ECLI:NL:RBARN:2005:AT9613
Rechtbank Arnhem
- Voorlopige voorziening
- W.F. Bijloo
- Rechtspraak.nl
Verzoek om voorlopige voorziening inzake bouwvergunning voor uitbreiding fabriek mengvoeders
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Arnhem op 15 juli 2005 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening met betrekking tot een bouwvergunning die was verleend aan [belanghebbende] voor de uitbreiding van een fabriek voor mengvoeders. De verzoekster had bezwaar gemaakt tegen dit besluit en verzocht om schorsing van de verleende bouwvergunning. De voorzieningenrechter overwoog dat, volgens artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), een voorlopige voorziening kan worden getroffen indien onverwijlde spoed dat vereist. Echter, op 7 juni 2005 had verweerder al op de bezwaren van verzoekster beslist, waardoor de mogelijkheid om een voorlopige voorziening te treffen niet langer aanwezig was.
De verzoekster was op 13 juni 2005 in de gelegenheid gesteld om beroep in te stellen tegen het besluit op bezwaar, maar had tot op heden geen gebruik gemaakt van deze mogelijkheid. De voorzieningenrechter concludeerde dat niet meer voldaan werd aan het connexiteitsvereiste van artikel 8:81 van de Awb, ondanks het feit dat de beroepstermijn van zes weken nog niet volledig was verstreken. De voorzieningenrechter benadrukte dat het verzoekster vrijstond om een nieuw verzoek om voorlopige voorziening in te dienen, mits zij alsnog beroep instelde. Uiteindelijk werd het verzoek om voorlopige voorziening niet-ontvankelijk verklaard, zonder dat er termen aanwezig waren voor een proceskostenveroordeling.
De uitspraak werd gedaan door mr. W.F. Bijloo, in tegenwoordigheid van mr. S.A. van Hoof, griffier, en werd openbaar uitgesproken. Tegen deze uitspraak stond geen rechtsmiddel open.