ECLI:NL:RBARN:2005:AU7041
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige daad en schadevergoeding door aandeelhouders Baan Company
In deze zaak hebben 460 voormalige aandeelhouders van Baan Company N.V. de vennootschap en de gebroeders Baan aangeklaagd wegens onrechtmatige daad, omdat zij schade hebben geleden door de waardevermindering van hun aandelen. De eisers stelden dat de gedaagden de indruk wekten dat het goed ging met de onderneming, terwijl dit niet het geval was. De rechtbank oordeelde echter dat de stellingen van de eisers te algemeen waren en onvoldoende aanknopingspunten boden om de causaliteit van de gestelde onrechtmatige daden vast te stellen. De rechtbank merkte op dat de eisers hun vorderingen niet individueel hadden onderbouwd, wat noodzakelijk was gezien het aantal eisers en de aard van de vorderingen. Bovendien werd de schorsing van de procedure wegens het overlijden van een eiser nietig verklaard, omdat de erfgenamen al partij waren op het moment van schorsing. De rechtbank concludeerde dat de vorderingen van de eisers moesten worden afgewezen, omdat zij niet hadden aangetoond dat de gedaagden onrechtmatig hadden gehandeld en dat er geen causaal verband was tussen de gedragingen van de gedaagden en de schade van de eisers. De rechtbank veroordeelde de eisers in de proceskosten, die hoofdelijk moesten worden betaald. Dit vonnis is gewezen op 30 november 2005.