ECLI:NL:RBARN:2005:AT8686

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
11 mei 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
125337
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vergelijkende reclame en misleidende mededelingen omtrent vleesvervanger Valess

In deze zaak heeft het Voorlichtingsbureau Vlees, dat de belangen van de Nederlandse vleessector behartigt, een kort geding aangespannen tegen Campina c.s. over de reclame-uitingen van het vleesvervangende product Valess. Het Voorlichtingsbureau vorderde dat Campina c.s. zou worden verboden om Valess te vergelijken met vlees, tenzij aan de wettelijke eisen voor vergelijkende reclame werd voldaan. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de slagzin "Valess. Lekker geen vlees. Lekker van zuivel" niet als vergelijkende reclame kan worden gekwalificeerd, omdat deze niet voldoet aan de vereisten van artikel 6:194a BW. De voorzieningenrechter oordeelde dat de uiting te onbepaald is en geen directe vergelijking met vlees maakt.

Echter, de uitingen op de website en in het persbericht van Campina c.s. werden wel als vergelijkende reclame gekwalificeerd, omdat daarin Valess expliciet met vlees werd vergeleken. De voorzieningenrechter stelde vast dat deze vergelijkingen niet volledig waren, omdat belangrijke nadelen van Valess, zoals het hoge zoutgehalte en het ontbreken van ijzer, niet werden vermeld. Dit werd als misleidend beschouwd, omdat consumenten niet in staat werden gesteld om een weloverwogen keuze te maken.

De voorzieningenrechter heeft Campina c.s. verboden om Valess te vergelijken met vlees zonder de relevante nadelen te vermelden en heeft hen een termijn van twee weken gegeven om hun website aan te passen. De kosten van het kort geding werden gecompenseerd, waarbij iedere partij haar eigen kosten droeg. Het vonnis is uitgesproken op 11 mei 2005.

Uitspraak

Rechtbank Arnhem
Sector civiel recht
Zaak-/rolnummer: 125337 / KG ZA 05-199
Datum vonnis: 11 mei 2005
Vonnis in kort geding
in de zaak van
de stichting
VOORLICHTINGSBUREAU VLEES,
gevestigd te Zoetermeer,
eiseres,
procureur mr. J.M. Bosnak,
advocaat mr. H.J.M. Boukema te Den Haag,
tegen
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CAMPINA NEDERLAND HOLDING B.V.,
2. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CAMPINA ZUIVEL B.V.,
3. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
VALESS B.V.,
allen gevestigd te Zaltbommel,
gedaagden,
advocaat mr. K.T.M. Stöpetie te Amsterdam.
Partijen zullen hierna Voorlichtingsbureau Vlees en Campina c.s. genoemd worden.
Het verloop van de procedure
Voorlichtingsbureau Vlees heeft gedaagden sub 1 en 2 ter zitting in kort geding van 28 april 2005 doen dagvaarden, waar gedaagde sub 3 toen eveneens vrijwillig is verschenen, en heeft gevorderd als weergegeven in de dagvaarding. Campina c.s. heeft geconcludeerd tot weigering van de gevraagde voorzieningen. De advocaat van Voorlichtingsbureau Vlees en de advocaat van Campina c.s. hebben de zaak bepleit overeenkomstig de door hen overgelegde pleitnotities. Daarbij hebben zij producties in het geding gebracht. Het vonnis is bepaald op heden.
De vaststaande feiten
1.1 Het Voorlichtingsbureau Vlees behartigt de belangen van de Nederlandse Vleessector. In het stichtingsbestuur zitten vertegenwoordigers van de vleesproducenten, de vleesverwerkende industrie, de detailhandel en boeren. Het Voorlichtingsbureau Vlees geeft op grote schaal informatie en voorlichting aan de Nederlandse consument en de (inter)nationale zakelijke markt ter bevordering van het imago van vlees. Het jaarlijks budget hiervoor bedraagt ongeveer tien miljoen euro.
1.2 Campina c.s. heeft onder de naam VALESS een vleesvervangend product op de markt gebracht dat niet plantaardig is maar uit (dierlijk) zuivel is vervaardigd.
1.3 Campina c.s. heeft op 3 februari 2005 het volgende persbericht uitgebracht:
“Dit nieuwe product is bereid uit verse zuivel en voedingsvezels, en bevat minder vet en relatief meer meervoudig onverzadigde vetzuren dan vlees. Met VALESS komt Campina tegemoet aan de wens van veel vleesetende Nederlanders om gezond en minder vlees te eten, mits er een gemakkelijk maar vooral lekker alternatief voorhanden is. Tot op heden was dit laatste een probleem voor vleeseters. VALESS ziet eruit als een stukje vlees, is lekker en gezond en biedt daarom een gemakkelijke en verantwoorde variatie op vlees.”
1.4 Op de verpakking van VALESS is onder meer het volgende vermeld:
“VALESS is een makkelijke, lekkere en verantwoorde variatie op vlees (…)”
“VALESS, voor gezonde variatie”
“Kijk voor meer recepten en meer informatie over VALESS en gezonde voeding op www.valess.com of bel de VALESS consumentenservice (…)”
1.5 Op de website van Campina c.s. staat onder meer het volgende:
“VALESS is een gezonde variatie op vlees”
“En soms eet je vlees, soms eet je VALESS. Met VALESS zit je goed. Want het blinkt uit door zijn gezonde samenstelling. Zo bevat VALESS weinig vet. Het vet dat in VALESS zit, is bovendien grotendeels onverzadigd en dat is gunstig voor het cholesterolgehalte. Vergelijk het vetgehalte van VALESS maar eens met andere producten door te klikken op een van de volgende plaatjes: (vleesproducten)
Je ziet het: VALESS is beduidend minder vet dan veel vleessoorten. Een goede reden om die lekkere producten van VALESS vaker op het menu te zetten! (…)
1.6. De slagzin van de televisiecommercials voor VALESS luidt:
“VALESS. Lekker geen vlees, lekker van zuivel.”
Het geschil
2.1 Het Voorlichtingsbureau Vlees vordert (i.) dat Campina c.s. zal worden verboden VALESS te vergelijken met vlees, tenzij elke individuele vergelijking voldoet aan alle in artikel 6:194 a BW genoemde maatstaven voor vergelijkende reclame en, in het bijzonder, dat Campina c.s. zal worden verboden de in het lichaam van de dagvaarding gesignaleerde misleidende reclame, respectievelijk onjuiste, vergelijkingen in de huidige televisiecommercials en de verpakkingen, alsmede op de website openbaar te maken, alsmede (ii.) dat Campina c.s. zal worden verboden te suggereren dat VALESS gezonder is dan, respectievelijk even gezond is als vlees, onder meer door het gebruik van de slagzin: lekker geen vlees, lekker Valess, een en ander op straffe van verbeurte van dwangsommen.
2.2 Het Voorlichtingsbureau Vlees legt aan haar vorderingen ten grondslag dat Campina c.s., door VALESS te vergelijken met vlees, gebruik maakt van vergelijkende reclame, terwijl de reclame-uitingen volgens haar niet voldoen aan de in artikel 6:194 a BW genoemde maatstaven daarvoor. De wettelijke regeling aangaande misleidende vergelijkende reclame stemt in hoofdzaak overeen met de regeling in de Nederlandse Reclame Code. Het Voorlichtingsbureau Vlees doet een beroep op deze regeling, die de algemene zorgvuldigheidsnorm van artikel 6:162 BW inkleurt. Het Voorlichtingsbureau Vlees stelt voorts dat Campina c.s. zich schuldig maakt aan misleiding doordat zij ten onrechte impliceert dat VALESS gezonder is dan, respectievelijk even gezond is als, vlees. Ten onrechte zou Campina c.s. impliceren dat VALESS minder vet bevat dan vlees, terwijl zij de consument bovendien niet waarschuwt voor het hoge zoutgehalte en het ontbreken van (non-haem) ijzer.
2.3 Campina c.s. voert gemotiveerd verweer, welk verweer hierna, voor zover nodig, zal worden besproken.
De beoordeling van het geschil
De ontvankelijkheid ten aanzien van gedaagden sub 1 en 2
3.1 Campina c.s. heeft aangevoerd dat alle activiteiten met betrekking tot VALESS zijn ondergebracht in Valess B.V. en dat het Voorlichtingsbureau Vlees daarom de verkeerde vennootschappen heeft gedagvaard en om die reden niet ontvankelijk is in haar vorderingen jegens die vennootschappen. Dat verweer wordt verworpen. Het gaat niet om de partij die VALESS produceert en verhandelt maar om de adverteerder voor het product. Voorshands wordt aangenomen dat dit (ook) gedaagden sub 1 en 2 zijn nu in de gewraakte uitingen naast en door elkaar Campina en Valess worden genoemd. Bovendien bevindt zich op de eigen website van gedaagden sub 1 en/of 2 (www.campina.nl) een link naar VALESS (www.valess.com), en omgekeerd.
De inhoudelijke beoordeling: vergelijkende reclame?
3.2 De vraag is allereerst of er, zoals het Voorlichtingsbureau Vlees stelt, sprake is van vergelijkende reclame in de zin van artikel 6:194a BW. Campina c.s. meent dat dit (reeds) niet het geval is omdat in haar uitingen verwezen wordt naar vlees in zijn algemeenheid en dat daarom geen sprake is van een vergelijking met de producten of diensten van een bepaalde concurrent. Dat verweer gaat niet op. Het in artikel 6:194a BW gebezigde begrip concurrent dient ruim te worden opgevat, zo volgt uit de wetsgeschiedenis (MvT, KS II 2000-2001, 27619, nr. 3, p. 14), en daaronder kan ook een conglomeraat van concurrenten vallen dat herleidbaar is tot een bepaald product zoals hier al diegenen die betrokken zijn bij het op de markt brengen van het product vlees. Als belangenorganisatie van de Nederlandse vleessector mag het Voorlichtingsbureau Vlees op grond van artikel 3:305a BW voor deze bepaalbare concurrenten een collectieve actie instellen. Een beperking is wel daarin gelegen dat het moet gaan om een daadwerkelijke vergelijking. Dat dient voor elk onderdeel van de reclamecampagne van Campina c.s. voor VALESS afzonderlijk te worden bezien. In het bevestigende geval zal (telkens) moeten worden nagegaan of de desbetreffende reclame-uiting voldoet aan de in artikel 6:194 a BW genoemde maatstaven.
3.3 Omdat het Voorlichtingsbureau Vlees ter zitting desgevraagd heeft aangegeven dat zij zich het meest stoort aan de door Campina c.s. in de televisiecommercials gebruikte slagzin “Valess. Lekker geen vlees. Lekker van zuivel.” zal die reclame-uiting als eerste worden beoordeeld.
De voorzieningenrechter kan zich er wel iets bij voorstellen dat deze slagzin het Voorlichtingsbureau Vlees zwaar op de maag ligt. Die kán immers zo gelezen worden dat wordt aangehaakt bij een bepaald (negatief) sentiment dat in (delen van) de samenleving nu eenmaal over vlees bestaat. Of daarmee door Campina c.s. een onjuiste indruk wordt gevestigd zal hierna verder aan de orde komen bij de beoordeling van de vordering voor zover die is gebaseerd op artikel 6:194 BW. Voor het als een vergelijking kwalificeren van de slagzin is deze naar het oordeel van de voorzieningenrechter te onbepaald: zij draagt impliciet noch expliciet een werkelijk vergelijkende boodschap die herleidbaar is tot de bepaalbare concurrenten als onder 3.2 bedoeld. Het enkel noemen van het (generieke) product vlees is daarvoor onvoldoende. Goed beschouwd wordt daarmee door Campina c.s. alleen iets gezegd over de herkomst van het eigen product. Dat dit geen vlees is, spreekt voor een vleesvervangend product als VALESS voor zich. Dat Campina c.s. zich daarover verheugt (“lekker”), maakt de uiting nog niet tot een relevante vergelijking.
De beoordeling wordt op dit punt niet anders door de inhoud en het thema van de drie televisiecommercials nu ook daarin voldoende bepaalde uitingen ontbreken die als vergelijking kunnen worden opgevat.
3.4 Voor de teksten die voorkomen op de verpakking van VALESS geldt naar de kern genomen eveneens het onder 3.3 overwogene. Door VALESS te benoemen als een variatie op vlees omschrijft en classificeert Campina c.s. slechts haar eigen aanbod. Dat staat vanwege de generieke aard van de omschrijving niet gelijk aan de vermelding, onder welke vorm ook, waarbij de door een specifieke concurrent aangeboden goederen of diensten wordt genoemd.
3.5 Dan het persbericht en de website. Het staat voor de voorzieningenrechter buiten twijfel dat in die uitingen VALESS en vlees inderdaad met elkaar worden vergeleken. Gelet op de cumulatieve voorwaarden waaronder in artikel 6:194a BW vergelijkende reclame wordt toegestaan betekent dit, onder meer, dat de vergelijking:
(a) waar en niet misleidend is;
(b) objectief controleerbaar moet zijn;
(c) een of meer wezenlijke, relevante, representatieve kenmerken van de vergeleken producten moet bevatten;
(d) de goede naam van het vergeleken product van de concurrent niet mag schaden;
Het voorlichtingsbureau Vlees beklaagt zich erover dat deze voorwaarden in het persbericht en op de website worden overtreden. Dat zou in de eerste plaats zo zijn omdat Campina c.s. in haar vergelijking VALESS gezonder noemt dan vlees.
De voorzieningenrechter leest een dergelijke claim niet in de reclame-uitingen. Wel is het zo dat Campina c.s. nadrukkelijk aandacht vraagt voor het thema gezondheid. Ten aanzien van vlees doet zij dat op een genuanceerde wijze door zowel op de nadelen (de inname van verzadigde vetzuren) als de voordelen (bron van eiwit, ijzer en vitamine B) te wijzen. Dat per saldo vanwege het effect van de nadelen, minder vlees eten bijdraagt aan de gezondheid, is een stelling van Campina c.s. die zij ook heeft waargemaakt met de door haar in dit geding geproduceerde verklaringen van deskundigen. Met het persbericht van Campina c.s. is daarom in zoverre niets mis, ook niet omdat enige denigratie van vlees daarin niet valt te lezen. Wat de website betreft wordt ten aanzien van deze aspecten niet anders geoordeeld.
3.6 Wel is het zo dat Campina c.s in het persbericht en op de website de nadelen van VALESS ten onrechte onvermeld laat. Dit betreft, onbestreden, het relatief hoge zoutgehalte van het product en het ontbreken daarin van ijzer. Dat zijn wezenlijke aspecten die naar het oordeel van de voorzieningenrechter in het kader van een vergelijking wel vermeld dienen te worden teneinde de consument in staat te stellen zich een eigen oordeel te vormen. Dat Campina c.s. niet gehouden zou zijn alle voedingsstoffen te noemen die niet in VALESS zitten, gaat niet op. In het kader van een (eerlijke) vergelijking met vlees moet zij dat juist wel doen. De regeling in artikel 6:194a BW moet in dit verband zo worden uitgelegd dat de productvergelijking ten aanzien van een bepaald kenmerk, die op zichzelf geoorloofd is, alle relevante aspecten dient te bevatten. Anders gezegd: Campina c.s. behoeft niet op alle onderdelen een vergelijking uit te voeren, maar als zij ten aanzien van een relevant kenmerk een vergelijking presenteert dan dient die volledig te zijn. In dit geval gaat het om het thema gezondheid. Dat heeft, waar het gaat om het nuttigen van vlees dan wel vleesvervangers, meerdere aspecten. Het punt is dat Campina c.s. niet het één (het vetgehalte van vlees) mag benoemen en het ander (het zoutgehalte van VALESS en het ontbreken daarin van ijzer) onvermeld mag laten. Dat is onvolledig. Campina c.s dient in zoverre haar website(s) aan te passen. Daarmee wordt ook het persbericht bestreken, nu dat weliswaar bij introductie van het product eenmalig is uitgegaan maar nog steeds een ongestoord leven leidt op de website(s). Haar zal daarvoor een redelijke termijn van twee weken worden toegestaan.
De inhoudelijke beoordeling: misleiding?
3.7 Deze grondslag van de vorderingen is nog van belang voor de onder 3.3 en 3.4 behandelde uitingen waarover is geoordeeld dat die niet zijn te kwalificeren als vergelijkende reclame. Evenmin bevatten die uitingen misleidende mededelingen. Wat de verpakking van VALESS betreft geldt dat die is voorzien van de in reclame gebruikelijke wervende teksten. De consument weet die wel zelfstandig op juiste waarde te schatten. Enige onwaarheid gaat in de teksten niet schuil.
Dat geldt ten slotte ook voor de slagzin, die feitelijk juist is. In redelijkheid kan niet gezegd worden dat Campina c.s. daarmee het in 3.3. bedoelde sentiment vestigt of verspreidt.
Evenmin laat zij zich aldus, noch in combinatie met de grappig bedoelde televisiecommercials, kleinerend over vlees uit.
3.8 De slotsom is dat de vorderingen beperkt zullen worden toegewezen op de hierna te bepalen wijze. Gelet op die uitkomst zullen de kosten van dit kort geding tussen hen worden gecompenseerd.
De beslissing
De voorzieningenrechter
1. verbiedt Campina c.s. om, gerekend vanaf twee weken na betekening van dit vonnis, op haar website(s) VALESS te vergelijken met vlees zonder daarbij de in dit vonnis onder 3.6 bedoelde aspecten te vermelden;
2. veroordeelt Campina c.s. tot betaling aan het Voorlichtingsbureau Vlees van een dwangsom van € 10.000,- voor iedere dag, of ieder dagdeel, dat Campina c.s. in strijd mocht handelen met het haar onder 1 gegeven verbod, tot een maximum van totaal
€ 1.000.000,-;
3. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad;
4. compenseert de proceskosten tussen partijen in die zin dat iedere partij haar eigen kosten draagt;
5. weigert het anders of meer gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. J.T.G. Roovers en in het openbaar uitgesproken op 11 mei 2005.