ECLI:NL:RBARN:2006:AY8411
Rechtbank Arnhem
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verrekening van no-claim teruggaaf in aanhangige procedure
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Arnhem op 13 september 2006, heeft de kantonrechter P.J. Wiegman uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen een zorgverzekeraar en een gedaagde. De eiser, vertegenwoordigd door gemachtigde M.G. Tempelman, vorderde betaling van een bedrag van € 163,49, inclusief rente en proceskosten. Tijdens de procedure heeft de eiser haar vordering verminderd met € 118,59, wat de uiteindelijke vordering op € 44,03 bracht. De eiser stelde dat de vordering in hoofdsom was teniet gegaan door verrekening met de no-claim teruggave op 11 maart 2005, vóór de dag van dagvaarding. De kantonrechter oordeelde dat de gedaagde ten onrechte in rechte was betrokken, aangezien de vordering door de verrekening niet meer bestond. De kantonrechter heeft vastgesteld dat de buitengerechtelijke werkzaamheden die door de eiser waren verricht, voor vergoeding in aanmerking kwamen en dat het gevorderde bedrag in overeenstemming was met de redelijke en gebruikelijke tarieven. De gedaagde werd veroordeeld tot betaling van € 44,03 aan de eiser en moest ook de proceskosten vergoeden, die aan de kant van de eiser tot dat moment waren begroot op € 88,38 voor dagvaardingskosten, € 90,00 voor vastrecht en € 30,00 voor salaris van de gemachtigde. Het vonnis werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, en het meer of anders gevorderde werd afgewezen. Deze uitspraak is openbaar uitgesproken op 6 september 2006.