ECLI:NL:RBARN:2005:AV0843
Rechtbank Arnhem
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Conservatoir beslag en ontvankelijkheid in kort geding
In deze zaak, die voor de Rechtbank Arnhem is behandeld, heeft eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. J.A. Schadd, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, vertegenwoordigd door advocaat mr. B.J. Al. De zaak betreft een conservatoir beslag dat op 18 oktober 2005 is gelegd op een auto, merk Alfa Romeo, op verzoek van gedaagde, ter zekerheid van een vordering op betrokkene 1, de partner van eiser. Eiser stelt dat hij de eigenaar van het voertuig is en dat de vordering van gedaagde op betrokkene 1 hem niet aangaat. Hij vordert opheffing van het beslag en teruggave van het voertuig en de kentekenbewijzen.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat eiser niet ontvankelijk is in zijn vordering. Volgens artikel 438, vijfde lid Rv in samenhang met artikel 705, derde lid Rv dient een derde die tegen een conservatoir beslag wil opkomen zowel de beslaglegger als de beslagschuldenaar in kort geding te dagvaarden. Eiser heeft nagelaten betrokkene 1 in het geding te betrekken, waardoor niet is voldaan aan de wettelijke vereisten. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat dit voorschrift van dwingend recht is en dat niet-naleving leidt tot niet-ontvankelijkheid.
De uitspraak, gedaan op 17 november 2005, resulteert in de verklaring van niet-ontvankelijkheid van eiser in zijn vordering, en hij wordt veroordeeld in de kosten van de procedure, die zijn vastgesteld op € 816,- voor salaris en € 244,- voor verschotten.