Rechtbank Arnhem
Sector kanton
Locatie Arnhem
zaakgegevens 400331 \ HA VERZ 05-1551 \ PH/174/cl
uitspraak van 21 juli 2005
de besloten vennootschap Alva B.V.
gevestigd te Arnhem
verzoekende partij
gemachtigde mr. D.T.J. van der Klei
[verweerder]
wonende te [woonplaats]
verwerende partij
gemachtigden mr. O.J. Ingwersen en mr. W.J.F. Nieuwenhuis
Bij verzoekschrift van 22 juni 2005 heeft verzoekende partij, verder te noemen Alva, de kantonrechter verzocht de arbeidsovereenkomsten met zestien werknemers, onder wie [verweerder], te ontbinden. Mede namens [verweerder] is een verweerschrift ingediend. De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 7 juli 2005. Partijen zijn verschenen, vergezeld van gemachtigden, en hebben hun standpunten doen toelichten aan de hand van pleitnotities. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van wat ter zitting aan de orde is gesteld. Vervolgens heeft de kantonrechter de behandeling geschorst om Alva de gelegenheid te geven haar verzoek nader met stukken te onderbouwen en op basis daarvan met de werknemers in overleg te treden. De mondelinge behandeling is voortgezet op 15 juli 2005. Partijen zijn opnieuw verschenen, vergezeld van gemachtigden, en hebben hun standpunten verder doen toelichten aan de hand van pleitnotities. Ook daarvan heeft de griffier aantekeningen gemaakt. Tenslotte heeft de kantonrechter bepaald dat beschikking zal worden gegeven, waarbij Alva de gelegenheid is geboden de griffier uiterlijk 19 juli 2005 om 9:00 uur te berichten of zij alle verzoeken handhaaft. Alva heeft het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met één - andere - werknemer ingetrokken.
2.1 Alva is een onderneming die zich richt op het ontwikkelen, produceren en distribueren van computeraanpassingen en IT-hulpmiddelen voor blinden en slechtzienden. Haar activiteiten zijn in drie groepen te verdelen, te weten het verkopen van de Alva brailleleesregel (een voorziening die het voor een blinde mogelijk maakt een PC te gebruiken), het verkopen van de Alva MPO (een organizer voor blinden) en het onderhouden van haar producten en het trainen van de gebruikers ervan.
2.2 Alva is voornemens haar onderneming te reorganiseren en in dat kader binnen korte tijd meer dan vier werknemers te laten afvloeien door middel van de ontbinding van hun arbeidsovereenkomsten door de kantonrechter. Zij heeft dit voornemen niet gemeld bij de FNV, waarbij één van de betrokken werknemers is aangesloten.
2.3 [verweerder], geboren op 9 juli 1974, is op 1 november 1999 in dienst getreden van Alva. Hij is als Boekhoudkundig Medewerker werkzaam op de administratie. Zijn laatst verdiende bruto maandsalaris bedraagt € 1.952,-.
3.1 Alva heeft de kantonrechter verzocht de arbeidsovereenkomsten met de werknemers onder wie [verweerder] te ontbinden met ingang van 31 juli 2005, althans dadelijk of op korte termijn wegens gewichtige redenen en daarbij aan de werknemers een vergoeding toe te kennen overeenkomstig het Sociaal Plan.
3.2 Alva heeft het volgende aan haar verzoek ten grondslag gelegd. De verkopen van de leesregel en de MPO lopen terug, terwijl ook de omzet van de diensten afneemt. Alva heeft de afgelopen jaren een aantal maatregelen genomen om deze situatie het hoofd te bieden, waaronder een reorganisatie in 2004. Niettemin is de huidige liquiditeitspositie van Alva zodanig dat zij in haar voortbestaan wordt bedreigd.
3.3 Aan het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst met [verweerder] heeft Alva meer in het bijzonder het volgende ten grondslag gelegd. Met het teruglopen van de omzet moet ook de administratie kleiner worden. Het hoofd van de administratie, mevrouw [medewerkster], heeft het grootste aantal dienstjaren van de afdeling en moet in staat worden geacht de verminderde werkzaamheden alleen te kunnen uitvoeren.
3.4 Alva heeft een ontbindingsvergoeding aangeboden zoals in het Sociaal Plan voorzien. Deze vergoeding houdt in, verkort weergegeven, een maandelijks te betalen aanvulling op de WW-uitkering tot het niveau van het laatst verdiende loon gedurende maximaal een jaar, waarbij de WW-uitkering niet geldt als toelatingscriterium maar als rekencriterium.
4.1 [verweerder] heeft zich tegen toewijzing van het verzoek verzet.
4.2 Daartoe heeft [verweerder] allereerst aangevoerd dat het ontbindingsverzoek moet worden afgewezen omdat Alva zich, gezien de omvang van de reorganisatie, niet tot de kantonrechter maar tot het CWI had moeten wenden.
4.3 [verweerder] heeft voorts betwist dat de OR heeft ingestemd met de reorganisatie en met het Sociaal Plan. Door de reorganisatie niettemin door te voeren handelt Alva in strijd met de wet.
4.4 [verweerder] heeft in eerste instantie erkend dat het Alva financieel niet voor de wind gaat, maar op basis van een kritische beschouwing van de stukken die Alva in het geding heeft gebracht betoogd dat het scenario niet zo donker is als door Alva voorgesteld. Nadat Alva de onderbouwing van haar stellingen had aangevuld, heeft [verweerder] aangevoerd dat op basis van de nieuwe documenten niet kan worden ontkend dat Alva in zwaar weer verkeert in die zin dat er in 2005 maandelijks verlies wordt geleden en dat [verweerder] inziet dat de huidige situatie niet gezond is. [verweerder] heeft evenwel aangevoerd dat uit de stukken blijkt dat een herstel is ingetreden zodat een reorganisatie, zo deze nodig mocht zijn, niet de omvang behoeft te hebben die Alva voorstaat.
4.5 [verweerder] heeft voorts onder meer aangevoerd dat hij op de afdeling fungeert als vraagbaak, dat het facturatiesysteem complex is, dat er achterstanden zijn en dat hij voor de afdeling onmisbaar is. Hij voert aan dat mevrouw [medewerkster] hem heeft meegedeeld dat zij het werk niet alleen aan zal kunnen.
4.6 Voor het geval dat de arbeidsovereenkomst wordt ontbonden verzoekt [verweerder] rekening te houden met de fictieve opzegtermijn en maakt hij aanspraak op een ineens uit te keren ontbindingsvergoeding op basis van de kantonrechtersformule met een correctiefactor C = 1, derhalve een bedrag van € 12.649,-.
5.1 Het verweer dat Alva zich niet tot de kantonrechter maar tot het CWI had moeten wenden faalt, nu partijen bij een arbeidsovereenkomst te allen tijde bevoegd zijn zich met een ontbindingsverzoek tot de kantonrechter te wenden.
5.2 Op basis van de in het geding gebrachte stukken, waaronder de jaarrekening 2004 en de balansen en resultatenrekeningen over de maanden januari tot en met juni 2005 van Alva Holding B.V., van welke vennootschap Alva een dochter is, en mede in het licht van de erkenning door [verweerder], is voldoende aannemelijk geworden dat de bedrijfseconomische situatie van Alva thans zodanig is, dat er sprake is van veranderingen in de omstandigheden die een gewichtige reden voor ontbinding van de arbeidsovereenkomst opleveren. Dat een herstel van deze situatie is ingetreden, is onvoldoende aannemelijk geworden.
5.3 Daarmee komt de vraag aan de orde of de arbeidsovereenkomst met [verweerder] voor ontbinding in aanmerking komt. Voor de beoordeling van die vraag wordt aansluiting gezocht bij hetgeen is bepaald in de artikelen 4.2, 4.3 en 4.4 van het Ontslagbesluit.
5.4 Alva is in beginsel vrij haar onderneming in te richten op de manier die zij verstandig vindt. Dat [verweerder] in zijn ogen onmisbaar voor zijn afdeling is en dat mevrouw [medewerkster] heeft aangekondigd het werk niet alleen aan te kunnen, staat daarom niet aan ontbinding in de weg. Het verzoek tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst is daarom toewijsbaar.
5.5 Daarmee komt de vraag aan de orde of daarbij een ontbindingsvergoeding moet worden toegekend.
5.6 Alva heeft de FNV, bij welke vakbond een van de betrokken werknemers aangesloten is, niet van de reorganisatie op de hoogte gebracht. Voorts heeft zij onvoldoende aannemelijk gemaakt dat zij de ondernemingsraad op correcte wijze heeft betrokken bij de voorgenomen reorganisatie en bij het opstellen van het Sociaal Plan. Ter zitting is van de zijde van Alva verklaard dat de regeling in het Sociaal Plan moet worden beschouwd als een aanbod, dat voor aanvaarding openstaat. Daarom wordt geoordeeld dat het Sociaal Plan eenzijdig is opgesteld, zodat aan de inhoud ervan voorbij zal worden gegaan.
5.7 Nu enerzijds aan [verweerder] geen enkel verwijt is gemaakt van het ontstaan van de ontbindingsgrond, terwijl anderzijds voldoende aannemelijk is geworden dat Alva in een moeilijke liquiditeitspositie verkeert, acht de kantonrechter een vergoeding op basis van de kantonrechtersformule met een correctiefactor C = ¾ billijk, derhalve een bruto bedrag van € 9.487,-. Deze vergoeding zal ineens verschuldigd zijn, nu het niet billijk is dat [verweerder] de onderneming waarbij hij niet meer in dienst is de komende tijd financiert doordat zijn vergoeding volgens een betalingsregeling wordt uitbetaald. Met de fictieve opzegtermijn wordt geen rekening gehouden, nu de wetgever met de invoering van artikel 16 lid 3 WW een anticumulatieregel ten laste van de werknemer heeft beoogd.
5.8 Omdat in het geval van ontbinding aan [verweerder] een vergoeding wordt toegekend die hoger kan zijn dan hetgeen Alva heeft aangeboden, zal Alva de gelegenheid worden geboden haar verzoek in te trekken. Zowel in het geval dat Alva het verzoek intrekt, als in het geval dat zij dat niet doet, wordt zij in de proceskosten veroordeeld. De kosten van haar keuze voor de onderhavige procedure bij de kantonrechter behoren immers voor haar risico te komen.
stelt partijen in kennis van zijn voornemen de arbeidsovereenkomst te ontbinden per 1 augustus 2005 onder toekenning aan [verweerder] van een ten laste van Alva komende vergoeding van € 9.487,- bruto;
stelt Alva in de gelegenheid het verzoek uiterlijk 29 juli 2005 om 12:00 uur in te trekken door middel van een schriftelijk bericht aan de griffie;
indien het verzoek niet wordt ingetrokken:
ontbindt de arbeidsovereenkomst per de hierboven genoemde datum onder toekenning aan [verweerder] van een ten laste van Alva komende vergoeding als hierboven genoemd;
veroordeelt Alva in de proceskosten, tot aan deze beschikking aan de zijde van [verweerder] begroot op € 500,-.
Deze beschikking is gegeven door de kantonrechter mr. P.A. Huidekoper en in het openbaar uitgesproken op 21 juli 2005.