ECLI:NL:RBARN:2006:AU9175

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
6 januari 2006
Publicatiedatum
4 april 2013
Zaaknummer
399604 \ CV EXPL 05-3851
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • B.P.M. Weusten
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Ontbinding koopovereenkomst via internetveiling eBay en ongedaanmaking prestaties

In deze zaak, die voor de Rechtbank Arnhem is behandeld, betreft het een geschil tussen eiser en gedaagde over een koopovereenkomst die via de internetveiling eBay tot stand is gekomen. Eiser had op 24 augustus 2003 een horloge, een Omega Seamaster, gekocht van gedaagde voor een bedrag van € 202. Na ontvangst van het horloge heeft eiser geconstateerd dat het horloge niet voldeed aan de beschrijving die door gedaagde was gegeven. Eiser heeft gedaagde per e-mail op de hoogte gesteld van zijn bevindingen en heeft het horloge teruggestuurd, waarbij gedaagde heeft aangeboden het aankoopbedrag terug te betalen.

De kantonrechter heeft vastgesteld dat de overeenkomst tussen partijen op 4 september 2003 met wederzijds goedvinden is ontbonden. Dit betekent dat beide partijen verplicht zijn om de reeds ontvangen prestaties ongedaan te maken, conform artikel 6:271 BW. De rechter heeft geoordeeld dat zowel eiser als gedaagde zich jegens elkaar moeten gedragen overeenkomstig de eisen van redelijkheid, zoals voorgeschreven in artikel 6:2 BW. Dit houdt in dat beide partijen gelijktijdig hun verplichtingen moeten nakomen: eiser moet het horloge teruggeven en gedaagde moet het aankoopbedrag terugbetalen.

De rechter heeft geoordeeld dat eiser recht heeft op terugbetaling van de koopprijs, maar dat hij het horloge moet teruggeven aan gedaagde. De kantonrechter heeft gedaagde veroordeeld om aan eiser een bedrag van € 202 te betalen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 1 februari 2006, voor het geval dat bedrag nog niet is betaald. De proceskosten zijn op nihil begroot, wat betekent dat eiser deze kosten moet dragen. Het vonnis is openbaar uitgesproken op 6 januari 2006.

Uitspraak

Vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector kanton
Locatie Nijmegen
zaakgegevens 399604 \ CV EXPL 05-3851 \ 19/bw
uitspraak van 6 januari 2006
Vonnis
in de zaak van
[eiser]
wonende te Gouda
eisende partij
gemachtigde Rechtspraktijk Nederland
tegen
[gedaagde]
wonende te Nijmegen
gedaagde partij
procederend in persoon
Partijen worden hierna [eiser] en [gedaagde] genoemd.
1. De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit
- de dagvaarding van 1 juni 2005 met producties
- de conclusie van antwoord met producties
- de conclusie van repliek met producties
- de conclusie van dupliek.
2. De feiten
De kantonrechter gaat uit van de volgende vaststaande feiten.
2.1 [gedaagde] heeft in augustus 2003 op de internetveiling eBay aangeboden een horloge met de volgende omschrijving:
" In mintstaat verkerende Omega Seamaster herenchronograaf. Edelstaal en geintegreerde edelstalen band. Witte wijzerplaat en zwarte verdraaibare buitenring. Lichtgevende wijzers en secondenwijzer. 3 perfect functionerende chronoos. Omega logo op achterkast en op sluiting van de band. Horloge loopt minuscuul gelijk en heeft een quartz uurwerk met lithium batterij. Krasvrij glas. Er is een kleinigheid aan de grote secondenwijzer. Die moet na het indrukken van de chronoknop naar de 12 springen. Maar hij gaat maar tot de 8. Dit heeft geen verdere invloed op het funktioneren. Portokosten voor koper. Ebaykosten voor mijn rekening. Sukses met bieden."
2.2 [eiser] was de hoogste bieder, heeft het horloge betaald (een bedrag van € 202,--) en [gedaagde] heeft het horloge aan [eiser] geleverd.
2.3 [eiser] heeft na ontvangst van het horloge aan [gedaagde] laten weten dat het niet voldeed aan de beschrijving.
2.4 [gedaagde] heeft bij e-mail van 4 september 2003 16.10 uur aan [eiser] geschreven:
"(…) Stuur mij het horloge maar terug. Na ontvangst zal ik 202 Euro retourneren. (…)"
[eiser] heeft daarop geantwoord bij e-mail van diezelfde datum, 16.51 uur:
"…) Daar ben ik blij om. (…) Ik zal het horloge terugsturen. Zou je het geld over willen maken naar bank 451525612 tnv Patrick [eiser].
(…)"
2.5 [eiser] heeft het horloge niet teruggestuurd en [gedaagde] heeft het bedrag van € 202,-- niet terugbetaald.
3. De vordering en het verweer
3.1 [eiser] vordert dat de kantonrechter bij vonnis, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad,
primair
[gedaagde] veroordeelt om uiterlijk 90 dagen na betekening van het vonnis zorg te dragen voor vervanging van de aan hem afgeleverde zaak met een Omega Seamaster die beantwoordt aan de omschrijving bij de overeenkomst, gesloten op 24 augustus 2003 met eBay veilingnummer 2653326384, op verbeurte van een dwangsom van € 10,--, althans een door de kantonrechter te bepalen dwangsom voor elke dag of deel daarvan dat [gedaagde] daaraan niet voldoet,
subsidiair
de overeenkomst vernietigt en [gedaagde] veroordeelt aan hem te betalen een bedrag van € 265,92, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 juni 2005,
met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten.
3.2 Hij baseert zijn vordering, tegen de achtergrond van de vaststaande feiten, op de volgende, zakelijk weergegeven stellingen.
Hij heeft, nu het horloge niet aan de overeenkomst beantwoordde, recht op levering van een horloge dat wel daaraan beantwoordt, dan wel, subsidiair, op de aankoopprijs, vermeerderd met rente en, door de weigering van [gedaagde] om te betalen noodzakelijk geworden, buitengerechtelijke incassokosten.
3.3 [gedaagde] heeft de vordering gemotiveerd weersproken. Op dat verweer gaat de kantonrechter hierna in.
4. De beoordeling
4.1 Door de e-mails van 4 september 2003 is de overeenkomst tussen [gedaagde] en [eiser] met hun beider instemming ontbonden.
Het gevolg van die ontbinding is dat er voor zowel [gedaagde] als [eiser] een verbintenis is ontstaan tot ongedaanmaking van de reeds ontvangen prestaties (artikel 6:271 BW)
Kortom: [eiser] moest het horloge terugsturen en [gedaagde] het geld.
4.2 Op die verbintenis is artikel 6:2 BW van toepassing. Dat artikel schrijft voor dat, in dit geval, [eiser] en [gedaagde] verplicht zijn zich jegens elkaar te gedragen overeenkomstig de eisen van redelijkheid. Dat brengt in een geval als het onderhavige, bij een koop via de internetveiling eBay en bij deze koopprijs, onder meer en in elk geval mee dat geen van beiden van de ander mag verwachten dat die als eerste de prestatie ongedaan maakt. Gelijk oversteken dus. [eiser] had het horloge per omgaande behoren terug te sturen en [gedaagde] had per omgaande behoren terug te betalen. Geen van beiden heeft dat gedaan. [gedaagde] liet [eiser], toen het hem te lang duurde, per e-mail van 11 september 2003 weten dat hij, in afwachting van het door hem aan eBay gevraagd advies, in eerste instantie het horloge niet zou accepteren wanneer het zou worden aangeboden en [eiser] antwoordde daarop op
12 september 2003 onder meer dat geld teruggeven geen zin meer had.
Maar daarmee zijn de verbintenissen tot ongedaanmaking niet verdwenen. Die bestaan nog steeds.
4.3 [eiser] kan, nu de overeenkomst immers is ontbonden, niet met succes aanspraak maken op levering van een horloge dat wel aan de overeenkomst beantwoordt.
Wel heeft hij aanspraak op terugbetaling van de koopprijs van € 202,-- maar daarmee is onlosmakelijk verbonden dat hij het geleverde horloge moet teruggeven aan [gedaagde].
4.4 Hij kan, nu incassowerkzaamheden voorbarig zijn geweest, omdat hij zelf aan zijn verbintenis niet had voldaan, geen aanspraak maken op vergoeding van de daarvoor gemaakte kosten en op rentebetaling zoals door hem gevorderd. De kantonrechter zal de wettelijke rente toewijzen vanaf 1 februari 2006, voor het geval het bedrag van € 202,-- dan nog niet is betaald.
4.5 Om diezelfde reden zal [eiser] de proceskosten moeten dragen, die tot aan deze uitspraak aan de zijde van [gedaagde] worden begroot op nihil.
De beslissing
De kantonrechter
veroordeelt [gedaagde] aan [eiser] te betalen een bedrag van € 202,--, vermeerderd met de wettelijke rente over dat bedrag, gerekend vanaf 1 februari 2006, voor het geval dat bedrag dan niet is betaald, tot aan de dag van volledige betaling;
verstaat dat [eiser] aan [gedaagde] aflevert het door [eiser] van [gedaagde] ontvangen horloge als hiervoor vermeld onder 2.1;
bepaalt dat de proceskosten, tot aan deze uitspraak aan de zijde van [gedaagde] begroot op nihil, voor rekening van [eiser] blijven;
verklaart dit vonnis uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. B.P.M. Weusten en in het openbaar uitgesproken op 6 januari 2006.