ECLI:NL:RBARN:2005:AT2823

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
2 februari 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
115097
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot levering van onroerende zaak en bedrijfsinventaris met dwangsommen

In deze zaak vorderden eisers, bestaande uit de besloten vennootschap Verdonk Aanhangwagens B.V. en twee natuurlijke personen, dat de rechtbank gedaagde zou veroordelen tot betaling van een bedrag van € 27.824,11, vermeerderd met wettelijke rente, en tot afgifte van bedrijfsinventaris en onroerende zaken. Gedaagde, die tevens eigenaar was van een bedrijfsruimte, had eerder een koopovereenkomst gesloten met eisers voor de verkoop van deze ruimte. De rechtbank oordeelde dat gedaagde in gebreke was gebleven met de betaling van facturen en dat hij de bedrijfsinventaris niet had geleverd. Gedaagde voerde aan dat de koopovereenkomst onder misbruik van omstandigheden tot stand was gekomen, maar de rechtbank verwierp dit verweer. De rechtbank oordeelde dat de vordering tot feitelijke en juridische levering van de onroerende zaak zoals omschreven in de koopakte moest worden toegewezen. Gedaagde werd veroordeeld tot betaling van dwangsommen bij niet-nakoming van de geboden. De rechtbank wees de reconventionele vordering van gedaagde af, die de koopovereenkomst wilde vernietigen. De uitspraak werd gedaan door mr. I.D. Jacobs op 2 februari 2005.

Uitspraak

Rechtbank Arnhem
Sector civiel recht
Zaak-/rolnummer: 115097 / HA ZA 04-1175
Datum vonnis: 2 februari 2005
Vonnis
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VERDONK AANHANGWAGENS B.V.,
gevestigd te Heemskerk,
2. [eiser 2],
wonende te Heemskerk,
3. [eiseres 3],
wonende te Heemskerk,
eisers in conventie,
verweerders in reconventie,
procureur mr. J.C.N.B. Kaal,
advocaat mr. G.P. Poiesz te Beverwijk,
tegen
[gedaagde],
wonende te Groessen, gemeente Duiven,
gedaagde in conventie,
eiser in reconventie,
procureur en advocaat mr. C.W. Langereis.
Eisers gezamenlijk zullen hierna worden aangeduid a[eiser 2]ers] Eiseres sub 1 wordt hierna aangeduid als [eiser 2] Aanhangwagens, eiser sub 2 als [eiser 2], eiser sub 3 als [eiseres 3] en gedaagde als [gedaagde].
1. Het verloop van de procedure
1.1 Voor het verloop van de procedure tot het tussenvonnis van 13 oktober 2004 wordt naar dat vonnis verwezen. Ter uitvoering van het tussenvonnis is een comparitie van partijen gehouden. Het proces-verbaal daarvan bevindt zich bij de stukken. Vervolgens is vonnis bepaald.
1.2 [eiser 2] en [eiseres 3] hebben op 2 juni 2004 conservatoir beslag tot levering doen leggen op de onroerende zaak, bestaande uit bedrijfsruimte zonder bedrijfswoning gelegen aan de Dorpsstraat 57 te Groessen. Het beslag is aan [gedaagde] overbetekend, zij het dat de datum van overbetekening niet leesbaar is.
2. De vaststaande feiten
2.1 [eiser 2] Aanhangwagens fabriceert en verkoopt onder meer aanhangwagens. [gedaagde] handelde in aanhangwagens en was als zodanig tot 31 december 2003 in de Kamer van Koophandel ingeschreven. [eiser 2] Aanhangwagens heeft aan [gedaagde] in de periode tussen maart 2002 en december 2003 aanhangwagens geleverd tot een bedrag van € 27.824,17. De desbetreffende facturen hadden een betalingstermijn van 30 dagen. De facturen zijn niet betaald.
2.2 [eiseres 3] heeft vanaf eind 2003 feitelijk de administratie voor [gedaagde] gedaan.
2.3 Door [eiser 2] Aanhangwagens is op 29 december 2003 de bedrijfsinventaris van [gedaagde] overgenomen voor een bedrag van € 8.000,-- exclusief BTW. [eiser 2] Aanhangwagens heeft dit bedrag voldaan door ten behoeve van [gedaagde] een aantal van diens crediteuren te betalen. De overgenomen zaken staan opgesomd op de door beide partijen ondertekende bijlage bij rekening nr. 8170 van [gedaagde], gedateerd 29 december 2003.
2.4 [gedaagde] is tevens eigenaar van een bedrijfsruimte plus erf, gelegen aan de Dorpsstraat 57 te Groessen, kadastraal bekend onder nummer C 1682. Op 24 december 2003 heeft [gedaagde] deze bedrijfsruimte plus een gedeelte van het perceel grond verkocht aan [eiser 2] en [eiseres 3] voor een bedrag van € 10.000,--. Deze overeenkomst is op 5 januari 2004 bij de notaris geregistreerd. De koopovereenkomst vermeldt onder meer:
“Artikel 2 - Eigendomsoverdracht (juridische levering)
De akte van eigendomsoverdracht zal gepasseerd worden bij Notaris maatschap Batenburg notaris(sen) te Beverwijk..... uiterlijk: gelijktijdig met de verkoop van de woning aan derden partij of zoveel eerder of later als partijen nader overeenkomen.”
“Artikel 3 - Beschikbaar stelling (feitelijke levering)
Het object wordt vrij van huur, leeg en ontruimd afgeleverd en zal ter beschikking zijn van de koper uiterlijk: 1 januari 2004.”
“Artikel 4 - Betaling van de koopsom
De betaling van de koopsom en van de overige rechten, kosten en belastingen vindt uiterlijk plaats; bij juridische levering.”
“Artikel 10 - Verklaringen verkoper
De verkoper verklaart:
i. dat het object wel wordt geleverd vrij van hypothecaire inschrijvingen, beslagen, huurkoop, pacht, of andere aanspraken van derden op gebruik of bewoning, ongevorderd, en vrij van optie- en voorkeursrecht(en)”.
2.5 [gedaagde] is per 1 januari 2004 bij Aanhangwagen Centrum Gelderland BV, een dochteronderneming van [eiser 2] Aanhangwagens, in loondienst getreden.
3. Het geschil
In conventie
3.1 [eiser 2] vordert dat de rechtbank [gedaagde] bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, primair zal
I.1 veroordelen om aan [eiser 2] te voldoen een bedrag van € 27.824,11, te vermeerderen met de wettelijke rente over de factuurbedragen vanaf de betreffende vervaldata tot aan de dag van algehele voldoening;
I.2 gebieden tot afgifte van de bedrijfsinventaris, terstond na betekening van het vonnis, op straffe van een dwangsom van € 500,-- per dag dat [gedaagde] nalaat om aan de verplichting te voldoen;
II.1 veroordelen om terstond na betekening van het vonnis de onroerende zaak zoals omschreven in de koopovereenkomst van 24 december 2003 aan eisers sub 2 en 3 vrij van huur, leeg en ontruimd ter beschikking te stellen, op straffe van een dwangsom van € 1.500,-- per dag dat [gedaagde] geheel of ten dele nalaat aan die verplichting te voldoen;
II.2 veroordelen om terstond na betekening van het ten deze te wijzen vonnis mee te werken aan de overdracht van de onroerende zaak zoals omschreven in de koopovereenkomst d.d. 24 december 2003 en daartoe uiterlijk binnen veertien dagen na betekening van het ten deze te wijzen vonnis, te verschijnen voor notaris [notaris], ten kantore van de notaris maatschap Batenburg te Beverwijk aan de Zeestraat 26, althans diens plaatsvervanger en mee te werken aan het passeren van de notariële leveringsakte, zulks onder de verplichting van eisers sub 2 en 3 om de koopsom te betalen;
en subsidiair:
de termijn zal bepalen waarbinnen de juridische levering van de onroerende zaak zoals omschreven in de koopovereenkomst van 24 december 2003 dient plaats te vinden met bepaling dat indien [gedaagde] in gebreke blijft binnen die door de rechtbank te bepalen termijn aan overdracht mee te werken en mitsdien in gebreke blijft aan het vonnis te voldoen dat deze uitspraak in de plaats treedt van de door [gedaagde] te geven opdracht,
met veroordeling van [gedaagde] in de kosten van de procedure.
3.2 [gedaagde] voert gemotiveerd verweer tegen de vordering in conventie.
In reconventie
3.3 In reconventie vordert [gedaagde] dat de rechtbank de koopovereenkomst van 24 december 2003 zal vernietigen. Hij voert daartoe aan dat de koopovereenkomst onder misbruik van omstandigheden tot stand is gekomen.
3[eiser 2]ers] voeren gemotiveerd verweer tegen de reconventionele vordering.
4. De beoordeling van het geschil in conventie en in reconventie
Facturen
4.1 Door [gedaagde] is erkend dat hij tot een bedrag van € 27.824,17 facturen heeft ontvangen, die door hem niet zijn betaald. [gedaagde] heeft tevens erkend dat dit bedrag betaald moet worden. De rechtbank zal dit gedeelte van de vordering dan ook ten aanzien van [eiser 2] Aanhangwagens toewijzen.
Bedrijfsinventaris
4.2 Door [gedaagde] is niet betwist dat de bedrijfsinventaris voor een bedrag van € 8.000,-- aan [eiser 2] Aanhangwagens is verkocht. [gedaagde] stelt zich echter op het standpunt dat de bedrijfs-inventaris door hem wel degelijk aan [eiser 2] Aanhangwagens is geleverd. Ter comparitie is gebleken dat partijen in ieder geval nog verdeeld zijn over de auto van [gedaagde]. Do[eiser 2]ers] is als productie 3 in het geding gebracht een overzicht van de verkochte roerende goederen van [gedaagde], waaronder een Volvo Station bj. 1997 voor een bedrag van € 3.000,-- Voor zover deze auto nog niet is geleverd rust op [gedaagde] de verplichting de auto alsnog aan [eiser 2] Aanhangwagens te leveren. Datzelfde geldt voor eventuele andere niet geleverde goederen die op de voornoemde lijst omschreven zijn. De rechtbank zal de vordering tot levering derhalve toewijzen. Ook de gevorderde dwangsom zal worden toegewezen, zij het dat deze aan een maximum zal worden gebonden als na te melden.
Levering bedrijfsruimte
4.3 [gedaagde] stelt dat de feitelijke levering van de bedrijfsruimte reeds heeft plaatsgevonden omdat vanaf 1 januari 2004 door [eiser 2] Aanhangwagens handel werd gedreven vanaf het terrein van [gedaagde]. [gedaagde] stelt voorts het goed nooit juridisch te kunnen leveren, omdat op het perceel beslag is gelegd, waarvan [eiser 2] en [eiseres 3] bovendien op de hoogte waren omdat [eiseres 3] de boekhouding voor [gedaagde] verzorgde.
4.4 Uit de in het geding gebrachte stukken van het kadaster blijkt, dat op het perceel diverse beslagen zijn gelegd. Het eerste beslag dat is ingeschreven is een conservatoir beslag ten behoeve van M.J.H. Willemsen, ingeschreven op 11 maart 2002. Vervolgens zijn op 30 september 2002, 28 oktober 2003 en 19 maart 2004 executoriale beslagen ingeschreven ten behoeve van de Belastingdienst. Hieruit volgt dat op het moment van sluiten van de koopovereenkomst het perceel reeds belast was met verschillende beslagen. Indien deze beslagen niet voor levering worden opgeheven, bijvoorbeeld doordat [gedaagde] de daaraan ten grondslag liggende vorderingen voldoet, kan [gedaagde] zijn verplichtingen uit de koopovereenkomst om het perceel vrij van beslagen te leveren, zoals omschreven in artikel 10 van de koopovereenkomst, niet nakomen. Dat neemt echter niet weg dat het voor [gedaagde] wel mogelijk is om het perceel te leveren, zij het niet vrij van beslagen. Of [eiser 2] en [eiseres 3] al dan niet op de hoogte waren van het bestaan van de beslagen kan in het kader van de onderhavige procedure in het midden blijven.
4.5 Op het perceel staat tevens een woonhuis, dat afzonderlijk zal worden verkocht. In de koopovereenkomst is bepaald, dat het perceel zal worden geleverd zodra het woonhuis, na verkoop, zal worden geleverd, dan wel zoveel eerder of later als partijen overeenkomen. Nu de koopovereenkomst gedateerd is op 24 december 2003 en het woonhuis, zoals do[eiser 2]ers] onweersproken gesteld, nog altijd niet is verkocht hebben [eiser 2] en [eiseres 3] naar het oordeel van de rechtbank belang bij levering van het perceel, zonder de verkoop van het woonhuis verder af te wachten.
4.6 [gedaagde] stelt zich voorts op het standpunt dat de overeenkomst door misbruik van omstandigheden tot stand is gekomen. Hij voert daartoe aan dat [eiser 2] en [eiseres 3] hem, terwijl hij in grote financiële nood verkeerde, gedwongen hebben een koopovereenkomst aan te gaan die hij juridisch nooit zou kunnen nakomen omdat er beslag op het perceel gelegd was, terwijl bovendien de koopsom ter hoogte van € 10.000,-- in geen verhouding stond tot de waarde van de gekochte grond en bedrijfsruimte.
4.7 Voor misbruik van omstandigheden is vereist dat iemand die weet of moet begrijpen dat een ander door bijzondere omstandigheden bewogen wordt tot het verrichten van een rechtshandeling, het tot stand komen van die rechtshandeling bevordert ofschoon hetgeen hij weet of moet begrijpen hem daarvan zou behoren te weerhouden.
4.8 Vast staat dat tussen [gedaagde] en [eiser 2]/[eiseres 3] een bestendige relatie bestond. Vast staat tevens dat [gedaagde] in grote financiële problemen verkeerde. [gedaagde] heeft zijn bedrijf in feite overgedaan aan [eiser 2] cs en is bij een dochtervennootschap van [eiser 2] Aanhangwagens in dienst getreden. In het kader van die constructie is kennelijk ook de overeenkomst tot stand gekomen terzake van de verkoop van het perceel grond met de bedrijfshal door [gedaagde] aan [eiser 2] en [eiseres 3]. Uit dit feitencomplex blijkt nog niet dat [eiser 2] cs misbruik van de situatie van [gedaagde] hebben gemaakt. Dat zou wel zo kunnen zijn als blijkt dat zij het perceel voor een veel te lage prijs hebben gekocht.
4.9 In de koopovereenkomst wordt vermeld dat de bedrijfshal met een tijdelijke vergunning voor 5 jaar in 1987 is geplaatst en dat de gemeente voornemens is handhavend te gaan optreden en amovering van de hal te vorderen. Ter comparitie is onweersproken do[eiser 2]ers] gesteld dat ten behoeve van de koop van het perceel een taxatierapport is opgesteld. Door [gedaagde] zijn geen stukken in het geding gebracht ter onderbouwing van zijn stelling dat het bedrag van € 10.000,-- veel te laag was. De rechtbank is van oordeel dat dat wel op zijn weg had gelegen. Mede in het licht van het feit dat in de koopovereenkomst wordt vermeld dat de bedrijfshal zal worden gesloopt komt het bedrag van € 10.000,-- de rechtbank niet veel te laag voor. Nu [gedaagde] zijn stelling op dit punt niet nader heeft onderbouwd is de rechtbank van oordeel dat hij niet heeft voldaan aan zijn stelplicht terzake en verwerpt de rechtbank het verweer dat [eiser 2] en [eiseres 3] bij totstandkoming van de koopovereenkomst misbruik van omstandigheden hebben gemaakt.
4.10 De rechtbank zal de vordering tot feitelijke en juridische levering van het perceel zoals omschreven in de koopakte dan ook toewijzen zoals gevorderd, met dien verstande dat de gevorderde dwangsommen aan een maximum zullen worden gebonden als na te melden.
4.11 Uit het voorgaande volgt tevens dat de vordering in reconventie zal worden afgewezen.
4.12 Als de in het ongelijk gestelde partij zal [gedaagde] in de kosten van de procedure in conventie en in reconventie worden verwezen.
De beslissing
De rechtbank:
In conventie
1. veroordeelt [gedaagde] om aan [eiser 2] Aanhangwagens een bedrag van € 27.824,11 (zevenentwintigduizendachthonderdvierentwintig Euro 11/100) te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente over dit bedrag gerekend vanaf de vervaldatum van de verschillende facturen tot aan de dag van betaling;
2. gebiedt [gedaagde] om binnen 48 uur na betekening van het vonnis aan [eiser 2] Aanhangwagens de bedrijfsinventaris, zoals omschreven op de door beide partijen getekende lijst gedateerd 29 december 2003, af te geven;
3. veroordeelt [gedaagde] om indien hij nalaat aan het hiervoor onder 2 opgenomen gebod te voldoen, aan [eiser 2] Aanhangwagens een dwangsom te betalen van € 500,-- (vijfhonderd Euro) per dag, echter tot een maximum van € 15.000,-- (vijftienduizend Euro);
4. gebiedt [gedaagde] om binnen 48 uur na betekening van dit vonnis de onroerende zaak zoals omschreven in de koopovereenkomst van 24 december 2003 aan [eiser 2] en [eiseres 3] vrij van huur, leeg en ontruimd ter beschikking te stellen;
5. veroordeelt [gedaagde] om indien hij nalaat aan het hiervoor onder 4. Opgenomen gebod te voldoen, aan [eiser 2] en [eiseres 3] gezamenlijk een dwangsom te betalen van € 1.500,-- (vijftienhonderd Euro) per dag, echter tot een maximum van € 25.000,-- (vijfentwintigduizend Euro);
6. veroordeelt [gedaagde] om binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis mee te werken aan de overdracht van de onroerende zaak zoals omschreven in de koopovereenkomst van 24 december 20032 en daartoe uiterlijk binnen veertien dagen na betekening van het ten deze te wijzen vonnis, te verschijnen voor notaris [notaris], ten kantore van de notarismaatschap Batenburg te Beverwijk aan de Zeestraat 26, althans diens plaatsvervanger en mee te werken aan het passeren van de notariële leveringsakte, zulks onder de verplichting van [eiseres 3] en [eiser 2] om de koopsom te betalen;
7. veroordeelt [gedaagde] in de kosten van de procedure in conventie, daaronder begrepen de beslagkosten, deze kosten worden tot op heden, voor zover aan de zijde v[eiser 2]ers] gevallen, bepaald op € 1.158,--- wegens kosten procureur en € 1.002,65 wegens verschotten;
8. wijst af hetgeen anders of meer is gevorderd.
In reconventie
1. wijst de vordering af;
2. veroordeelt [gedaagde] in de kosten van de procedure in reconventie, deze kosten worden tot op heden, voor zover aan de zijde v[eiser 2]ers] gevallen, begroot op € 289,50 wegens salaris procureur.
In conventie en reconventie
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. I.D. Jacobs en uitgesproken in het openbaar op 2 februari 2005.
de griffier de rechter