ECLI:NL:RBARN:2005:AX1801

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
29 juli 2005
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
378224\CV EXPL 05-591
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.P.M. Weusten
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Tussenvonnis inzake ontbinding en ontruiming huurwoning door klachten over buren

In deze zaak vordert de verhuurder, Stichting Talis, ontbinding van de huurovereenkomst en ontruiming van de huurwoning door de zittende huurders, [huurder] en [huurster], vanwege herhaaldelijke klachten over geluidsoverlast van de buren, de familie [x]. De verhuurder stelt dat de huurders zich niet als goede huurders hebben gedragen en in strijd hebben gehandeld met de verplichtingen uit de huurovereenkomst. De huurders hebben sinds 1 januari 1978 de woning aan de Engelsstraat 33 te Nijmegen gehuurd, en vanaf 13 november 2003 is ook [huurder] als huurder toegevoegd. De klachten van de huurders over de buren zijn door de verhuurder en de politie niet geverifieerd, en er zijn geen ernstige overlastsituaties vastgesteld.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat er ernstige problemen zijn ontstaan tussen de huurders en de familie [x], die hebben geleid tot de verhuizing van laatstgenoemde. De verhuurder heeft bewijsopdracht gekregen om aan te tonen dat de huurders zonder serieuze reden veelvuldig hebben geklaagd. De kantonrechter heeft de zaak verwezen naar de rol voor verdere bewijslevering door de verhuurder. De huurders hebben hun verweer gemotiveerd, waarbij zij stellen dat de klachten over de buren wel degelijk gegrond zijn en dat zij nooit de intentie hebben gehad om de familie [x] uit de buurt te krijgen. De kantonrechter heeft de verdere beslissing aangehouden en Talis toegelaten tot bewijslevering.

Uitspraak

Rechtbank Arnhem
Sector kanton
Locatie Nijmegen
zaakgegevens 378224\CV EXPL 05-591\ 19bw
uitspraak van 29 juli 2005
Vonnis
in de zaak van
de stichting Stichting Talis
gevestigd te Nijmegen
gemachtigde Tomlow Advocaten
eisende partij
tegen
1.
[huurder]
wonende te Nijmegen
gemachtigde mr. J. van Delft
2. [huurster]
wonende te Nijmegen
gemachtigde mr. J. van Delft
gedaagde partij
Partijen worden hierna Talis, [huurder] [huurster] en, laatstgenoemden gezamenlijk, [huurders] genoemd.
1. De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- de dagvaarding van 25 januari 2005 met producties
- de conclusie van antwoord met producties
- het procesverbaal van de op 6 juni 2005 gehouden comparitie van partijen.
2. De vaststaande feiten
De kantonrechter gaat uit van de volgende feiten, die vaststaan omdat ze niet of niet voldoende zijn betwist.
2.1 Talis verhuurt aan [huurster] sinds 1 januari 1978 de zelfstandige woonruimte aan de Engelsstraat 33 te Nijmegen. Vanaf 13 november 2003 is ook [huurder] huurder van deze woning. De woning is gelegen in de
Kolpingbuurt, een volkswijk. [huurders] bewoont deze woning met haar twee jonge kinderen.
2.2 Op die huurovereenkomst zijn van toepassing de Algemene Voorwaarden Huurovereenkomst Zelfstandige Woonruimte Talis.
Artikel 6.4 van deze Voorwaarden luidt, voor zover hier van belang:
"Huurder zal zich onthouden van elk gebruik van het gehuurde, waardoor buren en andere omwonenden overlast en/of hinder wordt aangedaan c.q waardoor Talis overigens op enigerlei wijze in haar belangen wordt geschaad. Talis denkt daarbij in het bijzonder aan:
- onrechtmatige gedragingen bestaande uit het veroorzaken van ernstige geluidsoverlast, vernielingen, intimidatie en bedreiging van buren en omwonenden e.d.;
(…)"
3. De vordering en het verweer
3.1 Talis vordert dat de kantonrechter bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
- de huurovereenkomst met [huurders] betreffende het perceel aan de Engelsstraat 33 te Nijmegen ontbindt met onmiddellijke ingang
- [huurders] veroordeelt om binnen 7 dagen na betekening van het in deze zaak te wijzen vonnis het gehuurde te ontruimen en te
verlaten met al degenen die zich daar van hunnentwege bevinden en al hetgeen zich daar van hunnentwege bevindt, alsmede het gehuurde, onder afgifte van alle sleutels daarvan geheel ter vrije beschikking van Talis te stellen, met machtiging van Talis om die ontruiming zonodig zelf te doen uitvoeren op kosten van [huurders], en met behulp van de sterke arm van politie en justitie,
dit alles met veroordeling van [huurders] in de proceskosten.
3.2 Zij baseert haar vordering, tegen de achtergrond van de vaststaande feiten, op de volgende, zakelijk weergegeven stellingen.
Naast [huurders] woont sinds enkele jaren de Somalische familie [x].
[huurders] heeft met name het laatste jaar bij haar geklaagd over geluidsoverlast die deze familie zou veroorzaken. Bij onderzoek is echter gebleken dat de andere buren van deze familie en ook overige buurtbewoners bestreden dat dat het geval zou zijn.
De familie [x] wist, zo bleek uit gesprekken die zij met hen heeft gevoerd, dat [huurders] klachten had en probeerde zo geruisloos mogelijk te leven. Muziek werd bijvoorbeeld alleen met de koptelefoon op beluisterd.
Ook bij de politie heeft [huurders] geklaagd over geluidsoverlast van de familie [x]. De politie heeft tegenover haar, Talis, verklaard steeds te hebben gereageerd, maar nooit geluidsoverlast te hebben geconstateerd.
Zij heeft daarop beveiliginggsbedrijf CSU ingeschakeld. Dat bedrijf zou buiten kantooruren door [huurders] kunnen worden gebeld bij overlast.
CSU is in een periode van ongeveer 5 maanden slechts 4 maal door [huurders] gebeld en heeft geen enkele maal ernstige overlast kunnen waarnemen.
Zij heeft vervolgens door het Adviesbureau Leijten en Van Hoek onderzoek laten doen. Medewerkers van dit bureau hebben gesprekken gevoerd met alle betrokkenen. De familie [x] heeft verteld dat [huurster] aan hen, toen zij de woning betrokken, te kennen heeft gegeven dat zij elke gelegenheid zou aangrijpen om over hen te klagen bij Talis.
Ook hebben zij verteld dat [huurders] over geluidsoverlast klaagde wanneer zij, de familie [x], helemaal niet in de woning aanwezig waren. Zij voelden zich bedreigd door deze buren, meldden dat zij door hen nauwlettend in de gaten werden gehouden, dat er een steen door hun ruit was gegooid en dat zij bereid waren te verhuizen.
De medewerker van het onderzoeksbureau verklaarde dat zijn indruk was dat de familie [x] intelligente en redelijke bewoners zijn die bereid en in staat zijn zich aan te passen aan hun omgeving.
[huurders] verklaarde tegenover het onderzoeksbureau over overlast door de familie [x], die bestond uit hard praten, vechten in huis, slaan met deuren. Ook zou er khat worden verhandeld. De enige oplossing was volgens [huurders] dat de buren zouden vertrekken.
Ook bleek uit het onderzoek bij de vorige verhuurder van de familie [x] in Groesbeek dat er daar absoluut geen problemen met hen waren geweest.
Door haar en door de politie zijn bemiddelende gesprekken gevoerd, die niet hebben geholpen.
Op 19 februari 2004 is door de familie [x] aangifte gedaan van vernieling van hun auto. Op vrijdag 23 juli 2004 bekende de zoon van mevrouw [huurster] dat hij bij de familie [x] de voordeur heeft ingetrapt en een ruit heeft vernield. [huurders] liet weten dat er bij een volgende confrontatie doden zouden vallen. Op 24 juli 2004 is de auto van de familie [x] wederom vernield, vermoedelijk door [huurders], en op 28 juli 2004 heeft er een grote vechtpartij plaatsgevonden tussen beide families met aanhang. De politie verwachtte dat de situatie zodanig zou escaleren dat er bij een volgend treffen ernstig gewonden of doden zullen vallen.
De familie [x] heeft als gevolg van dit alles moeten vluchten.
De leeggekomen woning kon niet worden verhuurd omdat kandidaten zich terugtrokken vanwege voornoemde gebeurtenissen.
Door hun onophoudelijke klagen zonder reden bij verschillende instanties met de kennelijke bedoeling te bewerkstelligen dat de familie [x] hun huis zouden moeten verlaten heeft [huurders] de verhouding met de familie [x] ernstig verstoord. De familie [x] stelde zich gewetensvol en flexibel op; bedreigingen, schermutselingen en confrontaties werden zonder uitzondering geinitieerd en uitgelokt door [huurders].
[huurders] handelt daardoor onrechtmatig en schiet tekort in haar verplichting het gehuurde als een goed huurder te gebruiken. Ook schendt zij artikel 6.4 van de bij de huurovereenkomst horende Algemene Voorwaarden, waarin is bepaald dat de huurder zich moet onthouden van elk gebruik van het gehuurde waardoor buren en andere omwonenden overlast en/of hinder wordt aangedaan.
Dit tekortschieten rechtvaardigt de ontbinding van de huurovereenkomst.
3.3 [huurders] heeft de vordering gemotiveerd weersproken. Op dat verweer gaat de kantonrechter hierna in.
4. De beoordeling
4.1 Het verweer van [huurders] komt er op neer dat er wel degelijk sprake is geweest van overlast, veroorzaakt door, wat [huurders] noemt, het afwijkend leefgedrag van de familie [x]. Het gaat daarbij volgens [huurders] om bezoek van soms tientallen andere Somaliërs, handel in khat, rumoer door stemmen en muziek tot diep in de nacht en uitdagend gedrag van de familie [x] ten opzichte van hen in woord en gebaar. Daardoor zijn er ernstige problemen, resulterend in de incidenten op 23 en 28 juli 2004, ontstaan tussen hen en de familie [x], maar die hebben niets te maken met discriminatie. Het is nooit haar bedoeling geweest door het klagen de familie [x] de buurt uit te krijgen. Zij wonen vele jaren in de buurt en hebben nooit problemen gehad met hun buurtgenoten. De woning waarin de familie [x] heeft gewoond was binnen twee maanden weer verhuurd en met de nieuwe buurvrouw hebben zij een goed contact, aldus [huurders].
4.2 De kantonrechter kan op basis van het over en weer aangevoerde als vaststaand aannemen dat er tussen [huurders] en de familie [x] ernstige problemen zijn ontstaan en dat de familie [x] tengevolge daarvan heeft moeten vertrekken naar een andere woning.
Wanneer nu zou vaststaan, zoals Talis stelt, dat [huurders] zonder serieuze reden veelvuldig bij verschillende instanties over (het gedrag van) de familie [x] en hun bezoekers heeft geklaagd en/of hen heeft geïntimideerd en bedreigd met de kennelijke bedoeling te bewerkstelligen dat de familie [x] hun woning zouden moeten verlaten, dan is dat gedrag dat een goed huurder niet betaamt en dat in strijd is met de verplichtingen uit de huurovereenkomst.
Nu [huurders] uitdrukkelijk en gemotiveerd heeft bestreden dat daarvan sprake is geweest zal Talis bewijs mogen leveren van deze stelling.
De zaak wordt in verband daarmee verwezen naar de rol.
4.3 De kantonrechter houdt iedere verdere beslissing aan.
De beslissing
De kantonrechter
laat Talis toe tot het bewijs van feiten en/of omstandigheden waaruit kan volgen dat [huurders] zonder serieuze reden veelvuldig bij verschillende instanties over (het gedrag van) de familie [x] en hun bezoekers heeft geklaagd en/of hen heeft geïntimideerd en bedreigd met de kennelijke bedoeling te bewerkstelligen dat de familie [x] hun woning zouden moeten verlaten;
bepaalt dat Talis zich op de rolzitting van 16 september 2005 schriftelijk kan uitlaten over de vraag hoe zij het bewijs wil leveren;
bepaalt dat, als Talis bewijs wil leveren met schriftelijke stukken, zij deze stukken op de hiervoor genoemde rolzitting over moet leggen;
bepaalt dat Talis, als zij bewijs door getuigen wil leveren, de naam en woonplaats van de te horen getuigen moet opgeven met de verhinderdata van haarzelf, haar gemachtigde en de getuigen en zo mogelijk van [huurders], waarna een dag voor het getuigenverhoor zal worden vastgesteld;
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. B.P.M. Weusten en in het openbaar uitgesproken op 29 juli 2005.