ECLI:NL:RBARN:2004:AR4880
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vergoeding van proceskosten in bestuursrechtelijke procedures en ontvankelijkheid van beroep
In deze zaak heeft eiser, [eiser], beroep ingesteld tegen een beslissing van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Arnhem. De zaak betreft een verzoek om vergoeding van proceskosten in verband met een bezwaar dat eiser had ingediend tegen een besluit van verweerder, waarbij de bijstandsuitkering van [A] was verlaagd. Eiser had bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om vergoeding van de gemaakte kosten. Verweerder heeft het verzoek afgewezen, omdat niet aannemelijk was dat eiser beroepsmatig werkzaam was als rechtshulpverlener. Eiser heeft hiertegen bezwaar gemaakt, dat door de rechtbank is behandeld als beroepschrift.
De rechtbank heeft overwogen dat het verzoek om vergoeding van proceskosten moet worden opgevat als gedaan door eiser persoonlijk en niet namens [A]. Volgens de wetgeving, specifiek artikel 7:15 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), kan een belanghebbende alleen kosten vorderen als het bestuursorgaan het bestreden besluit herroept wegens onrechtmatigheid. De rechtbank concludeert dat eiser niet als belanghebbende kan worden aangemerkt in de zin van deze wetgeving, waardoor het verzoek om vergoeding van kosten niet kan worden ingewilligd.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiser niet-ontvankelijk verklaard, omdat het niet gericht was tegen een besluit in de zin van de Awb. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. D.J. Post en openbaar uitgesproken op 26 oktober 2004. Tegen deze uitspraak staat voor belanghebbenden hoger beroep open bij de Centrale Raad van Beroep.