Rechtbank Arnhem
Sector civiel recht
Zaak-/rolnummer: 112194 / HA ZA 04-674
Datum vonnis: 24 november 2004
de naamloze vennootschap
MUVANTEX N.V.,
gevestigd te Deerlijk, België,
eiseres,
procureur mr. H. van Ravenhorst,
advocaat mr. L.J.P.E. Corten te Breda,
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DERBRI B.V.,
gevestigd te Culemborg,
gedaagde,
procureur mr. J.C.N.B. Kaal,
advocaat mr. J.W. Knipscheer te Amsterdam.
Partijen zullen hierna ook worden aangeduid als Muvantex en Derbri.
Het verloop van de procedure
Voor het verloop van de procedure tot het tussenvonnis van 14 juli 2004 wordt naar dat vonnis verwezen. Ter uitvoering van dit tussenvonnis is een comparitie van partijen gehouden. Het proces-verbaal daarvan bevindt zich bij de stukken. Ten slotte is vonnis bepaald.
1.1 Muvantex houdt zich bezig met het ontwerpen, fabriceren en verhandelen van meubelstoffen. Derbri legt zich, eveneens, toe op het (doen) fabriceren en verhandelen van meubelstoffen.
1.2 Tot het assortiment van Muvantex behoren onder meer de drie meubelstoffen ‘Quality Koala Chenille’, ‘Quality Kedge Chenille’ en ‘Quality Woala Chenille’.
1.3 In 2003 heeft Derbri stoffen gefabriceerd en deze onder de naam ‘Elephant 06’ verkocht. De dessins op deze stoffen zijn identiek aan of vertonen sterke gelijkenis met de dessins op de in overweging 1.2 door Muvantex op de markt gebrachte stoffen.
1.4 Bij brief van 2 maart 2004 heeft Muvantex, kort gezegd, Derbri gesommeerd de inbreuk op haar auteursrechten ten aanzien van de drie meubelstoffen te staken.
Bij brief van 5 maart 2004 heeft Debri Muvantex onder meer laten weten dat zij de in- en verkoop van de kwaliteit Elephant 06 heeft gestaakt. Derbri heeft in die brief voorts meegedeeld van wie en in welke omvang zij de bewuste stoffen geleverd heeft gekregen, en hoe groot de restantvoorraad is.
Bij telefaxbericht van 18 maart 2004 heeft Derbri Muvantex een nieuwe, en aangepaste, opgave gezonden van de omvang van de in- en verkoop van de stoffen, en van de omvang van de resterende voorraad per 17 maart 2003.
1.5 Op 8 april 2004 heeft Muvantex Derbri gedagvaard.
2.1 Muvantex vordert dat de rechtbank, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
1. Derbri zal verbieden de inbreukmakende stoffen te verkopen,
2. Derbri zal gebieden om binnen 3 dagen na betekening van dit vonnis een door een registeraccountant gecertificeerde verklaring aan Muvantex te overhandigen, waaruit blijkt:
- naam en adres van de toeleverancier van Derbri
- hoeveelheid en prijs van de geleverde en verkochte stoffen
- de per verkochte meter gemaakte winst
- wijze waarop winstberekening heeft plaatsgevonden
- restantvoorraad
3. Derbri zal gebieden om binnen drie dagen na betekening van dit vonnis de bij haar op voorraad zijde inbreukmakende producten ter vernietiging aan Muvantex aan te bieden,
4. zal bepalen dat Derbri een onmiddellijk opeisbare dwangsom verbeurt van € 5.000,-- per (gedeelte van een) dag dat Derbri in gebreke blijft aan het vonnis te voldoen,
5. Derbri zal veroordelen aan Muvantex een voorschot op de schadevergoeding te betalen van € 15.000,--,
6. Derbri zal veroordelen in de proceskosten.
2.2 Ter onderbouwing van haar vorderingen voert Muvantex aan dat zij auteursrechthebbende is op (de dessins op) een serie van drie, in de dagvaarding genoemde, stoffen. Derbri maakt, door het produceren en op de markt brengen van de kwaliteit Elephant 06, inbreuk op haar auteursrecht. Muvantex stelt dat zij schade heeft geleden door het handelen van Derbri. Zij betwist de door Derbri gedane opgave van de omvang van de verkopen van de Elephant 06-stoffen.
2.2 Derbri voert gemotiveerd verweer tegen de vorderingen van Muvantex, op welk verweer hierna waar nodig, zal worden ingegaan.
De beoordeling van het geschil
3.1 Tussen partijen is niet in geschil dat Derbri meubelstoffen heeft geproduceerd en op de markt heeft gebracht, waarvan de dessins (bijna) identiek zijn aan dessins op stoffen uit de collectie van Muvantex.
Derbri heeft tijdens de comparitie verklaard dat zij, indien komt vast te staan dat aan de dessins van Muvantex auteursrechtelijke bescherming toekomt, niet betwist dat G&G Textiles – die de dessins heeft ontworpen en/of uitgewerkt – het auteursrecht heeft overgedragen aan Muvantex.
3.2 Derbri betwist echter dat aan de stoffen van Muvantex auteursrechtelijke bescherming toekomt, wegens afwezigheid van oorspronkelijkheid.
Muvantex, die stelt dat het om originele dessins gaat, heeft ter onderbouwing van die stelling een brief d.d. 30 augustus 2004, met bijlagen, van G&G Textiles in het geding gebracht. Daarin zijn onder meer de, hoofdzakelijk technische, gegevens van een aantal stoffen en dessins van Muvantex opgenomen. Uit de brief is af te leiden dat Muvantex G&G Textiles eind januari 2001 de opdracht heeft verstrekt om een “safari-thema” uit te werken. Daarop heeft G&G Textiles in februari en mei 2001 vijf dessins ontwikkeld, en aan het eind van het jaar – blijkbaar omdat het thema aansloeg – nog één. De rechtbank heeft ter comparitie geconstateerd dat de in het geding zijnde stoffen overeenkomen met – een deel van – de door G&G Textiles ontwikkelde dessins, zoals neergelegd in de hierboven genoemde brief van G&G Textiles.
De ontwerpen zijn, zoals de Heer [betrokkene] van Derbri ter comparitie heeft verklaard, getekend met een cadcamprogramma. Sommige ontwerpen, zoals die met de referentienummers m2_0335 en m2_0336, zijn relatief eenvoudig en bestaan – grofweg omschreven – uit slingerende, door elkaar lopende lijnen of ruiten ingevuld met blokjes. Andere ontwerpen, zoals die met de nummers m2_0332, m2_0383 en m2_0428, combineren de eenvoudiger ontwerpen met dessins waarin onder meer getekende olifanten zijn verwerkt.
Naar het oordeel van de rechtbank kan enige originaliteit niet worden ontzegd aan de afzonderlijke stoffen, in het bijzonder niet aan die waarop verschillende dessins met elkaar worden gecombineerd. Dat geldt eveneens indien de op de stoffen afgebeelde olifanten, zoals Derbri heeft gesuggereerd, niet door G&G Textiles zelf zouden zijn ontworpen. De rechtbank is van oordeel dat uit de overgelegde stukken is af te leiden dat Muvantex de olifanten in een nieuw motief – immers, samengesteld uit afzonderlijke motieven – zijn geplaatst. In dessin m2_0332 zijn daaraan eveneens kleine olifanten toegevoegd, zoals Muvantex binnen het safari-thema ook kamelen en kleinere kamelen in de motieven heeft verwerkt. Verder verschillen de complexere dessins onderling, in het aantal tussenliggende stroken, de palmbomen etc. G&G Textiles heeft, op 11 februari 2004, schriftelijk verklaard de ontwerper te zijn van het dessin met olifanten, nummer m2_0428.
De bedoeling is voorts, zoals Muvantex heeft betoogd, dat de verschillende stoffen binnen het thema gecombineerd worden toegepast in een interieur. De eenvoudiger motieven komen daarbij terug in de complexere dessins, waardoor zij tezamen een geheel vormen. Ook het feit dus dat sprake is van een, in details uitgewerkt, thema dat in meerdere stoffen op diverse wijzen terugkomt, maakt dat de rechtbank van oordeel is dat de dessins het persoonlijk stempel van hun maker dragen. Aan de stoffen komt daarom auteursrechtelijke bescherming toe.
3.3 Door het produceren en verkopen van de meubelstoffen Elephant 06 heeft Derbri inbreuk gemaakt op het auteursrecht van Muvantex. Die inbreuk is haar toe te rekenen. Zij diende rekening te houden met de mogelijkheid dat de door haar gekopieerde stoffen auteursrechtelijk zouden zijn beschermd.
3.4 De rechtbank ziet evenwel geen aanleiding om Derbri te verbieden de inbreukmakende stoffen nog te verkopen, zoals is gevorderd door Muvantex. Derbri heeft al op 5 maart 2004, in reactie op de sommatiebrief van Muvantex van 2 maart 2004, laten weten dat zij “de zaak betreurde”, dat het wat haar betreft om een vergissing gaat en dat Derbri de in- en verkoop van de stoffen direct zal staken. Er is gesteld noch gebleken dat zij dat niet heeft gedaan. Voorts is voldoende komen vast te staan dat Derbri de opdracht tot productie van Elephant 06 van een derde heeft ontvangen, en ook is niet betwist dat Derbri een goede reputatie bezit. Mede gezien de beperkte omvang van de inbreuk, en het niet betwiste eenmalige karakter ervan, valt niet in te zien – en dat is ook niet gesteld – waarom zou moeten worden gevreesd dat Derbri opnieuw inbreuk zal maken op het auteursrecht van Muvantex. Ook de tweede vordering van Muvantex, tot overhandiging van een door een registeraccountant gecertificeerde verklaring, zal worden afgewezen. De rechtbank ziet geen aanleiding om te twijfelen aan de juistheid van de verklaringen die Derbri bij faxbericht van 18 maart 2004, alsmede ter comparitie, heeft gedaan. Derbri is, blijkens haar brieven, direct open geweest over de inbreuk, alsmede over de concrete omvang daarvan. Ter comparitie is nader uiteengezet dat de cijfers in de brief van 5 maart 2004 niet correct waren, omdat Derbri snel wilde reageren op de sommatie van Muvantex, en de directeur van Derbri op dat moment in het buitenland verbleef. De fax die Derbri op 18 maart 2004 verzond, bevat een gedetailleerde opgave van in- en verkoopcijfers en restantvoorraad, deze opgave is ongewijzigd gebleven.
Ter onderbouwing van haar derde vordering, tot afgifte van de inbreukmakende producten, heeft Muvantex aangevoerd dat moet worden voorkomen dat Derbri nog langer onrechtmatig handelt met de producten. Zoals hierboven is overwogen, is de rechtbank van oordeel dat geenszins aannemelijk is gemaakt dat daartoe een reële kans bestaat. Ook deze vordering zal worden afgewezen.
3.5 Derbri is, gezien de auteursrechtinbreuk, wel aansprakelijk voor de door Muvantex geleden schade, waarop Muvantex in deze procedure een voorschot heeft gevorderd. De rechtbank neemt, mede gelet op de kennelijke verschrijving in de dagvaarding onder punt 22, aan dat Muvantex in deze bodemprocedure heeft bedoeld een definitieve schadevergoeding te vorderen. De rechtbank zal de vordering aldus lezen en beoordelen.
3.6 Muvantex stelt, ter onderbouwing van haar vordering tot schadevergoeding, ten eerste dat zij verlies heeft geleden omdat haar verkoop sinds de auteursrechtinbreuk door Derbri (nagenoeg) geheel zou zijn gestaakt. Dat was in april 2003. Tijdens de comparitie heeft de heer [betrokkene] echter verklaard dat hij de stoffen voor het eerst heeft gezien op een beurs in Duitsland, in oktober 2003. Ook Derbri zelf heeft verklaard dat de stoffen pas in de loop van 2003 op de markt zijn gebracht. De rechtbank ziet daarom niet in hoe de handelwijze van Derbri debet kan zijn geweest aan de gestelde (algehele) omzetstagnatie bij Muvantex in april 2003, mede gelet op de omstandigheid dat, zoals in overweging 3.6 zal worden toegelicht, moet worden vastgesteld dat Derbri maar aan twee afnemers heeft verkocht. Muvantex heeft haar stelling ook niet nader onderbouwd. Voor zover de gevorderde schadevergoeding ziet op omzetschade, komt dit deel niet voor toewijzing in aanmerking.
3.7 Voorts stelt Muvantex dat zij winst heeft gederfd. Zij stelt zich op het standpunt dat Muvantex 7.073,30 meter heeft verkocht, tegen een winst van € 3,07 per meter. Haar winst zou dus, indien zij deze stoffen zelf had verkocht, € 21.604,51 hebben bedragen.
3.8 Muvantex voert daartoe eerst aan dat Derbri niet alleen aan de afnemers Haveco en Schieder heeft verkocht, zoals Derbri ook heeft erkend, maar eveneens aan Möbelplast en Carina.
Dit laatste wordt echter betwist door Derbri, die ter comparitie bij monde van de heer [betrokkene 2] heeft verklaard dat zij aan Carina en Möbelplast uitsluitend gratis proefmetrages heeft verstrekt, ter lengte van in totaal 646,90 meter. De rechtbank ziet, met verwijzing naar hetgeen in overweging 3.4 daarover is opgemerkt, geen aanleiding te twijfelen aan deze opgave van Derbri. De rechtbank is, mede in het licht van de concrete betwisting door Derbri, van oordeel dat Muvantex haar stelling onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt. Op dit onderdeel zal zij dus in het ongelijk worden gesteld.
3.9 Derbri heeft voorts verklaard dat zij aan Haveco te Waalwijk 2.492,40 meter, en aan Schieder te Buren 3.898,00 meter heeft verkocht. Gezien de verklaring van Derbri tijdens de comparitie dat “het goed mogelijk is” dat Haveco de stoffen bij Muvantex zou hebben besteld, als Elephant 06 niet zou zijn gemaakt, zal de rechtbank ervan uitgaan dat de door Derbri genoten winst uit de transactie met Haveco, is te beschouwen als gederfde winst wegens gemist debiet voor Derbri. De rechtbank gaat er daarbij van uit dat Derbri € 2,34 winst per meter heeft gemaakt, zoals de heer [betrokkene 2] heeft verklaard ter comparitie.
De heer [betrokkene 2] heeft ter comparitie betwist dat Schieder ook bij Muvantex zou hebben besteld, omdat Schieder in een lager prijssegment actief is. Dit laatste is betwist door Muvantex. De rechtbank acht niet uitgesloten dat ook in dit geval (enige) schade kan zijn ontstaan voor Muvantex. Het bestaan en de omvang daarvan, en de vraag in hoeverre Muvantex concreet nadeel heeft geleden, is echter – zoals dat doorgaans het geval is – moeilijk vast te stellen. De rechtbank zal daarom, met inachtneming van het bepaalde in artikel 6:97 BW, de omvang van de schade bepalen op 50% van de door Derbri genoten winst uit de transactie met Schieder, wat neerkomt op € 1.949,--. De door Muvantex geleden schade in verband met gederfde winst wordt door de rechtbank in totaal dus bepaald op € 4.441,40.
3.10 Voorts stelt Muvantex dat de inbreuk op haar auteursrecht tot gevolg heeft gehad dat de marktwaarde van haar stoffen zou zijn gedaald omdat de stoffen van Derbri minder exclusief zijn en slechter van kwaliteit. Dit is door Derbri gemotiveerd betwist. Ook deze stelling is door Muvantex niet onderbouwd, zodat de rechtbank haar zal passeren.
3.11 Ten slotte stelt Muvantex zich op het standpunt dat zij schade heeft geleden omdat zij kosten heeft moeten maken voor juridische bijstand, en omdat zij de afnemers van Derbri een halt heeft moeten toeroepen. De rechtbank zal dit deel van de vordering afwijzen, nu Muvantex grotendeels in het ongelijk wordt gesteld. Voorts heeft zij niet onderbouwd of geconcretiseerd op welke wijze zij de (twee) afnemers van Derbri een halt heeft moeten toeroepen.
3.12 De aan Muvantex toe te wijzen schadevergoeding zal, met inachtneming van het bovenstaande, worden bepaald op € 4.441,40. De rechtbank zal, gelet op het vorengaande, de vordering tot oplegging van een dwangsom afwijzen. Muvantex wordt, als de grotendeels in het ongelijk gestelde partij, veroordeeld in de proceskosten.
1. veroordeelt Derbri tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan Muvantex een bedrag € 4.441,40 (zegge: vierduizend vierhonderd eenenveertig euro en veertig cent) te voldoen,
2. veroordeelt Muvantex in de kosten van deze procedure, aan de zijde van Derbri begroot op € 780,-- voor salaris van de procureur en € 330,-- voor verschotten,
3. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
4. wijst af het anders of meer gevorderde,
Dit vonnis is gewezen door mr. F.J. de Vries en in het openbaar uitgesproken op 24 november 2004.