ECLI:NL:RBARN:2006:AY8414

Rechtbank Arnhem

Datum uitspraak
2 augustus 2006
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
437862 \ CV EXPL 06-1601
Instantie
Rechtbank Arnhem
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Verrekening van no-claim teruggaaf in aanhangige procedure

In deze zaak, behandeld door de Rechtbank Arnhem op 2 augustus 2006, heeft de kantonrechter P.J. Wiegman uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen een zorgverzekeraar en een gedaagde. De eiser, vertegenwoordigd door gemachtigde M.G. Tempelman, vorderde betaling van € 48,08, rente en proceskosten van de gedaagde. De vordering was gebaseerd op buitengerechtelijke werkzaamheden die door de eiser waren verricht vóór de dagvaarding. De eiser stelde dat deze werkzaamheden voor vergoeding in aanmerking kwamen en dat het gevorderde bedrag in overeenstemming was met de redelijke en gebruikelijke tarieven.

De rechtbank oordeelde dat de vordering in hoofdsom op de dag van dagvaarding door verrekening teniet was gegaan, wat voor rekening en risico van de eiser kwam. Hierdoor werd de vordering van de eiser afgewezen. De kantonrechter stelde vast dat de eiser ten onrechte de gedaagde in rechte had betrokken, aangezien het bedrag van € 44,03 aan buitengerechtelijke kosten niet verrekend was met de no-claim teruggaaf, die daarvoor toereikend was. De eiser werd in het ongelijk gesteld en moest de proceskosten dragen, die aan de kant van de gedaagde op nihil werden begroot.

Dit vonnis benadrukt het belang van een zorgvuldige onderbouwing van vorderingen en de noodzaak om rekening te houden met verrekeningen die van invloed kunnen zijn op de uitkomst van een procedure. De uitspraak is openbaar uitgesproken en is een voorbeeld van hoe de rechtbank omgaat met vorderingen die niet goed zijn onderbouwd of waarbij verrekeningen niet zijn meegenomen.

Uitspraak

Vonnis
RECHTBANK ARNHEM
Sector kanton
Locatie Tiel
zaakgegevens 437862 \ CV EXPL 06-1601 \ 127 PW\WV
uitspraak van 2 augustus 2006
Vonnis
in de zaak van
[zorgverzekeraar].
gevestigd te Zwolle en kantoorhoudende te Wageningen
eisende partij
gemachtigde M.G. Tempelman
tegen
[gedaagde]
wonende te [adres]
gedaagde partij
procederend in persoon
Partijen worden hierna [eiser] en [gedaagde] genoemd.
De procedure
Het verloop van de procedure blijkt uit
- de dagvaarding van 23 maart 2006
- de conclusie van antwoord met producties
- de conclusie van repliek met een productie.
Het geschil en de beoordeling
1. [eiser] vordert na bij repliek haar vordering te hebben verminderd de veroordeling van [gedaagde] tot betaling van € 48,08, rente en proceskosten.
2. Dat de vordering in hoofdsom precies op de dag van dagvaarding door verrekening teniet is gegaan, komt voor rekening en risico van [eiser], zodat zij [gedaagde] in zoverre ten onrechte in rechte heeft betrokken.
3. [eiser] heeft onweersproken gesteld dat (vóór dagvaarding) buitengerechtelijke werkzaamheden waren verricht, die voor vergoeding door [gedaagde] in aanmerking komen. Het gevorderde bedrag is in overeenstemming met de redelijke en gebruikelijke tarieven, zodat de vordering in zoverre in beginsel toewijsbaar is. Zonder nadere toelichting, die ontbreekt, valt niet in te zien waarom het bedrag van
€ 44,03 aan buitengerechtelijke kosten niet evenals de gevorderde premie is verrekend met de no claim teruggaaf die daarvoor op zich toereikend was. Ook in zoverre heeft [eiser] [gedaagde] daarom ten onrechte in rechte betrokken.
4. De vordering van [eiser] wordt afgewezen. [eiser] wordt in het ongelijk gesteld en moet daarom de proceskosten dragen.
De beslissing
De kantonrechter
wijst de vordering van [eiser] af;
veroordeelt [eiser] in de proceskosten, aan de kant van [gedaagde] begroot op nihil.
Dit vonnis is gewezen door de kantonrechter mr. P.J. Wiegman en in het openbaar uitgesproken op 2 augustus 2006.