ECLI:NL:RBARN:2006:AX8767

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
3 mei 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
130968
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Verzet
Rechters
  • T.P.E.E. van Groeningen
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheidsincident tussen Double R.R. Holding B.V. en Bestevaer B.V. met betrekking tot de toepasselijkheid van algemene voorwaarden

In deze zaak, die zich afspeelt voor de Rechtbank Arnhem, betreft het een bevoegdheidsincident tussen de besloten vennootschappen Double R.R. Holding B.V. en Bestevaer B.V. De procedure is gestart door Bestevaer, die zich beroept op de toepasselijkheid van haar algemene voorwaarden. Double R.R. betwist deze toepasselijkheid en stelt dat zij niet gehouden is de aan Baron (i.o.) gerichte facturen te voldoen, omdat Baron een aparte rechtspersoon is. De rechtbank heeft in een tussenvonnis van 18 januari 2006 vastgesteld dat Double R.R. op grond van artikel 2:203 BW ten tijde van de dagvaarding door Bestevaer aan de onder de naam van Baron (i.o.) gesloten overeenkomsten gebonden was. Dit is bevestigd door verklaringen van [betrokkene 1] tijdens de comparitie, waarin hij aangeeft dat hij als bestuurder van Double R.R. heeft gehandeld bij de oprichting van Baron.

De rechtbank oordeelt dat de bevoegdheid van de rechtbank te Arnhem is gegeven op basis van het forumkeuzebeding in de algemene voorwaarden van Bestevaer, die door Double R.R. niet zijn betwist. De rechtbank concludeert dat Double R.R. stilzwijgend heeft ingestemd met de toepasselijkheid van deze voorwaarden door het voldoen van facturen en het niet reageren op de brief van Bestevaer van 1 september 2004. De rechtbank wijst het gevorderde af en vernietigt het eerdere verstekvonnis, waarbij de vorderingen van Bestevaer worden afgewezen. Tevens wordt Double R.R. veroordeeld in de proceskosten van het incident, terwijl Bestevaer in de kosten van de verstekprocedure wordt verwezen. De rechtbank benadrukt dat de beslissing is genomen op basis van de thans vastgestelde feiten en omstandigheden, ongeacht het feit dat de oprichting van Baron pas na de dagvaarding heeft plaatsgevonden. Dit vonnis is uitgesproken op 3 mei 2006.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector civiel recht
zaaknummer / rolnummer: 130968 / HA ZA 05-1594
Vonnis in verzet van 3 mei 2006
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DOUBLE R.R. HOLDING B.V.,
gevestigd te Purmerend,
opposante in de hoofdzaak,
eiseres in voorwaardelijke reconventie in de hoofdzaak,
eiseres in het incident,
procureur mr. P.M. Wilmink,
advocaat mr. de Hoogd te Purmerend,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
BESTEVAER B.V.,
gevestigd te Nijmegen,
geopposeerde in de hoofdzaak,
verweerster in voorwaardelijke reconventie in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
procureur mr. W.H.B.K. Brunet de Rochebrune,
advocaat mr. G.W.J.M. van Mierlo te Nijmegen.
Partijen zullen hierna Bestevaer en Double R.R. genoemd worden.
De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit:
- Het tussenvonnis van 18 januari 2006
- Het proces-verbaal van comparitie van 22 maart 2006.
Ten slotte is vonnis bepaald.
De verdere beoordeling
in het incident en in de hoofdzaak
De rechtbank volhardt in hetgeen zij in voormeld tussenvonnis van 18 januari 2006 heeft vastgesteld en overwogen.
voorts in het incident
Zoals in het tussenvonnis van 18 januari 2006 is overwogen, was Double R.R. op grond van artikel 2:203 BW ten tijde van het uitbrengen van de dagvaarding door Bestevaer in de hoofdzaak met rolnummer 05-835 aan de onder de naam van Baron World Wide (i.o.) (verder Baron (i.o.)) gesloten overeenkomsten gebonden, indien Double R.R. daarbij aangemerkt kan worden als degene die in naam van Baron i.o. heeft gehandeld. De rechtbank is van oordeel dat dit laatste het geval is. Immers tijdens de voornoemde com-pa-ri-tie van partijen is door [betrokkene 1] zijdens Double R.R. verklaard dat Double R.R. de oprichter was van Baron en dat hij bij het oprichten van Baron niet als privé persoon, maar als bestuurder van Double R.R. heeft gehandeld. Double R.R. is derhalve door deze in naam van Baron i.o. gesloten overeenkomst(en) gebonden.
Daarmee is echter de bevoegdheid van de rechtbank te Arnhem nog niet gegeven. Immers, deze wordt door Bestevaer gebaseerd op het forumkeuzebeding in artikel 23 van haar algemene voorwaarden, die volgens haar op de desbetreffende overeenkomsten van toepassing zijn. Door Double R.R. wordt echter betwist dat zij (in naam van Baron i.o.) de toepasse-lijk-heid van de algemene voorwaarden van Bestevaer heeft aanvaard.
Aanvaarding van algemene voorwaarden kan blijkens artikel 6:231 c BW geschieden door ondertekening van een geschrift of op andere wijze. Bestevaer stelt dat namens Baron i.o. de toepasselijkheid van de algemene voorwaarden is aanvaard, doordat niet is gereageerd op de aan Baron (i.o.) gerichte brief van Bestevaer van 1 september 2004 waarin is vermeld dat Bestevaer er van uit gaat dat Baron (i.o.) met die voor-waar-den akkoord gaat indien Bestevaer binnen 5 dagen geen schriftelijke reactie heeft ont-van-gen. Bij die brief zouden de algemene voor-waar-den van Bestevaer zijn gevoegd. Voorts voert Bestevaer aan dat op al haar facturen vermeld staat dat haar algemene voor-waarden van toepassing zijn. Volgens Bestevaer is door betaling van facturen sprake van stilzwijgende aanvaarding.
Door Double R.R., die stelt dat de brief van 1 september 2004 bij haar onbekend is, wordt erkend dat zij in november 2004, dus vóór het inlenen van de uitzendkrachten waarop het thans voorgelegde geschil ziet, facturen heeft voldaan waarop vermeld staat dat de algemene voorwaarden van Bestevaer op al haar overeenkomsten van toepassing zijn. De rechtbank is van oordeel dat Double R.R., handelend namens Baron (i.o.), daarmee geacht moet worden stilzwijgend met de toepasselijkheid van die voorwaarden te hebben ingestemd. De rechtbank weegt daarbij mee dat beide partijen handelden in het kader van een professionele bedrijfs-uitoefening, dat er met uitzondering van de door Bestevaer genoemde (en door Double R.R. betwiste) brief van 1 september 2004 geen schriftelijke stukken aan de overeenkomsten ten grondslag liggen en dat Double R.R. zelf ook gebruik maakt van algemene voorwaarden. Double R.R. had dus op het door Bestevaer hanteren en mogelijk van toepassing verklaren van die voorwaarden bedacht moeten zijn.
Door de heer [betrokkene 1] is ter comparitie nog aangevoerd dat tegen een werkneemster van Double R.R., [betrokkene 2], is verklaard dat Double R.R. vond dat háár algemene voorwaarden van toepassing waren en dat hij, volgens hem per fax, de ‘leveringsvoorwaarden’ van Double R.R. aan Bestevaer heeft toegezonden. De rechtbank stelt vast dat door Double R.R. geen stukken die haar stelling onderschrijven zijn ingebracht, zoals bijvoorbeeld een afschrift van het desbetreffende faxbericht en dat Double R.R. evenmin heeft aangegeven wanneer zij voornoemde mededeling aan Bestevaer zou hebben gedaan, of het faxbericht zou hebben verstuurd. Dit had, mede gezien het late moment waarop zij deze stelling voor het eerst heeft ingenomen, wel op haar weg gelegen. Nu Double R.R. op dit punt evenmin een bewijsaanbod heeft gedaan passeert de rechtbank deze stelling als onvoldoende onderbouwd.
Double R.R. heeft verder tegen de geldigheid van het in artikel 23 van de algemene voorwaarden opgenomen forumkeuzebeding geen verweren gevoerd en van die bepaling ook de vernietiging niet ingeroepen. Dit betekent dat zij, op het moment dat zij door Bestevaer werd gedagvaard in de verstekzaak, daaraan gebonden was. Nu in dit beding de rechtbank te Arnhem als bevoegd gerecht wordt aangewezen is deze rechtbank, gelet op artikel 108 Rv, bevoegd om van het onderhavige geschil kennis te nemen. De rechtbank overweegt daarbij dat voor de bevoegdheidsvraag het moment van de dagvaarding in de verstekzaak bepalend is.
Double R.R. zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten van het incident worden veroordeeld, aan de kant van Bestevaer begroot op:
- explootkosten EUR 0,00
- vast recht 0,00
- getuigenkosten 0,00
- deskundigen 0,00
- overige kosten 0,00
- salaris procureur 1.130,00 (2,5 punten × tarief EUR 452,00)
Totaal EUR 1.130,00
voorts in de hoofdzaak
in conventie
Door Double R.R. is in de hoofdzaak in oppositie primair aangevoerd dat zij niet gehouden is de aan Baron (i.o.) gerichte facturen en de daarmee samenhangende kosten te voldoen, nu Baron (i.o.) een aparte, naast Double R.R. bestaande rechtspersoon is.
De rechtbank overweegt dat geen punt van geschil is dat Baron (i.o.) inmiddels, nadat op 24 mei 2005 een akte van oprichting is verleden, op 26 mei 2005 als besloten vennootschap in het handelsregister is ingeschreven. Daarmee staat vast dat zij vanaf 26 mei 2005 inderdaad een aparte rechtspersoon is.
Op grond van artikel 2:203 BW zijn degenen die namens een op te richten besloten vennootschap rechtshandelingen verrichten daardoor echter nog hoofdelijk verbonden, totdat de vennootschap na haar oprichting de rechtshandeling bekrachtigt.
Zijdens Double R.R. is aangevoerd dat zij van 26 mei 2005 tot 28 juni 2005 statutair directeur was van Baron en dat zij direct na de oprichting van Baron namens deze vennootschap alle rechtshandelingen met Bestevaer heeft bekrachtigd. Zij heeft dit onderbouwd met een brief van [betrokkene 1], van wie niet betwist is dat hij op het moment van bekrachtiging statutair directeur was van Double R.R.. [betrokkene 1] heeft dit ter comparitie nogmaals bevestigd.
Deze bekrachtiging is door Bestevaer niet betwist.
Het vorenstaande brengt met zich dat Double R.R. vanaf dat moment niet meer gebonden was aan de overeenkomst van Baron (i.o.) met Bestevaer.
De rechtbank overweegt dat Bestevaer voorts geen feiten of omstandigheden heeft aangevoerd waaruit de aansprakelijkheid van Double R.R. voor het gestelde niet nakomen van de verplichtingen van Baron kan worden afgeleid, bijvoorbeeld omdat zij redelijkerwijs zou hebben kunnen weten dat Baron haar verplichtingen niet zou nakomen. Double R.R. kan daar derhalve niet voor aansprakelijk worden gesteld.
Het verstekvonnis zal op grond van het vorenstaande worden vernietigd. De vorderingen van Bestevaer zullen alsnog worden afgewezen.
Daaraan doet niet af dat de oprichting van Baron (i.o.) en de bekrachtiging van de door haar oprichter verrichte rechtshandelingen pas na de dagvaarding in de verstek procedure heeft plaatsgevonden. Immers de vordering dient te worden beoordeeld op grond van de thans vastgestelde feiten en omstandigheden.
Ten overvloede merkt de rechtbank op dat Bestevaer bezwaarlijk kan worden verweten dat zij voor de oprichting van Baron haar oprichters heeft aangesproken. Baron zelf kon op dat moment immers nog niet worden aangesproken. Desondanks zal Bestevaer, op grond van artikel 237 Rv, als de in het ongelijk gestelde partij in de kosten van de verstek- en verzetprocedure moeten worden verwezen. De rechtbank overweegt dat voor de gehouden comparitie slechts een half punt wordt toegekend omdat deze primair ten aanzien van het onbevoegdheidsincident is bepaald. De kosten van het betekenen van het verstekvonnis en van het uitbrengen van de verzetdagvaarding zullen voorts op grond van het bepaalde in art. 141 Rv voor rekening van Double R.R. komen, omdat deze kosten een gevolg zijn van het feit dat Double R.R. in eerste instantie niet is verschenen. De door Bestevaer te vergoeden kosten aan de zijde van Double R.R. worden begroot op:
- explootkosten EUR 0,00
- vast recht 0,00
- getuigenkosten 0,00
- deskundigen 0,00
- overige kosten 0,00
- salaris procureur 678,00 (1,5 punten × tarief EUR 452,00)
Totaal EUR 678,00
In voorwaardelijke reconventie
De eis in reconventie is voorwaardelijk ingesteld. Uit de beslissing in conventie vloeit voort dat de voorwaarde niet is vervuld, zodat op de vordering in reconventie geen beslissing hoeft te worden gegeven.
De beslissing
De rechtbank
in het incident
wijst het gevorderde af,
veroordeelt Double R.R. in de kosten van het incident, aan de zijde van Bestevaer tot op heden begroot op EUR 1.130,00.
in de hoofdzaak
in conventie
vernietigt het door deze rechtbank op 6 juli 2005 onder zaaknummer / rolnummer 126756/ HA ZA 05-835 gewezen verstekvonnis,
en opnieuw beslissend
wijst het gevorderde af,
veroordeelt Bestevaer in de kosten van de verstekprocedure, aan de zijde van Double R.R. tot aan deze uitspraak begroot op nihil, en in de kosten van de verzetprocedure met uitzondering van de kosten voor het uitbrengen van de verzetdagvaarding, aan de zijde van Double R.R. tot op heden begroot op EUR 678,-- voor salaris procureur,
veroordeelt Double R.R. in de kosten die zijn veroorzaakt door het aanvankelijk niet verschijnen, aan de zijde van Bestevaer tot op heden begroot op EUR 69,24 voor de kosten van de betekening van het verstekvonnis,
in voorwaardelijke reconventie
verstaat dat de vordering geen behandeling behoeft.
Dit vonnis is gewezen door mr. T.P.E.E van Groeningen en in het openbaar uitgesproken op 3 mei 2006.