ECLI:NL:RBARN:2005:AV0896
Rechtbank Arnhem
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- M.A.F. Cools-Weebers
- Rechtspraak.nl
Adoptieverzoek door pleegmoeder voor buitenlandse kinderen met beoordeling als Nederlandse adoptie
In deze zaak heeft de Rechtbank Arnhem op 6 juli 2005 uitspraak gedaan in een verzoek tot adoptie van twee buitenlandse kinderen door hun pleegmoeder, die tevens voogdes is. De verzoekster, wonende te Ede, heeft de Nederlandse nationaliteit en de kinderen verblijven al geruime tijd bij haar. De rechtbank heeft vastgesteld dat de kinderen, hoewel oorspronkelijk buitenlandse kinderen, in Nederland zijn geboren en daar altijd hebben gewoond. Hierdoor is het verzoek beoordeeld als een adoptie van Nederlandse kinderen.
De rechtbank heeft ook gekeken naar de geslachtsnaamswijziging van de kinderen, maar heeft zich onbevoegd verklaard om hierover te oordelen. Dit verzoek kan alleen aan de Koning worden gericht, zoals bepaald in artikel 1:7 van het Burgerlijk Wetboek. De ouders van de kinderen zijn niet verschenen ter zitting en hebben zich niet verzet tegen de adoptie, wat de rechtbank heeft meegenomen in haar overwegingen.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat aan alle vereisten voor adoptie, zoals neergelegd in de artikelen 227 en 228 van Boek I van het Burgerlijk Wetboek, is voldaan. De adoptie is in het kennelijk belang van de minderjarigen, zodat familierechtelijke betrekkingen naar Nederlands recht worden geschapen. De rechtbank heeft daarom het verzoek tot adoptie toegewezen en de adoptie uitgesproken.
De beschikking is gegeven door mr. M.A.F. Cools-Weebers, kinderechter, en is in het openbaar uitgesproken. De griffier was aanwezig bij deze uitspraak.