ECLI:NL:RBARN:2005:AU4921
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- D. van Driel van Wageningen
- Rechtspraak.nl
Vordering tot opheffing van erfdienstbaarheid en verklaring voor recht betreffende perceelgrenzen
In deze zaak vorderen eisers, [eiser 1] en [eiser 2], primair een verklaring voor recht dat er op hun perceel geen erfdienstbaarheid meer rust ten gunste van de gedaagden, zodat zij hun erf volledig kunnen afsluiten. Subsidiair verzoeken zij de erfdienstbaarheid op te heffen op basis van artikel 5:79 BW. De rechtbank Arnhem heeft op 14 september 2005 uitspraak gedaan in deze civiele zaak, waarin de eisers en gedaagden betrokken zijn. De eisers zijn eigenaar van een perceel in de gemeente [woonplaats], terwijl de gedaagden, waaronder [gedaagde 1], [gedaagde 2] en [gedaagde 3], op aangrenzende percelen wonen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de betrokken percelen in het verleden deel uitmaakten van de boerderij “Het Rozendaal”. Bij akte van scheiding en deling zijn erfdienstbaarheden gevestigd, waaronder het recht van weg ten behoeve van de gedaagden. De rechtbank heeft de vorderingen van de eisers beoordeeld en geconcludeerd dat de erfdienstbaarheid nog steeds van kracht is, en dat de gedaagden een gerechtvaardigd belang hebben bij het gebruik van het pad dat nu in geschil is.
De rechtbank heeft geoordeeld dat de eisers niet hebben aangetoond dat de erfdienstbaarheid niet meer van toepassing is, en dat de belangen van de gedaagden zwaarder wegen. De vordering van de eisers is afgewezen, en zij zijn veroordeeld in de proceskosten. Dit vonnis is uitgesproken door mr. D. van Driel van Wageningen en is openbaar gemaakt op 14 september 2005.