ECLI:NL:RBARN:2006:AY4092
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot niet-ontvankelijkheid in civiele procedure tussen NEO LOGISTIC HOLDING B.V. en PARTICIPATIEMAATSCHAPPIJ MAINPORT ROTTERDAM BEHEER B.V. tegen RAVESTEIN CONTAINER PONTOON B.V.
In deze civiele procedure vorderden de eiseressen, NEO LOGISTIC HOLDING B.V. en PARTICIPATIEMAATSCHAPPIJ MAINPORT ROTTERDAM BEHEER B.V., dat de rechtbank zou verklaren dat gedaagde, RAVESTEIN CONTAINER PONTOON B.V., ten onrechte onder de bankgarantie had geclaimd. Daarnaast vroegen zij om een veroordeling tot betaling van een bedrag van € 874.819,95, vermeerderd met rente en kosten, en om een veroordeling van gedaagde in de proceskosten. De rechtbank Arnhem behandelde de zaak op 5 juli 2006, onder zaaknummer 140063.
Gedaagde had in haar conclusie van antwoord een beroep gedaan op de niet-ontvankelijkheid van eiseressen, maar de rechtbank oordeelde dat dit beroep geen incidentele vordering was, maar een verweer in de hoofdzaak. Hierdoor werd er geen incident geopend. De rechtbank stelde vast dat het beroep op niet-ontvankelijkheid in de hoofdzaak zou worden beoordeeld, mits gedaagde dit beroep handhaafde.
De rechtbank weigerde het verzoek van gedaagde om de procedure aan te houden, omdat dit niet conform de regels van het Landelijk rolreglement was gedaan en eiseressen zich tegen aanhouding verzetten. De rechtbank gaf gedaagde wel de gelegenheid om van antwoord te dienen, ondanks de eerdere verzoeken om uitstel. De zaak werd vervolgens naar de rolzitting van 19 juli 2006 verwezen voor het nemen van de conclusie van antwoord aan de zijde van gedaagde, waarbij geen uitstel zou worden verleend.
De rechtbank hield iedere verdere beslissing aan, wat betekent dat de zaak op een later moment verder behandeld zou worden. Dit vonnis werd uitgesproken door mr. O. Nijhuis in het openbaar op 5 juli 2006.