overgelegde fusieakte van 15 september 1999, waaruit blijkt dat op die datum een juridische fusie tot stand is gekomen tussen Fapona als verkrijgende rechtspersoon en Neproma als verdwijnende rechtspersoon. Onweersproken is dat bij akte van statutenwijziging van diezelfde datum de naam van Fapona is gewijzigd in Berendsen. Daaruit volgt genoegzaam dat Berendsen heeft te gelden als rechtsopvolgster onder algemene titel van het vermogen van Neproma en dat de rechten en verplichtingen uit onderhavige overeenkomst op Berendsen zijn overgegaan. Dat zich in de algemene voorwaarden van Neproma/Berendsen mogelijk wijzigingen hebben voorgedaan is niet relevant. De tussen T&T c.s. en Neproma gesloten overeenkomst werd en wordt beheerst door de algemene voorwaarden van Neproma zoals die ten tijde van het sluiten van de overeenkomst
- oktober 1997 - golden. Vast staat dat in artikel 12.2 van die algemene voorwaarden een forumkeuzebeding is opgenomen waarin is neergelegd dat de bevoegde rechter de rechter binnen het arrondissement Arnhem is of de rechter van de woonplaats van de opdrachtgever, zulks naar de keuze van Neproma.
9. Het vorenstaande leidt tot de slotsom dat de exceptie van onbevoegdheid ten onrechte is opgeworpen. Als de in het ongelijk gestelde partij zullen T&T c.s. worden veroordeeld in de proceskosten van het incident.
10. Er bestaat aanleiding een comparitie van partijen te beleggen om inlichtingen over de zaak te vragen en om te onderzoeken of de
partijen het op een of meer punten met elkaar eens kunnen worden. Daarbij kan de mogelijkheid van doorverwijzing naar een mediator aan de orde komen. Voor de comparitie is twee uur uitgetrokken.
11. De partijen wordt verzocht de stukken waarop zij tijdens de comparitie een beroep willen doen, uiterlijk twee weken tevoren in fotokopie aan de andere partij en aan de rechtbank toe te zenden.
12. Ter bevordering van een voortvarende afwikkeling van de procedure moeten de partijen erop voorbereid zijn dat de rechtbank een mondeling tussenvonnis, bijvoorbeeld tot een bewijsopdracht of deskundigenonderzoek, kan wijzen overeenkomstig art. 232, tweede lid, aanhef en onder a, Rv.
13. Ter comparitie kan aan de orde komen wie de partijen eventueel als deskundige(n) benoemd willen zien.
14. Hoger beroep van dit vonnis staat slechts open tegelijk met dat van het eindvonnis (art. 337, tweede lid, Rv.). Iedere verdere beslissing zal worden aangehouden.
verwerpt het beroep op onbevoegdheid,
veroordeelt T&T c.s. in de kosten van de procedure in het incident, tot deze uitspraak aan de zijde van Berendsen bepaald op € 390,-- voor salaris procureur,
bepaalt dat de partijen, vergezeld van hun advocaten, voor de rechtbank (mr. D. van Driel van Wageningen) zullen verschijnen in het Paleis van Justitie te Arnhem aan de Walburgstraat 2-4 om inlichtingen over de zaak te geven en te laten onderzoeken of de partijen het op een of meer punten met elkaar eens kunnen worden, op een door de rechtbank vast te stellen datum en tijd (in beginsel op een dinsdag),
verwijst de zaak naar de tweede rolzitting na de dag waarop dit vonnis is uitgesproken, voor het opgeven van de verhinderdagen van de partijen en hun advocaten in de maanden november 2004 tot en met januari 2005, waarna dag en uur van de comparitie zullen worden bepaald,
bepaalt dat bij gebreke van de gevraagde opgave(n) de rechtbank het tijdstip van de comparitie zelfstandig zal bepalen,
bepaalt dat na de vaststelling van het tijdstip van de comparitie dit in beginsel niet zal worden gewijzigd,
bepaalt dat [gedaagde] en/of [gedaagde] dan in persoon aanwezig zullen zijn en dat Berendsen dan vertegenwoordigd zal zijn door iemand die van de zaak op de hoogte is en hetzij rechtens hetzij op grond van een bijzondere schriftelijke volmacht bevoegd is haar te vertegenwoordigen,
verzoekt de tijdige toezending van de stukken zoals onder 11 bedoeld,
in de hoofdzaak en in het incident
verstaat dat hoger beroep van dit vonnis alleen mogelijk is tegelijk met dat van het eindvonnis.
Dit vonnis is gewezen door mr. D. van Driel van Wageningen en uitgesproken in het openbaar op 22 september 2004.