ECLI:NL:RBARN:2005:AU5575
Rechtbank Arnhem
- Voorlopige voorziening
- W.F. Bijloo
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening schorsing ongeldigverklaring rijbewijs burgemeester
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Arnhem op 7 oktober 2005 uitspraak gedaan in een verzoek om voorlopige voorziening. Verzoeker had bezwaar gemaakt tegen het besluit van de burgemeester van de gemeente Arnhem, dat zijn rijbewijs op 22 juni 2005 ongeldig was verklaard. Verzoeker verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, omdat hij meende dat het besluit onterecht was. De zitting vond plaats op 4 oktober 2005, waar verzoeker werd bijgestaan door zijn advocaat, mr. B.M. Speel-van Dijk, terwijl de burgemeester werd vertegenwoordigd door mr. R.G.J.Th. Kroes.
De voorzieningenrechter overwoog dat, op basis van artikel 8:81 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), een voorlopige voorziening kan worden getroffen indien onverwijlde spoed dat vereist. De rechter oordeelde dat er gerede twijfel bestond over de rechtmatigheid van het bestreden besluit, vooral omdat in een aanhangige zaak (procedurenummer 05/2892) was geoordeeld dat het Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR) niet bevoegd was om verzoeker te laten keuren in verband met mogelijk alcoholmisbruik. Dit leidde tot de conclusie dat het besluit van de burgemeester ook in bezwaar niet stand zou kunnen houden.
De voorzieningenrechter besloot het verzoek tot het treffen van een voorlopige voorziening toe te wijzen, het bestreden besluit te schorsen en de burgemeester te gelasten verzoeker weer in het bezit te stellen van zijn rijbewijs. Tevens werd de burgemeester veroordeeld in de proceskosten van verzoeker, die zijn begroot op € 344, en werd bepaald dat de gemeente Arnhem het door verzoeker betaalde griffierecht van € 138 diende te vergoeden. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en er stond geen rechtsmiddel open tegen deze beslissing.