ECLI:NL:RBARN:2005:AT3859

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
25 februari 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
123587 / FA RK 05-10364
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verlenging van de termijn voor afstand van de gemeenschap in geval van bijzondere omstandigheden

In deze zaak verzocht de vrouw om verlenging van de termijn voor het doen van afstand van de gemeenschap, die afliep op 28 februari 2005. De man verzette zich tegen dit verzoek. De rechtbank oordeelde dat verlenging mogelijk is in geval van 'bijzondere omstandigheden'. Uit het onderzoek ter zitting bleek dat de vrouw slechts summiere informatie had over de schulden, wat haar beoordeling van de situatie bemoeilijkte. De vrouw was sinds juni 2003 opgenomen in een psychiatrische inrichting, wat haar vermogen om informatie te onthouden en te verwerken beïnvloedde. Daarnaast was er onduidelijkheid over de aansprakelijkheid voor de schulden, die onder andere bij Wehkamp, Primeline en de Rabobank waren ontstaan. De rechtbank concludeerde dat de vrouw onvoldoende tijd had gehad om de situatie te beoordelen en dat de man niet voldoende informatie had verstrekt. Daarom werd het verzoek van de vrouw tot verlenging van de termijn voor het doen van afstand van de gemeenschap toegewezen, met een verlenging van drie maanden tot 28 mei 2005. De rechtbank wees het meer of anders verzochte af.

Uitspraak

Rechtbank Arnhem
Sector familierecht
Zaak/rekestnummer: 123587 / FA RK 05-10364
Datum uitspraak: 25 februari 2005
Beschikking
naar aanleiding van het verzoekschrift van
M.J.W. H., (hierna te noemen de vrouw),
wonende te Nijmegen,
procureur: mr. M.J.M. Willems.
Belanghebbende:
* B.J. J., wonende te Nijmegen, (hierna te noemen de man).
De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het verzoekschrift (met bijlagen), ingekomen op 9 februari 2005;
- het verweerschrift, ingekomen op 24 februari 2005;
- het proces-verbaal van de op 25 februari 2005 gehouden mondelinge behandeling.
Op 25 februari 2005 zijn ter zitting gehoord:
- mr. M.J.M. Willems, namens de niet verschenen vrouw;
- de man, bijgestaan door mr. M.B.M. Kaaij.
De feiten
De vrouw en de man zijn op 10 juni 1985 in Nijmegen in gemeenschap van goederen met elkaar gehuwd.
Deze rechtbank heeft op 11 november 2004 de echtscheiding tussen de vrouw en de man uitgesproken, welke beschikking op 29 november 2004 is ingeschreven in de registers van de burgerlijke stand te Nijmegen.
Het verzoek
De vrouw verzoekt de termijn van artikel 1:104 van het Burgerlijk Wetboek die afloopt op 28 februari 2005 te verlengen met zes maanden.
De vrouw voert daartoe aan dat haar advocaat pas op 31 januari 2005 gegevens over de omvang van de schulden van de (advocaat van de) man heeft ontvangen zodat zij onvoldoende tijd heeft gehad voor nader onderzoek naar de aansprakelijkheid van de schulden.
De beoordeling
Op grond van artikel 1:103 van het Burgerlijk Wetboek heeft ieder der echtgenoten het recht van de gemeenschap afstand te doen.
Op grond van artikel 1:104 van het Burgerlijk Wetboek is de echtgenoot, die op grond van artikel 1:103 BW afstand wil doen, verplicht binnen drie maanden na de ontbinding van de gemeenschap een akte van afstand te doen inschrijven in het huwelijks-goederenregister, op verbeurte van dit voorrecht.
De echtscheidingsbeschikking is op 29 november 2004 ingeschreven zodat de termijn als bedoeld in artikel 1:104 BW eindigt op 28 februari 2005.
De vrouw verzoekt thans op grond van artikel 1:106 van het Burgerlijk Wetboek deze termijn te verlengen voor zes maanden.
De vrouw heeft aangevoerd dat zij onvoldoende tijd heeft gehad om te beoordelen of het geraden is om afstand te doen van de gemeenschap, omdat zij pas op 31 januari 2005 de beschikking kreeg over de omvang van de schulden.
Uit de tijdens de mondelinge behandeling door mr. Willems gegeven toelichting op het verzoek blijkt dat bij de vrouw met name nog steeds onduidelijkheid bestaat over de vraag wie de schulden is aangegaan, hetgeen relevant is voor de aansprakelijkheid, en het verloop van de schulden aan Wehkamp, Primeline en de Rabobank. Zij meent dat het op de weg van de man had gelegen deze duidelijkheid te verschaffen. In de ogen van de vrouw heeft hij, ondanks meerdere verzoeken daartoe, onvoldoende informatie verschaft. Voorts heeft mr. Willems aangevoerd dat haar onderzoek naar het verloop van de schulden extra wordt bemoeilijkt door het feit dat de vrouw al langere tijd in een inrichting verblijft en niet in staat is haar van informatie te voorzien.
De Rabobank heeft haar geen informatie willen verschaffen.
De man verweert zich, aanvoerende dat hij alle in zijn bezit zijnde gegevens omtrent de schulden aan Wehkamp, Primeline en de Rabobank heeft toegestuurd aan de (raadsman) van de vrouw en dat hij niet in staat is haar nog verdere informatie te verschaffen. Het komt hem dan ook niet zinvol voor om het verzoek van de vrouw tot verlenging van de termijn in te willigen. Hij is bovendien van mening dat beide partijen aansprakelijk zijn voor de schulden nu deze zijn aangegaan ten behoeve van de gewone huishouding.
Verlenging van de termijn voor het doen van afstand van de gemeenschap is mogelijk in geval van "bijzondere omstandigheden". De rechtbank is van oordeel dat daarvan sprake is. Uit het onderzoek ter zitting is voldoende komen vast te staan dat de vrouw tot op heden slechts kan beschikken over summiere informatie omtrent het ontstaan en verloop van de schulden bij Wehkamp, Primeline en de Rabobank en dat deze informatie onvoldoende is voor beoordeling van de vraag of het raadzaam is afstand te doen van de gemeenschap. Het vergaren van relevante informatie door (de raadsvrouwe van) de vrouw wordt ernstig bemoeilijkt door het feit dat de vrouw sedert juni 2003 is opgenomen in een psychiatrische inrichting en zij - kennelijk - moeite heeft zaken te onthouden, alsmede door het feit dat partijen hun financiële administratie niet goed bijgehouden hebben. De rechtbank zal mitsdien het verzoek van de vrouw tot verlenging van de termijn inwilligen voor de duur van drie maanden, en wel tot 28 mei 2005.
De beslissing
De rechtbank
verlengt de termijn voor inschrijving van de akte van afstand van de gemeenschap met drie maanden, tot 28 mei 2005;
wijst af het meer of anders verzochte.
Deze beschikking( is gegeven door mr. A.S.W. Kroon in tegenwoordigheid van de griffier en in het openbaar uitgesproken op
de griffier de rechter