ECLI:NL:RBARN:2005:BA0710
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- M.M. Bijker - Veen
- M.J. Eggink
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de vlakke laadvloer in relatie tot de motorrijtuigenbelasting na plaatsing van stoelen
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Arnhem op 28 september 2005, staat de vraag centraal of het plaatsen van twee stoelen op de laadvloer van een auto, bevestigd met een clicksysteem, leidt tot het ontbreken van een vlakke laadvloer. Eiser, [X], had een naheffingsaanslag motorrijtuigenbelasting (MRB) ontvangen van € 798 voor de periode van 26 maart 2004 tot en met 10 november 2004. De inspecteur van de Belastingdienst had deze aanslag opgelegd na een controle op 26 oktober 2004, waarbij werd geconstateerd dat de laadvloer van de auto niet volledig vlak was door de aanwezigheid van de stoelen.
De rechtbank oordeelt dat de aanwezigheid van de stoelen, die eenvoudig verwijderd konden worden, niet betekent dat de auto niet in haar geheel is voorzien van een vlakke laadvloer. De rechtbank verwijst naar eerdere jurisprudentie van de Hoge Raad, waarin werd geoordeeld dat de inrichting van een auto voor personenvervoer niet van belang is voor de kwalificatie als bestelauto. De rechtbank verklaart het beroep van eiser gegrond, vernietigt de uitspraak op bezwaar en de naheffingsaanslag, en gelast de vergoeding van het griffierecht.
De uitspraak benadrukt dat de criteria voor de kwalificatie van een voertuig als bestelauto of personenauto gelijk zijn voor zowel de MRB als de BPM. De rechtbank concludeert dat de auto van eiser, zonder de stoelen, voldoet aan de eisen voor een vlakke laadvloer en dus als bestelauto kan worden aangemerkt. De uitspraak is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, M.J. Eggink, en is vastgesteld door rechter M.M. Bijker - Veen.