ECLI:NL:RBARN:2004:AR5780
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - meervoudig
- N.W. Huijgen
- H. Eigenberg
- J.H.M. Delnooz-Engels
- Rechtspraak.nl
Ontuchtige handelingen met minderjarigen via telefoongesprekken en andere seksuele misdrijven
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 17 november 2004 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van ontuchtige handelingen met minderjarigen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte en het slachtoffer, een minderjarige, via telefoongesprekken elkaar seksueel opwonden en zichzelf aftrokken. Ondanks dat zij zich op verschillende locaties bevonden, oordeelde de rechtbank dat er sprake was van wederkerige ontuchtige handelingen. De verdachte werd schuldig bevonden aan het plegen van ontucht met het minderjarige slachtoffer, zoals in de bewezenverklaring omschreven.
De rechtbank heeft ook andere feiten beoordeeld, waaronder het seksueel binnendringen van minderjarigen en het verspreiden van kinderporno. De verdachte heeft ontuchtige handelingen gepleegd met meerdere minderjarigen, waarbij hij gebruik maakte van zijn feitelijke overwicht. De rechtbank sprak de verdachte vrij van enkele tenlastegelegde feiten, waaronder het dwangmatig laten ondergaan van seksuele handelingen door minderjarigen, omdat niet bewezen kon worden dat er sprake was van dwang.
De rechtbank heeft de ernst van de feiten en de impact op de slachtoffers in overweging genomen. De officier van justitie had een lange gevangenisstraf geëist, maar de rechtbank oordeelde dat de omstandigheden en de persoonlijke situatie van de verdachte, waaronder een psychologische beoordeling, een lagere straf rechtvaardigden. Uiteindelijk werd de verdachte veroordeeld tot een gevangenisstraf van twee jaar en terbeschikkingstelling met voorwaarden, waaronder behandeling en toezicht door de reclassering.