ECLI:NL:RBARN:2005:AT3645

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
9 maart 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
117597
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Aansprakelijkheid voor onterecht elektriciteitsverbruik door hennepplantage

In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 9 maart 2005 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen [eiseres] en N.V. Continuon Netbeheer. De zaak betreft de aansprakelijkheid van [eiseres] voor het onterecht afnemen van elektriciteit in verband met een illegale hennepplantage. Continuon stelde dat [eiseres] buiten de meter om elektriciteit had afgenomen, wat werd onderbouwd door onregelmatigheden aan de hoofdzekeringkast en het feit dat het geregistreerde elektriciteitsverbruik niet overeenkwam met wat gebruikelijk is voor hennepplantages. De rechtbank oordeelde dat Continuon voldoende bewijs had geleverd voor de illegale afname van elektriciteit en dat [eiseres] aansprakelijk was voor de kosten die Continuon had gemaakt. De rechtbank wees de vordering van [eiseres] in conventie af en kende de vordering van Continuon in reconventie toe, waarbij [eiseres] werd veroordeeld tot betaling van € 370,12 aan Continuon, vermeerderd met wettelijke rente. Tevens werd [eiseres] veroordeeld in de proceskosten van zowel de conventie als de reconventie.

Uitspraak

Rechtbank Arnhem
Sector civiel recht
Zaak-/rolnummer: 117597 / HA ZA 04-1643
Datum vonnis: 9 maart 2005
Vonnis
in de zaak van
[eiseres],
wonende te [woonplaats],
eiseres in conventie,
verweerster in reconventie,
procureur mr. B.F.M. Bos,
tegen
de naamloze vennootschap
N.V. CONTINUON NETBEHEER,
gevestigd te Arnhem,
gedaagde in conventie,
eiseres in reconventie,
procureur mr. F.J. Boom.
Partijen worden in dit vonnis aangeduid als [eiseres] en Continuon.
Het verloop van de procedure
Voor het verloop van de procedure tot het tussenvonnis van 10 november 2004 wordt naar dat vonnis verwezen. Ter uitvoering van dit tussenvonnis is een comparitie van partijen gehouden. Het proces-verbaal daarvan bevindt zich bij de stukken.
Ter comparitie heeft [eiseres] een conclusie van antwoord in reconventie genomen tevens houdende een beroep op de onbevoegdheid van de rechtbank. Continuon heeft daarop ter comparitie mondeling gereageerd.
Ten slotte is vonnis bepaald.
De vaststaande feiten
Tussen [eiseres] en Continuon is een overeenkomst gesloten op grond waarvan Continuon gehouden is elektriciteit te leveren aan [eiseres]. De hoeveelheid geleverde elektriciteit wordt gemeten door een elektriciteitsmeter die zich in de woning van [eiseres] bevindt.
Op 4 december 2003 is de politie van Nijmegen de woning van [eiseres] binnengetreden, in gezelschap van een medewerker van Continuon. Daarbij zijn in twee ruimten benodigdheden aangetroffen bestemd voor de kweek van hennep.
Continuon heeft in het vorenstaande aanleiding gevonden de levering van elektriciteit aan [eiseres] op te schorten en de elektriciteitsmeter uit de woning van [eiseres] te verwijderen. Als voorschot op nog nader vast te stellen schade heeft Continuon [eiseres] een bedrag van € 7.100,-- in rekening gebracht. Daarbij heeft Continuon aangegeven dat zij eerst na betaling van dat voorschot bereid zou zijn de levering van elektriciteit te hervatten. [eiseres] heeft op 16 december 2003 € 7.100,-- aan Continuon betaald.
[eiseres] is gedagvaard om te verschijnen ter zitting van de politierechter te Arnhem van 29 juni 2004. Aan haar is
ten laste gelegd dat zij in de periode van 1 april 2003 tot en met 4 december 2003 in haar woning een illegale hennepkwekerij had en zij zich in diezelfde periode schuldig heeft gemaakt aan diefstal van elektriciteit. [eiseres] is vrijgesproken.
Het geschil tussen partijen
[eiseres] vordert in conventie dat de rechtbank Continuon zal veroordelen om aan haar te betalen een bedrag van € 7.100,-- te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 16 december 2003 tot aan de dag der algehele voldoening, alsmede tot een bedrag van € 392,-- zijnde de door [eiseres] betaalde eigen bijdrage in de kosten van rechtsbijstand. Daarnaast vordert [eiseres] dat de rechtbank Continuon zal veroordelen in de kosten van deze procedure.
Continuon heeft gemotiveerd verweer gevoerd tegen de vordering in conventie.
In reconventie vordert Continuon dat de rechtbank [eiseres] zal veroordelen om aan Continuon een bedrag van € 370,12 te voldoen, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 27 oktober 2004 tot aan de dag der algehele voldoening.
Ten aanzien van de vordering in reconventie heeft [eiseres] primair gesteld dat de rechtbank onbevoegd is van de vordering in reconventie kennis te nemen, gelet op de hoogte van die vordering. Subsidiair heeft zij inhoudelijk verweer gevoerd.
De beoordeling van het geschil
de bevoegdheid in reconventie
De rechtbank verwerpt de door [eiseres] opgeworpen exceptie van onbevoegdheid, gelet op de samenhang tussen de vorderingen in conventie en in reconventie. Deze samenhang verzet zich tegen afzonderlijke behandeling van de vorderingen. Derhalve is de rechtbank, als bevoegde rechter in conventie, ook bevoegd van de vordering in reconventie kennis te nemen. Het bevoegdheidsverweer zal derhalve worden verworpen.
in conventie en in reconventie
Als grondslag voor de in conventie gevorderde hoofdsom heeft
[eiseres] aangevoerd dat zij het bedrag van € 7.100,-- onverschuldigd aan Continuon heeft betaald. [eiseres] stelt dat zij geen elektriciteit van Continuon heeft afgenomen die niet door de elektriciteitsmeter is geregistreerd. Volgens [eiseres] was zij weliswaar bezig in haar woning een illegale hennepkwekerij aan te laten leggen, maar deze was op het moment van het binnentreden door de politie op 4 december 2003 nog niet in gebruik of in gebruik geweest.
Continuon heeft betwist dat het door [eiseres] aan haar betaalde voorschot onverschuldigd is betaald. Daartoe heeft zij aangevoerd dat [eiseres] in haar woning, in twee ruimten, een hennepkwekerij heeft gehad en de daarvoor benodigde stroom door middel van een illegale aansluiting buiten de meter om heeft afgenomen. Continuon heeft berekend dat [eiseres] aldus 36.723 kWh aan elektriciteit buiten de meter om heeft afgenomen. Voor die hoeveelheid elektriciteit werd [eiseres] Continuon een bedrag van € 4.181,42, exclusief BTW, verschuldigd. Daarnaast heeft Continuon kosten gemaakt, onder meer bestaande uit onderzoeks-, afsluit- en aansluitkosten. [eiseres] is voor die kosten, die in totaal € 2.095,99, exclusief BTW, bedragen, aansprakelijk. De totale vordering van Continuon op [eiseres] bedroeg derhalve € 6.277,41 exclusief BTW en € 7.470,12 inclusief BTW. Nu [eiseres] hiervan slechts € 7.100,-- heeft betaald is zij Continuon nog
€ 370,12 verschuldigd, aldus Continuon.
Ter onderbouwing van de door haar gestelde illegale afname van elektriciteit heeft Continuon een rapport van haar afdeling fraudebestrijding in het geding gebracht, welk rapport onder meer voorzien is van een aantal in de woning van [eiseres] genomen foto’s. Zich baserend op dit rapport heeft Continuon gesteld dat ten tijde van de inval op 4 december 2003 is geconstateerd dat:
a. de verzegeling van de hoofdzekeringkast in de woning van [eiseres] was beschadigd en verbroken;
b. in alle drie de zekeringhouders die zich in die hoofdzekeringkast bevinden een zekering was geplaatst, dit terwijl Continuon maar twee zekeringen in die kast heeft geplaatst, één voor [eiseres] en één voor haar buren;
c. net boven die derde zekeringhouder een gat in de hoofdzekeringkast was aangebracht, dat daar niet door Continuon is aangebracht;
d. onder de hoofdzekeringkast een gat in de vloer zat waardoor een elektriciteitskabel vanuit de daaronder gelegen kruipruimte omhoog liep. Continuon stelt dat uit de verbuiging van het uiteinde van die kabel kan worden opgemaakt dat die kabel, hoewel ten tijde van de inval niet aangesloten, wel aangesloten is geweest.
De rechtbank oordeelt dat Continuon met het bovenstaande voldoende heeft onderbouwd dat sprake is geweest van onregelmatigheden met betrekking tot de hoofdzekeringkast in de woning van [eiseres]. De door Continuon gestelde derde zekering en het gat in de hoofdzekeringkast boven deze derde zekering zijn door [eiseres] niet betwist en blijken ook onomstotelijk uit de door Continuon in het geding gebrachte foto’s. [eiseres] heeft echter ter comparitie betwist dat zij in die onregelmatigheden de hand heeft gehad en heeft daartoe gesteld dat de hoofdzekeringkast op
4 december 2003 in precies dezelfde staat verkeerde als toen zij acht jaar geleden de woning betrok. Met die stelling impliceert [eiseres] dat het gat in de hoofdzekeringkast in de acht jaar dat [eiseres] in de woning woont tijdens de periodieke opnames van de meterstand nooit door een meteropnemer zou opgemerkt. De rechtbank acht dit met Continuon zeer onwaarschijnlijk, te meer nu Continuon onweersproken heeft gesteld dat haar meteropnemers erin getraind zijn dergelijke onregelmatigheden, die bij hen alle alarmbellen doen rinkelen, op te merken. Naar het oordeel van de rechtbank kan dan ook als vaststaand worden aangenomen dat de onregelmatigheden aan de hoofdzekeringkast verband houden met de reden van het binnentreden door de politie op 4 december 2003. Dit vindt zijn bevestiging in het feit dat [eiseres] ook het gat in de vloer onder de hoofdzakeringkast niet heeft betwist en ter comparitie heeft verklaard dat de elektriciteitskabel die daar vanuit de kruipruimte naar toe leidde er was neergelegd door de jongens van wie zij de apparatuur voor de hennepplantage heeft gekocht.
Bij de berekening van de hoeveelheid buiten de meter om afgenomen energie heeft Continuon het energieverbruik van de bij [eiseres] ten behoeve van de hennepteelt aangetroffen apparatuur als uitgangspunt genomen, ervan uitgaande dat met die apparatuur in de woning van [eiseres] drie hennepkweken hebben plaatsgevonden. Dit aantal van drie hennepkweken baseert Continuon onder meer op het tijdsverloop tussen de laatste meteropname op 12 januari 2003 en de inval op 4 december 2003 (326 dagen), de periode die nodig is voor de opbouw van een kwekerij (60 dagen) en het aantal dagen dat nodig is voor een kweek (71). Aldus is Continuon gekomen tot een mogelijk aantal kweken van 3,75 dat zij naar beneden heeft afgerond op 3. Dat er ook daadwerkelijk drie kweken hebben plaatsgevonden baseert Continuon op de vervuiling van de aangetroffen koolstoffilters. Volgens Continuon waren deze filters zwaar vervuild en blijkt uit het feit dat onder riempjes waaraan de filters waren opgehangen geen vervuiling is aangetroffen, dat de vervuiling ter plaatse is ontstaan. Bij het afnemen, vervoer en vervolgens elders weer ophangen van vervuilde filters zouden dergelijke witte randen immers niet zijn voorgekomen, aldus Continuon.
Continuon heeft voorts gesteld dat in de woning van [eiseres]:
a. een bakje met slaolie en een schaartje is aangetroffen met op de bodem hennepplantresten;
b. op het op de vloer aangetroffen landbouwplastic kalkvorming is aangetroffen alsmede sporen van potten die daar hadden gestaan;
c. potten zijn aangetroffen met aan de onderzijde kalkaanslag;
d. in de sponning van de toegang tot de kwekerijen groene afdrukken zijn aangetroffen, veroorzaakt door het slepen met planten en door drukverschillen die bij een kwekerij ontstaan waardoor vuildeeltjes via de lucht worden getransporteerd;
e. er gebruikte stokjes zijn aangetroffen die dienen ter ondersteuning van hennepplanten;
f. bij de inval tijdklokken zijn aangetroffen die ingesteld stonden op de laatste fase van een hennepcyclus, de bloeicyclus (12 uur aan, 12 uur uit).
Op grond van het in 4.6. en 4.7. door Continuon gestelde kan als vaststaand worden aangenomen dat de bij [eiseres] aangetroffen apparatuur c.a. voor de hennepteelt is gebruikt. Dit is door [eiseres] op zichzelf ook niet betwist. Zij heeft zich echter op het standpunt gesteld dat dit niet in haar woning heeft plaatsgevonden. Daartoe heeft zij aangevoerd dat de in haar woning aangetroffen apparatuur c.a. uit een wiethok kwam en dat zij deze voor de hennepteelt benodigde zaken tweedehands heeft gekocht van twee haar onbekende jongens.
De aangetroffen kalksporen heeft [eiseres] verklaard door te stellen dat zij de potten op advies van de jongens heeft gewassen. Met betrekking tot het bakje met slaolie en schaar en daarin aangetroffen hennepresten heeft [eiseres] gesteld dat de jongens dit bakje met slaolie zo bij haar hebben binnengedragen.
De rechtbank oordeelt dat [eiseres] haar stelling dat de in haar woning aangetroffen benodigdheden niet in haar woning zijn gebruikt voor de hennepteelt onvoldoende heeft onderbouwd. Vaststaat immers dat deze benodigdheden wel voor de hennepteelt zijn gebruikt en in haar woning zijn aangetroffen. Indien [eiseres] stelt dat dit gebruik en de daarmee veroorzaakte vervuiling van de koolstoffilters elders heeft plaatsgevonden dient zij concreet aan te geven waar dit dan wel gebeurd zou zijn dan wel concrete, bij voorkeur controleerbare, feiten of omstandigheden te stellen die deze stelling ondersteunen. [eiseres] heeft dit nagelaten. Zij heeft voorts geen verklaring gegeven voor het feit dat onder de riempjes waarmee de koolstoffilters waren opgehangen geen vervuiling is aangetroffen. Dit duidt er -zoals Continuon heeft gesteld- op dat de vervuiling ter plaatse is ontstaan.
De door [eiseres] gegeven verklaring voor het in haar woning aangetroffen bakje met slaolie en schaar acht de rechtbank ongeloofwaardig. Op grond van het vorenstaande houdt de rechtbank het ervoor dat in de woning van [eiseres] in twee ruimten een hennepplantage in gebruik is geweest en ziet zij geen grond [eiseres] tot bewijs van het tegendeel toe te laten. De omstandigheid dat [eiseres] terzake door de politierechter is vrijgesproken doet daar niet aan af, te meer nu Continuon onweersproken heeft gesteld dat de officier van justitie in het strafproces niet over het door Continuon in deze procedure het geding gebracht rapport van haar afdeling fraudebestrijding beschikte.
Het aangenomen gebruik van een hennepplantage, gevoegd bij de onregelmatigheden aan de hoofdzekeringkast en het feit dat Continuon onweersproken heeft gesteld dat het wel door de elektriciteitsmeter geregistreerde elektriciteitsverbruik normaal genoemd kan worden, althans niet overeenkomst met hetgeen voor hennepplantages gebruikelijk is, noopt tot het oordeel dat voldoende vaststaat dat [eiseres], zoals Continuon heeft gesteld, buiten de meter om elektriciteit heeft afgenomen. [eiseres] dient voor die elektriciteit te betalen. De rechtbank acht de door Continuon gestelde hoeveelheid energie die aldus buiten de meter is afgenomen voldoende onderbouwd. Hetzelfde geldt voor het bedrag aan kosten dat Continuon terzake heeft moeten maken. [eiseres] is voor die kosten aansprakelijk.
Uit het vorenstaande vloeit voort dat [eiseres] het gevorderde voorschot van € 7.100,-- niet onverschuldigd heeft betaald. De vordering in conventie zal derhalve worden afgewezen. De vordering in reconventie zal worden toegewezen.
[eiseres] zal als de in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de kosten van de procedure, zowel in conventie als in reconventie.
De beslissing
De rechtbank:
In conventie
wijst de vordering af;
veroordeelt [eiseres] in de kosten van de procedure in conventie; deze kosten worden, voor zover tot op heden aan de zijde van Continuon gevallen, bepaald op € 1.056,-- (€ 288,-- wegens verschotten en € 768,-- wegens salaris procureur);
In reconventie
veroordeelt [eiseres] om aan Continuon een bedrag van € 370,12 (driehonderd zeventig en 12/100 euro) te betalen, vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag van 27 oktober 2004 tot de dag van betaling;
veroordeelt [eiseres] in de kosten van deze procedure in reconventie; deze kosten worden, voor zover tot op heden aan de zijde van Continuon gevallen, bepaald op € 384,-- wegens salaris procureur;
In conventie en in reconventie
verklaart de proceskostenveroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.A.A.T. Engbers en uitgesproken in het openbaar op 9 maart 2005.
de griffier de rechter